Vroeger waren we kraks, verzuchtte een deelnemer monkelend, en nu zijn we krukken. Dat viel nochtans best mee, gelet op wat die krasse knarren van dienst op het bord brachten dinsdag. In beide partijen van de avond – de clash Herman–Jan is een weekje opgeschoven – leek een Sämisch in de maak, maar dat was niet helemaal zo. Dat er telkens veel te beleven viel, was daarentegen wel helemaal zo. _LEESMEER_
in de praktijk brachten Patrick en Jan de meest authentieke Sämisch van de twee. Het werd een uitermate boeiend schouwspel waarin Patrick onvervaard zijn duivels ontbond op de koningsvleugel en Jan tegenspel nastreefde aan de andere kant. Het was de witte aanval die doorsloeg, zij het dat een foutje van zwart de zaak nog bespoedigde. Zo zie je maar: de ene week zit je vertwijfeld te weeklagen dat je geen aanval kunt afmaken of toch maar eens moet gaan leren hoe dat eigenlijk moet, de week daarna lever je een feilloze aanval mét afwerking af! En het is geeneens al Nieuwjaar …
De tweede Sämisch, tussen Guy en Carlo, begon met een voortijdig 3. f3, dat ook bekendstaat als Neo-Grünfeld of Anti-Grünfeld. Niet toevallig, want wit wou zwart niet in Grünfeldmodus laten komen. Op zijn beurt schudde zwart dan liever iets Koningsindisch uit de mouw. Het werd een soort Sämisch met Lg5 en het damepaard nog op c1, en binnen de kortste keren gingen beide partijen heel bewust in op een kansrijke dan wel riskante combinatorische afruil: ten koste van twee lichte stukken sloeg Carlo’s koningsloper in op b1, om vervolgens de toren op a1 te consumeren, en graaide hij al doende ook twee pionnen mee. Dat gaf een dynamisch (on)evenwicht, waarin de beide kemphanen ervan van uitgingen dat hun keuze de betere was. Uiteindelijk had zwart een dreigend pionnentrio op de damevleugel dat van de witte toren alle aandacht opeiste, en kon wit de zwarte koning opjagen met de lichte stukken maar, omdat de toren onbeschikbaar was, ook niet meer dan dat. Een figuurlijke patstelling, waarin zetherhaling er zat aan te komen. Remise dus, al doet dat woord geen recht aan de vol overgave getoonde strijdlust.
In de stand verandert er al bij al niet zoveel, maar wat verandert, is soms niet onbelangrijk. Het is alvast interessant dat, op twee na (Mart: 7, Patrick: 9), iedereen nu exact 8 partijen heeft gespeeld. Daarmee is het virtuele grotendeels omgezet in het reële: leider Herman heeft een half punt voorsprong op Jan, en een volledig punt op Carlo en Guy. Hij doet dus zonder te spelen een goede zaak, omdat die laatste twee een halfje prijsgeven. Grappig detail: ze mogen volgende week weer tegen elkaar, en tegelijk staat de deze week uitgestelde partij tussen Herman en Jan op het programma. Het regent topmatchen. In de middenmoot mist Jan de bijna-aansluiting bij het kwartet van (vooralsnog) ongeslagenen en onderaan springt Patrick over Benny. Ook daar staat men met een aantal op een kluitje, en blijft de strijd bijzonder spannend. Volgende week vier partijen, het maximaal mogelijke. Het aftellen kan gaan beginnen …