Onze 3-1 overwinning was meer dan verdiend en Humbeek mag eigenlijk nog blij zijn dat ze niet met meer de boot zijn ingegaan. Jan speelde opnieuw sterk. Zelf was ik ook in vorm. We mogen dus gerust zeggen dat het vertrouwen in onze ploeg goed zit. Voor onze volgende tegenstander, Zottegem 3, één van de gedoodverfde favorieten (al staan zij wèl 5 punten lager) zullen we onze beste inzet moeten tonen.
Bord 1 : Viaene Jan (1823) – Roels Louis (1767)
Commentaar door Jan Viaene
De tegenstander probeerde een Aljechin verdediging te spelen zonder de zet d7-d6. Resultaat was dat hij mat ging op zet 35 terwijl zijn loper nog steeds dapper op c8 zijn pion op d7 verdedigde. Een gezellig partijtje , mooi voorbeeld om aan de kinderen te bewijzen dat het echt nodig is dat alle stukken moeten meespelen….
1 – 0
Bord 2 : Van Steenwinckel Iris (1758) – Verheyen Quinten (1746)
Deze keer geen Frans, maar de Caro-Kann Panov-Botvinnik variant. Beide spelers vochten om het centrum (d4, Pe5), maar wit speelde iets te overmoedig door met f4 wit’s koningsvleugel te verzwakken en zwart’s loper vrij spel te geven op de a7-g1 diagonaal. Zwart maakte hier goed gebruik van, won de d4-pion met een schijnoffer en stond hierna duidelijk beter. De aanval op de witte koning kende geen problemen, integendeel, we zagen nog een spectaculair einde waar zwart zijn dame en torens in liet staan om met een matval de winst te verzekeren.
0 – 1
Bord 3 : Verhulst Nikolaas (1736) – Roosen Stefan (1721)
Commentaar door Nikolaas Verhulst
Ik kwam weer erg fraai uit de opening met een erg sterke aanval. Ik speelde het echter veel te passief waardoor mijn tegenstander de stelling niet alleen in evenwicht bracht maar even later zelfs een pion won. Hij stelde dan remise voor, wat ik maar heb aangenomen.
1/2-1/2
Bord 4 : Van Steenwinckel Hugo (1707) – Verhulst Tobias (1723)
Commentaar door Tobias Verhulst
In een Schotse opening koos zwart voor een ongebruikelijke opstelling met O-O-O gevolgd door Kb8. Hierdoor kreeg wit tijd om een sterk centrum op te bouwen. Zwart viel het centrum aan met d5 waarop wit doorschoof met de e-pion. Hierdoor sloot wit echter zijn zwarte loper op, terwijl de witte loper van zwart juist veel ruimte kreeg op de koningsvleugel. Wit probeerde deze loper naar een passievere positie te jagen door middel van 20.h3. De partij eindigde abrupt na 20…Lxh3 21.gxh3 Dxh3+ en remise door eeuwig schaak. Wit kon nog wel met de dame het schaak opheffen, maar dan kon zwart de loper terugpakken waarna hij twee pionnen meer zou hebben.
1/2-1/2