Andrej had de makkelijkste partij : hij kwam actief uit de opening, ten koste van een pion. Hij stelde het rokeren uit maar koos zelf voor de aanval op de gerokeerde witte koning (h7 – h5 – h4, hmmm). Dat loonde want zijn tegenstander speelde onvoorzichtig het paard op g3 weg en werd pardoes op zet 18 mat gezet met Dxg2 !
Erik speelde een solide partij met zwart tegen Paul. Hij kon de meeste lichte stukken ruilen en kwam op het einde zelfs wat beter te staan, maar onvoldoende met alleen nog zware stukken op het bord. Remise dus…
Wim kreeg even het initiatief na de opening maar bereikte niets en de zwartspeler die voor een koningsindiër koos, drong uiteindelijk de damevleugel binnen (moet die niet op de konigsvleugel proberen door te breken ?) en maakte het Wim knap lastig. In beider tijdnood wist Wim de ultieme redding te vinden met een eeuwig schaakmanoevre.
Jeroen speelde de partij van de come back. Wanneer zijn tegenstander dreigt een pion te winnen, kiest hij om een kwaliteit te geven in ruil voor een pion. Dan ontstaat een lange laveerperiode waarbij de zwartspeler met zijn extra toren weiinig bereikt. Jeroen weet zijn extra pion tot op de 7de rij te brengen, heeft zijn koning zeer actief tot op de 6de rij gebracht en plots verliest zwart helemaal het noorden : er dreigt promotie, mat, eeuwig schaak of stukwinst… en dat in een gewonnen stelling. Hij offert de kwal terug en Jeroen mag uiteindelijk het toreneindspel spelen met een pion méér, maar nipt onvoldoende om zelfs nog te winnnen. Vreemde partij.
Halfweg zag het er naar uit dat we niet verder zouden komen dan 9 – 7. Uiteindelijk winnen we met de omgekeerde score ! Proficiat, mannen.