Vorige zondag was het weer zo ver. Ik bied mijn tegenstander een drankje aan, hij accepteert prompt. Maar eentje terug trakteren? Nee. De volgende drankjes mag ik braaf zelf betalen. En ook op het eind, wanneer elk zweem van dreigend concentratieverlies voorbij is, blijft het kurkdroog aan de overkant. Tja. Ineens bekruipt me de gedachte: hoeveel tientallen partijen heeft die kerel al ‘proost’ gezegd zonder er zelf eens eentje te betalen? Terwijl het best toeval kan zijn. _LEESMEER_

Het is niets nieuws, iedereen maakt het wel mee. Als je lang genoeg in het schaakwereldje meedraait, kun je het op de duur zelfs ruiken: nee, die houdt zeker de knip op de beurs, zelfs al betaal je eerst een volle fles whisky en wil je slechts een watertje terug. Zomaar, omdat je dorst hebt.

Aan de toog gooi ik mijn ergernis even op. Een van mijn clubgenoten valt spontaan in: ‘In Brasschaat is mij dat drie keer overkomen.’ Drie keer trakteren, merci en de kost. Afzuipers in het schaken, denk ik dan, bestaat dat dan echt? Het is moeilijk om het te geloven. Het hoort thuis in een bepaald soort cafés langs een bepaald soort wegen. Iemand anders zegt: ‘Je trakteert toch niet om teruggetrakteerd te worden.’ Dat klopt natuurlijk. Daar moet je het inderdaad niet voor doen. Maar waarom doen we het dan wel?

Ik denk er even over na. Je trakteert omdat je samen een paar uur een interessante sport gaat beoefenen waarbij je op amper 16 vakjes van 4,5 centimeter van elkaar verwijderd zit. En omdat je sociaal bent opgevoed. Of uit sympathie, want een jeugdspeler bijvoorbeeld heeft vaak niet eens geld bij zich. Dat weet je gewoon. ‘En toch is eentje terug trakteren een vorm van beleefdheid’, zegt iemand nog. Jawel, beleefdheid. Is het te veel gevraagd om een geste terug te verwachten? Of is zelfs op ons amateuristisch niveau de tegenstander de enige ware vijand, die je door uitdroging misschien zo ver kunt krijgen dat hij blundert?

Intussen spoel ik mijn ergernis weg op eigen kosten. Of op die van mijn clubgenoot aan de toog. We trakteren elkaar al jaren. Een lijstje met de volgorde waarin dat gebeurt, bestaat niet. Dat is ook niet nodig, het zou zelfs beledigend zijn. Het enige telraam dat we hanteren, is dat van de intuïtie. En na X aantal pinten zijn we ook daarvan de tel kwijt.

9 reactie op “Ik trakteer en jij trakteert niet”
  1. Ik ben niet zo’n voorstander van elkaar te bedienen met drankjes om volgende redenen (hoewel ik het ook niet heel vervelend vind) :
    1. soms neem je iets ook al heb je niet 100% zin in iets; soms kijkt men raar als je zegt dat je niks wil.
    2. met twee drankjes in je hand heb je soms problemen om een deur te openen en een verhoogd risico op ongelukken.
    3. het gedoe met koekjes, lepeltjes en suikertjes maakt herrie. In de ergste gevallen komt daar nog uitgebreid roeren en slurpen aan te pas. Een suikertje met een plof in je tas laten vallen kan in extreme gevallen spatten tot op het schaakbord. Het lepeltje laten vallen op het schoteltje is nog zo’n klassieker.
    4. slechts weinigen slagen erin om geruisloos een drankje uit te schenken; in 75% van de gevallen raakt de uitschenker de rand van het glas met de flessenhals met een al dan niet te pruimen compositie tot gevolg. Ook de wetten van Pascal, Gay-Lussac en Archimedes zijn slecht gekend want het gekolk bij het uitgieten van een drankje hoor je vaak tot de overkant van de zaal.

    Als ik zin heb in een xylofonist/vibrafonist luister ik wel naar Lionel Hampton.
    Besluit : ‘going dutch’ is nog het simpelste. Vooral om redenen die Jan hierboven aanhaalde.

  2. Het lijkt me idd niet beleefd dat je niet terug wordt getrakteerd, maar dat mag m.i. nooit iets zijn dat je bezig houdt tijdens de partij, laat staan dat je daardoor zou blunderen. In het slechtste geval betaal je immers één drankje teveel. Dat kan evengoed gebeuren tijdens een partij waar wel vlot over en weer wordt getrakteerd en het aantal traktaties oneven is.

  3. Het is elementaire beleefdheid, maar dat is a point of view. Niet iedereen is hetzelfde. Evenals het zich wel of niet storen hieraan, al dan niet publiekelijk. En niet iedereen zit ook in dezelfde situatie.

  4. Achter het bord vind ik het eerder een vervelende gewoonte elkaar te trakteren. Ik ga liever een drankje halen op het moment dat ik daar zin in heb. Nu zit je een beetje in een vervelende situatie, dat je éénmaal jij getrakteerd hebt moet wachten wanneer je tegenstander jou terug trakteert.

  5. Gewoon afschaffen, die verderfelijke gewoonte. Ik heb een zààlig tornooi gespeeld deze zomer in Riga : acht dagen nooit iets moeten trakteren !

  6. Yep. En dan soms elkaar nog lastig vallen in andermans bedenktijd. Ik vind het even laakbaar als remise voorstellen met een pion minder 🙂

  7. Als je elkaar trakteer, bespaart het jezelf en je tegenstandert 1 keer naar de toog to lopen. Indien hij je terugtrakteerd.
    Op zich een goed systeem als je lang moet aanschuiven of de toog ver verwijdert is van de speelzaal.

  8. Wout

    Maar dan moet je wel wachten tot jouw eerbiedwaardige tegenstander dit doet (en wat als hij dit niet doet)? Wat tijdsbesparing zie ik hier geen winst, immers tijdens een partij wandelen de meeste spelers wel eens rond in afwachting van een zet van de tegenstander. Ik sluit met aan bij gert en cd: afschaffen dat trakteren achter het bord doe dat liever achter (of voor?) de toog na de partij…

  9. Inderdaad!
    Het is een systeem dat enkel tijd bespaart indien het van 2 kanten komt en de tegenstander uiteraard niet extreem lang of kort wacht tussen 2 drankjes.

Een reactie achterlaten

Off topic reactie | Meld een fout/klacht | Gedragscode

Opgelet, je bent niet ingelogd. Je reactie zal mogelijk eerst moeten worden goedgekeurd door de webmaster vooraleer ze op de website verschijnt.

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *