18/10//09 Anderlecht 5 – SKOG 4 10-6
Bord 1 Wit: Julien Campeert (1958) – Zwart: Luc Patyn (1695) 3-1
Onze eerste IC ontmoeting op verplaatsing dit jaar, en meteen ook de vermoedelijk zwaarste, gezien een stevig ELO overwicht van Anderlecht 5. Niet uit verdwaalangst maar wel voor het vermaak onderweg hebben twee ploegleden hun GPS meegebracht, overduidelijk een prachtige uitvinding. Twee Hollandse madammen pretenderen de Brusselse straten en schaakclubs te weten liggen; na een tiental instructies “200m verder rechts” en soortgelijke, zegt plots de ene links, de andere rechts. We gaan rechtdoor en horen: “nog 100 meter en u hebt uw bestemming bereikt”. En dat laatste was juist. Subliem, met zulke logica gaan wij zeker winnen. Alhoewel. Mijn tegenstander heeft met 1909 ruim voldoende ELO en dat is er ook aan te merken; hij speelt degelijk, bouwt de zaak stevig uit, en overklast mij volledig. Mijn stelling verbrokkelt een beetje, veel initiatief wordt mij niet gegund, en ik zie al snel zeven pionnen op mij afkomen, stap voor stap, als een brede pletwals. Het heeft dan ook niet mogen zijn. Op de terugweg, bij gebrek aan radio, surf ik op de intergolven om al snel te vernemen dat we dan toch ergens gewonnen hebben: 59% neen, bij zo’n 35% opkomst. De bammerse betonboeren mogen hun zwanenzang inzetten. Luc.
Bord 2 Zwart: Dinko Giadrosic (1937) – Wit: Jef De Meyer (1678) 3-1
In een damepion opening verlies ik na 12 zetten een pion. Geen dramatisch gegeven want de openlijn wordt vlug een sterk wapen voor een van mijn torens. Ik kan blijvend druk uitoefenen op de koningsvleugel en dacht mijn pion met voordeel terug te winnen, maar zwart “schwindelde” zich uit de problemen. We komen uiteindelijk in een eindspel terecht waar wit 4 pionnen op de damevleugel en 1 pion op de koningsvleugel heeft plus een loper op de witte velden. Zwart heeft 3 pionnen op de beide vleugels en een sterk paard. Zwart heeft dus nog steeds zijn plus pion. De overmacht van zwart op de koningsvleugel wordt uiteindelijk doorslaggevend. Dan maar opgeven met veel pijn in het hart. Jef.
Bord 3 Wit: Fabrice Roblet (1627) – Zwart: Patrick Van Hecke (1657) 1-3
Openingszetten: 1)d4 – Pf6; 2)f4 – …. Dit heb ik in mijn schaakcarrière nog nooit meegemaakt. Als eerste conclusie stel ik dat alle lopers van zowel wit of zwart zich zeer moeilijk kunnen ontwikkelen in deze stelling. Op zet 10 offer ik er eentje tegen twee pionnen. Ik kon met die loper toch niets doen. Als compensatie verover ik het centrum en zet ik de koning in zijn blootje. De volgende tien zetten werken de witte stukken zo slecht samen dat ze uiteindelijk elkaar in de weg lopen. Met een dame, toren en een paard blaas ik uiteindelijk heel de witte stelling op. Het resultaat is mat op zet 21. Zo zou het elke keer moeten gebeuren! Patrick.
Bord 4 Zwart: Manuel Rando (1622) – Wit; Gert De Block (1652) 1-3
Wat een van mijn mooiste partijen ooit had kunnen worden ontaardde in een nachtmerrie. De opening was Frans maar al rap stond ik beter : beter ontwikkeld, twee centrale torens, twee lopers die zonder obstructie naar de zwarte koningsstelling keken en een dame die ik neerplofte op h5. Een offerfestijn volgde, de toeschouwers ook maar toen het tijd werd om te gaan oogsten maakte ik enkele mindere zetten waardoor de aanval strandde. Gisterenavond op Fritz geanalyseerd en er is nog meer aan het licht gekomen dan in de eerste (café-)analyse : gedurende een zet of tien een +2.50 tot +6.50. Rond 18.00 (toen het kalf eigenlijk al verdronken was) weigerde ik ook nog eens remise. Een namiddag om snel te vergeten ook al werden we hartelijk ontvangen door de Anderlechtnaren die ons zelfs trakteerden op taart. Gert.
PS: De ELO waarden tussen haakjes zijn deze die momenteel worden weergegeven op de KBSB lijst. Waarom er een verschil is met de ELO’s van de IC weet ik niet.