Het zomertoernooi zit erop en het podium is gekend! Zoals wel vaker het geval is in de formule van dit toernooi, helpt het om zoveel mogelijk deel te nemen. Als je dan nog een hoge rating hebt, dan helpt dat natuurlijk nog meer. Daniel had de voorbije weken op die manier een riante voorsprong opgebouwd en kon het zich deze week permitteren zich te concentreren op zijn partij in het toernooi van Brasschaat. Uiteindelijk wint hij het zomertoernooi met 4,5 punten voorsprong op Pascal en 5,5 op Jan die een week eerder zijn tweede plaats niet kon verdedigen. Een wedstrijd voor de tweede plaats zat er niet in, want beiden hadden eerder al tegen elkaar gespeeld. Het was dus kwestie van niets meer weg te geven en dat gebeurde ook. De top tien wordt vervolledigd met Herman (12,5), Wouter (12), Lucas (11,5), Carlo (11), Marc (11), Patrik (10,5) en Ronny (10). Opvallend: niet minder dat 52 clubleden deden minstens één keer mee aan het toernooi, wat een absoluut record is. We mochten ook enkele nieuwe gezichten verwelkomen.
Er werden gisterenavond enkele boeiende partijen gespeeld, daarom onderstaande stellingen:
UIt de partij Eeckeleers – Van Eester. Wit staat een stuk voor en zou dus op winst moeten staan. Zijn enige probleem is dat zwart eeuwig schaak dreigt (bv. 1. Kf2 Tb2+ 2.Kg1 Tb1+), tenzij hij bereid is zijn pion op h2 op te geven, waarna zwarts h-pion wel erg snel zou kunnen promoveren. Moet wit in remise berusten?
In de partij De Clerck – Brugmans is het voor wit wel heel fout gelopen. Zwart staat compleet gewonnen, maar wat is de snelste manier om het punt binnen te halen?
Ten slotte een stelling uit de partij De Smet – T’Sas, met de vraag of zwart (aan zet) met 1…b3 een stuk wint.
SPOILER. Om de spanning en vertwijfeling niet al te zeer op te drijven, vind je hieronder de oplossingen:
Eeckeleers – Van Eester: Na 1. Kf2 Rb2+ 2. Ke3 (de winstpoging) Rxh2 3. Rc1 Ra2 4. Kf4 Rxa3 5. Rc2 Rd3 6. Kxg4 Rxd4+ Kxh3 Rc4 blijft de stelling gelijk en lijkt het remise te worden. Al kan/moet het allemaal nog gespeeld worden.
De Clerck – Brugmans: Zwart wint in vier zetten na 1.Tab2 (om de penning op te heffen) en na een damezet op de eerste rij (anders is het meteen mat) volgt 2.Th2+ Kg1 3.Tag2+ Kf1 4.Th1+ en de dame gaat verloren, waar ze ook staat. Ook als wit daarbij beide torens wint, beslissen de zwarte vrijpionnen.
De Smet – T’Sas: 18. … b3!? lijkt de loper te winnen, maar wit heeft goed gezien dat de zwarte dame weinig velden heeft. Zwart hapt toe. 19. Be3 Qb5 20. c4 Qa5 21. Bxb3! Qxa1 22.Na3 Qxc1+ 23. Bxc1 en volgens de computer staat het gelijk. Zwart wist zijn stukken echter beter te doen samenwerken en won alsnog.