Qua ELO was DT Leuven (DT = dolle toren, met spelling heeft de afkorting niets te maken) ongeveer even sterk als ons team. De 3-3 einduitslag mag dan ook billijk worden genoemd, al verliepen niet alle partijen evenwichtig.
René (1) moest een eindspel verdedigen met 2T en slechte loper tegen 2T en een sterk paard, met bovendien een achterbleven pion. Hij verloor die pion en ging na ruil en afwikkeling een op het eerste gezicht verloren toreneindspel in. Daar toonde René echter zijn grote ervaring en eindspelkennis, de partij werd remise.
Jan (2) moest heel wat tijd investeren om de finesses van de opening te doorgronden, al was het zijn tegenstander die op zet 14 afweek van de theorie. Zwart nam daarop het initiatief maar wit kon zijn zaakjes nog net bij elkaar houden. Na afwikkeling kwam er een eindspel met de zware stukken op het bord. Daarin werd het evenwicht nooit verbroken, tot zwart in tijdnood met zijn 39ste zet mistastte en zelfs nog onverdiend verloor. Balen heet dat.
Pascal (3) kwam, waarschijnlijk zonder het zelf goed te beseffen, via via in de doorschuifvariant van het Frans terecht, maar met de witte loper van zwart buiten de keten. Goed voor zwart, zou je dan zeggen, maar wit vond met creatieve zetten genoeg tactische complexiteit om zijn tegenstander de dame afhandig te maken tegen toren, loper en centrumpion. Alles was vanaf dan mogelijk, maar het werd wel remise. Aangezien het de laatste partij van de avond was, was daarmee ook het matchpunt verzekerd.
Dries (4) stond naar eigen zeggen paraplu na de opening, vocht zich terug in de stelling en stelde zich dan wijselijk tevreden met remise.
Luc (5) trok al gauw op koningsjacht. Jammer genoeg zagen we niets van die aanval, behalve toen de rook opgetrokken en de winst binnen was. Meteen het eerste punt van de dag.
Invaller Quinten (6) maakte een solide remise. Ook daar zag uw verslaggever helaas niets van, maar qua resultaat: prima!