Begin jaren dertig was de Belgische schaakelite grotendeels nog dezelfde als tien jaar tevoren: Colle, Koltanowski, Soultanbeieff en Dunkelblum. Maar dan begon er in het Brusselse iets te bewegen. Vier jonge spelers bestormden de nationale top: Dyner, O’Kelly de Galway, Van Seters en, ons onderwerp voor vandaag, Paul Devos; een naam die nu bijna vergeten is, maar wel tweemaal de hele schaakwereld rondging.
Devos werd in 1911 geboren — in Roemenië, nota bene, maar van Belgische ouders. Begin jaren dertig begint zijn naam te verschijnen in ’s lands schaakrubrieken. De eerste paar jaar staat die naam gewoonlijk vanachter, maar in 1933 begint dat te veranderen. Op het Belgisch kampioenschap wordt hij tweede en hij wordt geselecteerd voor het olimpiadeteam. Op het vierde bord breekt hij geen potten: 4½ op 14.
Drie jaar later, in 1936, wint hij een klein internationaal toernooitje in Brussel met 7 op 8. Het jaar nadien begint hij dan ook als één van de favorieten aan het nationaal kampioenschap — en zie: hij deelt de eerste plaats met O’Kelly de Galway. Een beslissingsmatch wordt georganiseerd en de eerste partij daarvan maakt Devos voor de eerste maal onsterfelijk. In de volgende stelling heeft hij zwart. Hoe maakt hij het af?
Uiteindelijk eindigt deze tweekamp ook op een gelijk spel. Er zijn sporen dat er nog een tweede beslissingsmatch gespeeld en door O’Kelly gewonnen zou zijn, maar overtuigend bewijs heb ik niet.
Tijdens de tweede wereldoorlog valt het schaken bijna maar toch niet helemaal stil. In het BK van 1941 slaagt Devos erin om de titel te veroveren met 7/9, een half punt voor grote rivalen O’Kelly en Van Seters. Eind 1945 wint hij het kampioenschap nog eens. Of eigenlijk: hij wint de kampioenschappen. De Belgische bond was namelijk begonnen met twee kampioenschappen te organiseren: één voorbehouden voor spelers met de Belgische nationaliteit en één dat openstond voor buitenlandse leden van de bond.
Als het internationale schaakleven langzaam terug op gang begint te komen, krijgt Devos als Belgisch kampioen een paar uitnodigingen. Maar het wordt geen succes. In Hastings deelt hij de laatste plaats, in Londen de voorlaatste, in Baarn ook de voorlaatste. Maar in 1948 gaat zijn naam voor een tweede maal de wereld rond. In Baarn wordt opnieuw een klein internationaal toernooitje gehouden en, ondanks zijn weinig overtuigend resultaat van het jaar tevoren wordt Devos terug uitgenodigd. In de laatste ronde betaalt hij het vertrouwen terug met een verschroeiende aanval tegen de oprichter van de tijdschrift Chess. Geniet mee van de prachtige paardenmolen:
In 1950 is hij lid van het nationale team dat op de olimpiade in Dubrovnik 6de wordt — ongetwijfeld het beste resultaat dat België ooit gaat halen. Maar dan verdwijnt hij plots van het toneel. Bijna twee decennia lang blijft het stil rond Devos. Dan verschijnt hij plots terug. In de interclubs verdedigt hij één van de topborden van de Colle Academie die toen in eerste klasse speelde. Maar toernooien speelt hij nauwelijks meer en de nationale schaaktop bereikt hij niet opnieuw. In 1981 overlijdt hij.
Devos werd door de Belgische Schaakbond tot nationaal meester benoemd, maar een FIDÉ-title heeft hij nooit gehad. Een kort overzicht van zijn belangrijkste ereplaatsen:
- BK, Brussel 1933: 2de met 5/7, ½ achter Dyner.
- GJÉB internationaal kampioenschap, Brussel 1937: 1ste met 7/8, 2½ voor O’Kelly de Galway.
- BK, Brussel 1937: gedeeld 1ste met O’Kelly de Galway met 7½/10.
- BK, Brussel 1941: 1ste met 7½/9, ½ voor O’Kelly de Galway en Van Seters.
- BK, Gent 1945: 1ste met 6½/9, ½ voor Barzin, Lemaire en Van Lennep.
- Belgisch bondskampioenschap, Brussel 1945: 1ste met 7/9, ½ voor Soultanbeieff.
- Match met Soultanbeieff, Brussel 1946: Gewonnen met +2,-1,=3.
- Internationaal toernooi, Maastricht 1946: Gedeeld 2de met 5½/9, 2 achter (voormalig wereldkampioen) Euwe.
- Philidor 1847 jubileumtoernooi, Leeuwarden 1947: Gedeeld 2de met 4½/7, ½ achter Golombek.
- BK, Brugge 1948: 1ste met 7/9, ½ voor Dunkelblum.
- Allerheiligentoernooi, Brussel: Gedeeld eerste Dunkelblum, O’Kelly de Galway en Van Seters met 1½/3
- Kampioenschap van Brussel, Brussel 1949: 1ste met 7½/8, 1½ voor Willaert en Jerochov.
- Paastoernooi groep B, Brussel 1950: gedeeld 1ste met Cortlever met 2/3.
- Match met Lemaire, Brussel 1950: Gewonnen met +2,-1,=1.
Daarnaast speelde hij voor het nationale team in twee olimpiades alsmede vriendschappelijke matchen tegen Nederland, Frankrijk, Luxemburg, Zwitserland en Joegoslavië.
Dxf2 gaat inderdaad mat… mooi!