Borgerhout, dat achter ons stond in het klassement, had er alles voor over om voor ons te geraken: ze versterkten hun ploeg, lieten de toegangswegen openbreken, en verrasten ons met een verwarming die werkte; en het moet gezegd, het hielp.
Op bord 1 speelde Bart een degelijke partij; zijn tegenstander trok nogal roekeloos voorwaarts met Gerry en Harry wat op een wederzijdse ontbloting van de koning uitdraaide; Bart was sneller in het inpalmen van de opengekomen lijnen en stond al meteen gewonnen, maar in een bange-schrik-moment weigerde hij de winnende zet Dh7-h2 uit te voeren, en het werd, jawel, remise.
Dries op 2: “Wit had heel de partij een klein ruimtevoordeel. Maar ik miste de tactische alertheid om dit om te zetten in iets concreet. In de wederzijdse tijdnoodfase werd het even wild en ontstonden er wel wat kansen die ik vakkundig de nek omwrong. toen de rook opklaarde was de stelling vrij dood en was remise het logische gevolg.”
Pascal op 3: “Ik koos er in mijn partij voor mijn koning in het midden te laten staan, in ruil voor een koningsaanval met de g- en h-pion. Veel kwam er niet terecht van die aanval, maar wit liet me wel toe een sterk paard te positioneren op e3. Wit moest er de kwaliteit voor geven waarna een heel complexe stelling ontstond waar ik in een waarschijnlijk betere positie en tijdnood voor een verkeerd stukoffer koos.”
Toen alle andere partijen al ten einde waren bereikte Nikolaas op bord 4 een toreneindspel met een pluspion (ik denk T6-T5). Zijn tegenstander had amper initiatief maar kon wel heel wat schaakjes geven. De stelling herleidde zich tot T3-T2 en verzandde uiteindelijk in remise. Het is nog steeds onduidelijk of er meer heeft ingezeten.
Tobias op 5: “Via een Engelse opening bracht wit een Koning Indische opening op het bord. Na de opening maakte wit enkele kleine foutjes, en zijn stelling implodeerde. Zwart leek de winst binnen handbereik te hebben, maar wit vond altijd nog net een enkele zet om zijn positie in leven te houden. Uiteindelijk ging er in het eindspel te veel materiaal af en bloedde de positie dood naar een remise.”
Luc op 6: “Mijn tegenstrever had het graag erg tactisch, en koos voor Benoni; ik ging er assertief op in, met een kwaliteitsoffer dat heel wat initiatief opleverde alsook een mooi loperpaar. Maar na diverse schermutselingen slaagde zwart erin de stelling terug ietwat te sluiten met een berensterk paard op d4; daarna won ik de kwaliteit terug om even later onvermijdelijk een stuk te verliezen. De resulterende D3-DL4 stelling was uiteraard kansloos.”
Al bij al viermaal remise en tweemaal verlies, dus een 4-2 nederlaag; we zakken één plaats in het klassement, we staan nu vierde, nog twee ronden te gaan.