Een overijverige verwarming kon niet beletten dat er op de borden ook nog flink wat vuur werd gestookt. Voor de afwisseling werd er, op drie partijen, twee keer gescoord, en dat had zo z’n impact. Het aandeel remises zakte daarmee opnieuw beneden 60% (m.b. 58%) – ter vergelijking: reeks 1 komt aan 28%, reeks 3 aan 31% en reeks 4 aan 15%! – maar blijft buitensporig hoog. Resultaatgewijs lijkt het wel een clubje grootmeesters. Misschien moeten we straks ook play-offs (van rapid t/m Armageddon) invoeren? _LEESMEER_
Leider Herman ging Marts Sämisch niet uit de weg. Het was natuurlijk zaak om wit niet alle tijd van de wereld te geven om lang te rokeren en dan een pionnenstorm op de zwarte koningsvleugel te ontketenen, en dus hield Herman Mart zoveel mogelijk bezig, zodat die niet vlotweg tot z’n favoriete stelling kwam. Uiteindelijk rokeerde wit kort, en gingen in het centrum een aantal stukken in ruil op, zodat voor beide zijden nog weinig te ambiëren viel: ½-½.
De topmatch – nummers 2 en 3 – ging tussen Jan en Carlo. Eerstgenoemde had de Car(l)o-Kann verwacht en zich dus goed voorbereid, en lokte zijn tegenstander in de niet zo bekende en dus verraderlijke oorden van de Tweepaardenvariant. Mogelijk heb ik het gedroomd, maar ik dacht dat ik iemand in de latere uren nog hoorde zeggen: “Dat zou verboden moeten zijn, zo’n valkuilvariant te spelen zonder dat netjes aan te kondigen!” Hoe dan ook, Jan wist de zaak voortreffelijk af te werken, mede omdat Carlo voor het bord, in een stelling met nog veel hout maar aartsmoeilijk zicht op de te maken pijlen, niet altijd de beste voortzetting vond: 1-0.
Tot slot gaven Guy en Guy elkaar partij. Dat wit de damepion opspeelde, weerhield zwart er niet van om z’n vertrouwde Hippo van stal te halen. Edoch, deze keer kon het hem niet behoeden voor de nederlaag. Er werd aan weerskanten lang gerokeerd, maar de zwarte stelling kwam eerder en nadrukkelijker onder vuur, en toen stukverlies er bovenop kwam, zag Guy de bui hangen en legde hij zich bij de onvermijdelijke feiten neer: 1-0.
Wat de stand betreft, signaleren we eerst een niet onbelangrijk detail: een derde van het veld was bye, maar het hele kwartet der ongeslagenen kwam wel in actie. Met maar één remise en twee zeges/nederlagen zat het er helemaal in dat de voorste gelederen wel wat werden opgeschud. Achtte leider Herman zich nog tevreden met een remise met zwart, dan kon hij luttele ogenblikken later constateren dat 2/3 van de concurrentie een betere zaak deden: Jan sloeg het kwartet aan diggelen door Carlo z’n eerste nederlaag te bezorgen en nam prompt de eerste plaats over, zij het ex aequo met Herman, maar met betere tiebreak, terwijl Guy een halfje dichter kwam, en nog slechts een minimale achterstand heeft op het duo voor hem. Carlo, nog niet uitgeteld, maar toch even teruggeslagen, ziet zijn titelkansen wel gehypothekeerd: hij moet in de achtervolging op een drietal, en ze alle drie nog overtroeven wordt moeilijk.
Het voormalige kwartet is dus een trio geworden en dat bestaat dan weer uit een duo en een bijzonder naaste achtervolger. Zijn zij het die voor de titel spelen of zullen we, Bredero achterna, straks weer stellen dat “het kan verkeren”? Nog één partij voor de Kerst, Jan tegen Jan, en dan weten we hoe we het nieuwe jaar ingaan. Het zou me niet verbazen als dat laatste met véél goede voornemens geschiedt …