Terwijl we allemaal uitkijken naar de finale en de troosting van de Beker Adams, zal ikzelf misschien enkele weken moeten missen door de examens. Ik zou deze afwezigheid dus willen goed maken, en met wat beter dan een super interessante Bachelorproef over schaken! In de richting Wiskunde hebben we twee Bachelorproeven (fundamentele en toegepaste) van 3sp en mijn toegepaste gaat over een data model om valsspelers te detecteren bij het online schaken. Weet wel dat het gemaakt is op heel kleine schaal (qua data) en dus allesbehalve waterdicht is, je kan namelijk nooit 100% zeker zijn dat iemand valsspeelt, tenzij je diegene op heterdaad betrapt.
De bachelorproef:
Verlies u niet in de wiskundige details en soms lange uitwerkingen. De hoofdstukken die ik met dit in het achterhoofd aanraad zijn: 1, 1.1, 2.2, en dan het belangrijkste: 3 en 4 (zonder 4.1.1 en 4.3.1). Hierbij worden vaak in woorden of visueel de redeneringen duidelijk. Veel plezier met het lezen, vragen mag je mij altijd stellen. En aan de wiskundigen onder jullie, zoals Erwin: geen te moeilijke vragen alsjeblieft 😊.
Dank voor het delen, Lucas! De moeite om eens (diagonaal) door te nemen. 5.2 is zeker ook interessant, iets voor je Masterproef 🙂 ?
Misschien, hangt ervan af welke master wiskunde ik kies, en daar ben ik nog niet helemaal uit.
Bedankt!
Ga ik ook zeker eens proberen te begrijpen : -)
Interessant en leuk onderwerp voor een Bachelorproef, Lucas! Ik zal het eens goed bestuderen ;-), maar binnen een paar dagen vertrek ik op vakantie, het zal allicht er na zijn. Succes met jouw examens!
Interessant werk Lucas!
Bedankt om te delen, ik ga het eens doornemen
Leuk dat je het deelt! En grappig om te lezen dat zelfs Magnus met zijn slimme ‘valsspeeltruc’ toch door de mand zou vallen.
Boeiend! En grappig dat de ‘controlegroep’ erin geslaagd is ongemerkt vals te spelen 🙂
Bedankt allemaal! Ja Jan, dat gevaar vermeld ik ook. Maar geef nu toe, Carlsen, Caruana, ‘family-man Giri’ en ‘Erigaisi die geen vlieg kwaad doet’, ze zien er zo onschuldig uit😉. Ik heb hun boxplots afzonderlijk ook vergeleken (niet in het thesis) en die zijn quasi identiek met enkel kleine ‘verschuivingen’ door verschil in sterkte of speelstijl. Zo is Carlsen bijvoorbeeld iets nauwkeuriger en Giri iets sneller in de eerste 10 zetten.