De Cairns Cup, mocht u dat na de vier voorgaande edities nog niet weten, is het vrouwelijke equivalent van de legendarische Sinquefield Cup bij de heren. Zoals die laatste de naam draagt van schaakmecenas Rex Sinquefield, de grote bezieler van de Saint Louis Chess Club, is de eerste genoemd naar zijn vrouw, Jeanne Cairns, al evenzeer ijverend in schaakzaken, en meer bepaald om het damesschaak een trapje (of meer) hoger te tillen. In een recent interview merkte ze op dat de VS 111 GM’s telde, d.i. 110 mannen en slechts één enkele vrouw, m.n. Irina Krush. Ze zag er op korte termijn wel twee bijkomen, te weten Anna Zatonskih en Carissa Yip, maar meer is welkom en in wezen broodnodig. De Cairns Cup kan daarbij helpen.
Met de 5de editie is de Cairns Cup aan haar eerste lustrum toe. Zoals altijd, of zoals bij de heren in de Sinquefield Cup, gaat het om (wereld)topniveau. Dat de top 4 (overigens helemaal Chinees: Hou, Ju, Lei en Zhu) er niet bij was, deed weinig afbreuk aan de sterkte van het deelnemersveld: nrs. 5 en 6, Tan (alweer Chinees) en Humpy (aka Koneru), waren er wel, en verder ook de nrs. 10-13, Assaubayeva, (Mariya) Muzychuk, Dzagnidze en Harika (aka Dronavalli), nrs. 19-20, Kashlinskaya en Batsiashvili, en ten slotte het Amerikaanse duo Yip (nr. 28) en Lee (nr. 57).
Over die laatste (en laagste) twee toch even dit. IM Carissa Yip is 21 en drievoudig Amerikaans kampioene. In 2021 won ze met 8,5/11 en versloeg ze al doende 4 voormalige Amerikaanse kampioenes. In 2023 won ze met dezelfde cijfers en in 2024 haalde ze het opnieuw, na een Fischeriaans begin met 8/8, waarna ze nog maar een halfje scoorde, om weer op 8,5/11 te eindigen. Alice Lee kan nog niet eveneel fraais voorleggen, maar dat is weinig verrassend, want het lieve kind is amper 15 lentes. Ze werd al twee keer 3de in het Amerikaans kampioenschap, en heeft een heleboel “jongste om …”-records op haar naam. Ongetwijfeld, haar best is yet to come.
Dat ik die twee even vooraf in de verf zet, heeft een goede reden. Laagste ELO’s of niet: het zijn net deze jongelui die op 1 en 2 zullen eindigen en hun meer gerenommeerde tegenstandsters allemaal het nakijken geven. Ze doen dat elk op hun eigen manier. Tiener Lee begint met een zuivere 2/2 en blijft het hele tornooi aan de leiding of in de onmiddellijke buurt daarvan, Yip start redelijk desastreus met 0,5/2 maar plaatst wat later een 4/4 die haar naar de 1ste plaats katapulteert (met dank ook aan het falen van enkele concurrentes), een halfje vóór Lee. In de laatste ronde komen beiden tegen elkaar uit. Een remise zou volstaan voor Yip, maar als Lee al snelenkele suboptimale zetten doet, lijkt er meer in te zitten. Alleen laat de jongste zich niet zomaar kisten en weerstaat ze de zware druk tot de 98ste zet, wanneer Yip ten slotte in remise berust. Een en ander niet zonder wederzijdse vrolijkheid, ondanks de lengte van de partij.
Bij “het falen van enkele concurrentes” van daarnet kijken we in de eerste plaats naar Humpy. Die stond na 5 ronden samen met Harika en Lee aan de leiding en werd zelfs de enige koploopster in ronde 6, waarin ze Harika versloeg en Lee verloor van Assaubayeva. Daarmee kwam Kashlinskaya op de 2de plaats, voor Harika, Yip en Lee. Daarna ging het echter finaal mis voor Humpy. Eerst verloor ze van Yip, die haar 4/4 aan elkaar aan het rijgen was, dan ging ze ook de boot in tegen Batsiashvili, en in de slotronde moest ze ook de duimen leggen voor Muzychuk. Een gedeelde 4-7de plaats was het teleurstellende resultaat. Ook Harika en Kashlinskaya hadden een tijdje zicht op een uitstekende eindscore, maar enkel de eerste kon dat voldoende waarmaken, met een ongedeelde 3de plaats. Kashlinskaya moest vrede nemen met een plek in het pelotonnetje van 4-7, na een 0,5/3 in de laatste drie ronden.
De andere deelneemsters zijn, zeer oneerbiedig gezegd, de aandacht niet echt waard, d.i. konden nauwelijks hun stempel drukken op de verhoopte gang naar eremetaal. Het meest teleurstellend in dat opzicht was de prestatie van Tan, het hoogste ELO nota bene en ’s werelds nr. 5, die erin slaagde om niet één keer te winnen en twee keer verloor. Met 3,5/9 en een TPR van 2395 (ELO 2546!) bleef ze zwaar onder de verwachtingen, maar naar eigen zeggen zat de verloren WK-kamp tegen Ju haar nog in de benen. Ook van Assaubayeva en Dzagnidze mocht ELO-gewijs op iets meer gerekend worden, maar met 50% konden zij de schade wel enigszins beperken.
Tot slot. Met haar eindzege behaalt Yip haar tweede GM-norm, en daarmee worden de woorden van Jeanne Cairns (zie boven) al bijna bewaarheid. En dat van Lee ook nog wat verwacht mag worden, gelet op haar nog piepjonge leeftijd, is de evidentie zelf, al moet ze het voorlopig nog doen met de titels IM en WGM. Ze was overigens één van de drie jongste IM’s ooit (op 13 jaar, samen met Judit Polgár en Kateryna Lagno). Plus est en elle!