Een vermoedelijk haalbare tegenstander, zo dachten we, en ELO-gewijs (achteraf bekeken) had dat moeten kunnen kloppen, maar het bleek alweer optimistischer dan verhoopt. ((mja)) (zwart) op bord 1 zorgde alvast voor een behoorlijke start. In de ruilvariant van het Frans is hij wel thuis, maar zijn tegenspeler gaf geen krimp en dus werd het relatief spoedig remise. Die redelijke uitgangspositie ging vervolgens teloor toen Herman (wit) op bord 4 een Svesjnikov mismeesterde en zijn koning niet meer uit de gevarenzone wist te evacueren. Op het derde bord won Wout (zwart) vrijwel vanuit de (Londense) opening een pion, zij het niet compensatieloos voor zijn tegenstander, die fluks ten aanval trok op de koningsvleugel. Een sterk pionnencentrum vormde een goed tegengewicht en in het eindspel maakte Wout het mooi af. Alles hing dus af van bord 2, waar Tobias (wit) ook al de Franse afruil beproefde, maar enigszins verrast werd door een ongebruikelijk paardmanoeuver. Het was echter pas in het late middenspel dat hij een pion verloor, en de poging om het evenwicht te herstellen liep zelfs uit op stukverlies. Gelukkig (en onder tijdsdruk) hield zijn tegenstander het op safety first, en zo kwam het reddende halfje alsnog tot stand. 2-2, dus, het had wellicht beter gekund, maar ei zo na was het slechter. Niet te veel klagen, kortom, en er volgende keer weer tegenaan.