Twee leiders, één partij, één titel. Dat was deze week de inzet in Reeks 4. Gert en Maxim stonden samen aan kop met 7,5/11 en konden dus allebei nog reekswinnaar worden. Maxim had wit, wat hem een klein voordeel gaf, maar zoals wel vaker zegt dat niet alles. Gert vertelt het zo: “Ik dacht dat Maxim e4 ging open en wou hem verrassen door niet gebruikelijk te kiezen voor c5 of d5, maar e5. Maar Maxim was me voor en opende met d4. Hij had zich voorbereid op mijn gebruikelijk repertoire, Benko en Koningsindisch. Ik wist dat Maxim zich voorbereid had en koos voor de Nimzo set-up.” Anders gezegd: een partij vol verrassingen en na 25 zetten kwam deze stelling op het bord.
Wit speelde hier 26.Pf7 om een kwaliteit te winnen. Zwart heeft echter verder gerekend. Hoe bereikt hij een winnende stelling en daarmee ook reekswinst?
In Reeks 2 kon worden verwacht dat Philip tegen hekkensluiter Nick het volle punt zou binnenhalen, zeker toen er een pionneneindspel op het bord kwam waarin zwart bonusmateriaal had. Hij wist wel een vrijpion doorgang te geven op de damevleugel maar liet wel toe dat we witte koning op pionnenroof ging op de koningsvleugel en eveneens een vrijpion creëerde. Beide spelers promoveerden hun pion ongeveer tegelijk tot dame. Er volgden nog enkele schaaks, maar uiteindelijk werd de vrede getekend. Daardoor mag Philip zich nog geen reekswinnaar noemen en heeft Jan nog een waterkans om op gelijke hoogte te komen. Leuk detail: beiden moeten elk nog één partij spelen, met name tegen Herman.
In Reeks 5 heeft Lars een belangrijke gooi gedaan naar reekswinst door van Wim te winnen. Daardoor heeft hij nu een vol punt voorsprong op Valentyn die nog tegen diezelfde Wim moet uitkomen. Wint Valentyn, dan eindigen zowel Lars als hij met 8,5/11. In dat geval beslissen scheidingspunten over reekswinst. Alle partijen in de reeks moeten gespeeld zijn om daar duidelijk zicht op te krijgen.
In Reeks 1 won Daniel met wit van Tony. Wit kwam beter uit de opening en vond ook de juiste weg naar de zwarte koning, maar op een bepaald moment overzag hij zwarts tegenspel. Het kwam tot een afwikkeling naar een eindspel waarin zwart de kans miste om met pionwinst op voordeel te komen. Meteen werden de bordjes omgedraaid, want wit kon een sterke toren op de zevende rij posteren. Zwarts pionnenstructuur was verzwakt, zijn koning zat vast in zijn vesting en toen ook de witte koning zich met de zaak kwam bemoeien, was het over en out. Hieronder de cruciale stelling: wat moet zwart spelen?
In de andere partij, tussen Lucas en Dries werd het al na 14 zetten remise. Een salonremise was het zeker niet, getuige daarvan de volgende stelling:
Het ziet er niet zo goed uit voor zwart, hoewel hij in de analyse wist te vertellen dat dit soort stellingen niet ongewoon zijn in zijn repertoire. De vraag is: hoe zet wit het best voort om voordeel te behouden? In de partij leidde 8.Dg6?! tot zetherhaling 8… Lf6 11 9. Dxf5+Ke8 10. Dg6+ Kd7 11. Lc4 gxf4 12. Df5+ Ke8 13. Dg6+ Kd7 14. Df5+ Ke8.
Jeroen versloeg Patrik in Reeks 2, waardoor hij naar de derde plaats opschuift. Nog in deze reeks speelden Kiran, die al zeker was van reekswinst, en Sebastiaan remise. Er werd ook nog een partij gespeeld in Reeks 6. Wijnand won van Patrick. In de andere reeksen werd niet gespeeld/
In de eerste stelling zou ik 26. Qxg4+ gevolgd door 26 Rg3 Qxd4 en winst van 2 pionnen.
In de stelling Lucas Dries lijkt Lc4 wel interessant. Dreigt 2.Ld6+ Kc6 3.Df3+ Kb6 4.Pd5+ Ka5 5.b4+ Ka4 6.Pc3+ Ka3 7.Tb1 * 8.Tb3#
Na 1. … gxP volgt 2. Df5+ Ke8 3. Lf7+ Kf8 4.Le6+ Kd8 5. Df7#
Na 1. Pf6 volgt 2. Ld6+ Kc6 3.Df3+ Kb6 en omdat zwart nu met het paard d5 dekt, zie ik wel niet meteen een voortzetting voor wit…
En nog een aanvulling: de eerste scheiding is het onderlinge resultaat. Omdat Lars 1,5-0,5 scoorde tegen Valentyn, is hij daarom wél al zeker kampioen. Proficat Lars en Gert!