Het slotakkoord beloofde in beide tornooien apotheotisch te klinken. En ja, hoor! We zetten een licht chronologische bril op, zodat het allemaal wat live-achtig overkomt.
OPEN, R11
Armenië nam tegen Spanje een optie op de eindzege, na een zege van Sargissian op Shirov en remises op bord 3 en 4. Op bord 2 stond het nog gelijk.
Oezbekistan begon met twee puntendelingen tegen Nederland: Abdusattorov–Giri en Van Foreest–Yakkuboev. Intussen stond hun 4de bord, Vakhidov, wel op winst.
India 2 startte goed tegen Duitsland, met winst op het 4de bord (Sadhwani–Nisipeanu: 1-0) en remise op het 3de (Svane–Praggnanandhaa: ½-½). Op het 2de bord leek ook Nihal op winst af te stevenen. India 1 zette intussen de VS op achterstand (Harikrishna–Caruana: ½-½, Erigaisi–Domínguez Pérez: 1-0), maar Shankland (tegen Narayanan) leek de bordjes gelijk te gaan hangen.
Voor Armenië volstond de ene zege van Sargissian voor winst tegen Spanje, want de laatste partij (Vallejo Pons–Melkumyan) werd remise. Tegelijk wist ook co-leider Oezbekistan tegen Nederland het laken naar zich toe te trekken, nadat Vakhidov het had gehaald van Warmerdam, terwijl Sindarov–Bok op remise eindigde. De twee leiders behielden dus hun positie, enkel het brons restte de overige pretendenten.
Voor India 2 zette Nihal inderdaad de kers op de taart met winst tegen Bluebaum, goed voor een 3-1 tegen Duitsland. Omdat India 1 en de VS gelijk speelden (Shankland hing inderdaad de bordjes gelijk) waren de jongste Indiase helden zeker van de bronzen medaille, een meer dan opmerkelijke prestatie.
De scheidingscriteria, m.b. criterium 2, dat ik niet eens probeer uit te leggen, gaven het GOUD overduidelijk aan Oezbekistan, en het ZILVER aan Armenië, al drie keer winnaar sinds het einde van de Russische dominantie. BRONS ging zoals gezegd naar India 2, en net buiten de prijzen vielen India 1, de VS en Moldavië (waar komen die plots vandaan?).
Twee bijzonder jeugdige teams in de top 3. India 2, met Gukesh, Nihal, Praggnanandhaa en Sadhwani, spant de kroon, maar Oezbekistan doet nauwelijks onder: Abdusattorov en Sindarov zijn leeftijdsgenoten van de Indiase knapen, Yakkuboev en hun 5de speler zijn hooguit enkele jaren ouder. De machtsgreep van de jeugd is minstens ingezet.
De Belgische heren eindigden met een nipte nederlaag tegen Oostenrijk. Dardha, Maerevoet en Lenaerts speelden remise, Hovhannisyan verloor. ELO-gewijs helemaal niet slecht, trouwens. Nog wat statistieken en/of cijfers: Dardha scoorde 6/11, Docx 5,5/9, Maerevoet 6/10, Lenaerts 3,5/9 en Hovhannisyan 2,5/5. België begon als nummer 50 en finishte op 54. Dat kun je wel spot on noemen.
Er zijn traditioneel ook nog bordprijzen. Niet verwonderlijk ging die voor bord 1 naar Gukesh, voor Abdusattorov en … Carlsen.
DAMES, R11
Een dramatische ontknoping heet zoiets. Leider India was het eerst klaar, maar kon het goud vergeten: Koneru en Vaishali behaalden wel remises, maar de Amerikaanse dames wonnen met 1-3 dankzij zeges van Yip tegen Sachdev en Abrahamyan tegen Bhakti. Op dat moment stond Oekraïne 2-1 voor tegen Polen, na winst van Mariya Muzychuk tegen Kashlinskaya, terwijl Azerbeidjan en Georgië elkaar nog in evenwicht hielden. Als die twee confrontaties geen winnaar zouden opleveren, kwamen (ten minste) al deze teams uit op een gedeelde 1ste plaats, en zouden de (als u het mij vraagt: ingewikkelde) scheidingscriteria de medailles toewijzen.
Zover kwam het niet. Oekraïne maakte het af door een tweede overwinning, nu van Ushenina tegen de uitgerekend tot dan onklopbare Kiolbasa (9+, 1=). En Georgië haalde het van Azerbeidzjan met zeges van Batsiashvili en Arabidze. Beide winnende teams wipten dus over India en konden door niemand nog worden bijgebeend.
Ook hier moesten de scheidingscriteria uitsluitsel bieden: Oekraïne GOUD, Georgië ZILVER en India, gedeeld 3de met de VS en Kazakstan, toch nog BRONS.
De Belgische dames mochten eindigen tegen Kenia én in schoonheid: Goossens stond wel een halfje toe, maar Vanduyfhuys, De Rycke en (Wiebke) Barbier pakten telkens de volle buit. Indivdueel gesproken scoorde Goossens 5/9, Vanduyfhuys 5,5/9, De Rycke 7/9!, Wiebke Barbier 3/8 en Astrid 6/9. Vrij normale prestaties meestal, maar De Rycke springt er wel uit, met 83 ELO’tjes winst. België begon als nummer 49 en werd uiteindelijk 43ste. Heel mooi!
Ook hier een bordprijs vermelden. Op bord 1 was Pia Cramling de winnares, voor Eline Roebers en Abdumalik. Op bord 3 excelleerde Kiolbasa, 9+ op rij dan 1= en 1-.
En dan kunnen we nu al beginnen uitkijken naar de volgende Olympiade, over twee jaar in … (iets voor SKOG, iemand?)
Correctie: bordprijs op bord 1 bij de dames was voor Pia Cramling EN Eline Roebers. Ik lees vandaag dat ze gedeeld eerste waren in deze categorie (en niet dus 1 en 2). Een prestatie die kan tellen, zowel voor oude maar kranige glorie Cramling als voor de 15 of 16-jarige Roebers, die alvast een indrukwekkend visitekaartje heeft afgegeven. Daar horen we nog van!
Pia Cramlin , oude maar kranige glorie.
Destijds in Wijk aan Zee ontmoet, circa 1980 in de tijd dat er nog meerdere Zweedse meisjes deelnamen. Zelf was ik toen begin 30. Zij was toen 17. Oud, dan denk ik meer aan mijzelf (nu bijna 75) maar nog niet aan Pia, nu 59 .Kranig , d
vervolg Wijnand: kranig, dat zeker wel ! Zou ze nog steeds de sterkste zweede schaakster zijn ?
Wijnand, Pia Cramling is met ELO 2454 nog steeds los de beste Zweedse schaakster. Ze is de oudste nog actieve vrouwelijke grootmeester. Ze doet nog steeds beter dan haar dochter Anna, die een schaakhit is op Twitch en Youtube.