02 November 08: SKOG 4 – Brussels 4 3 – 1
Bord 1 Wit: Pattyn Luc (1715)– Zwart: Ronse Yvan (1401) 0 – 1
Na dubbele OO zocht Z het eerder in het centrum, en speelde W op koningsaanval, met DLL op g7, h7 en h6 gericht. Wit stond beloftevol maar vrij plots stonden de Z DL op de a8h1 diagonaal, en na een verkeerde verdedigingszet, een blunder eerste klas, moest W een L geven en de D ruilen om te overleven, waarna Z het in de kortste keren vakkundig uitmaakte. Sorry mannen, ’t wordt duidelijk tijd dat ik een tandje bijsteek. Luc.
Bord 2 Zwart: De Block Gert (1701) – Wit: Nica Radu-Catalin (1380) 1 – 0
Spelen tegen Brusselse ploegen is onvoorspelbaar ; soms sturen ze kinderen op je af die een paar weken tevoren de regels kregen aangeleerd, een andere keer krijg je ervaren krokodillen op je bord. Brussels 4 stond laatste in de stand maar na twee ronden betekent dat niets, hielden we onszelf voor in een poging de concentratie te bewaren. Ik moest tegen Nica Radu-Catalin, een man met Albanese, Tsjechische of Roemeense traceerbare wortels gok ik. Er stonden enkele diakritische tekens in zijn naam vandaar. Het moderne uurwerk van de man, groot genoeg om een mini-Fritz in te verbergen, sprong meteen in het oog. Ik liet me er echter niet door afleiden (leuk voor de man dacht ik — ik betaal zelf nooit meer dan 5 euro voor een horloge) en trok serieus van leer. 1. e4 c6 2. Lc4 lijkt mij daarvoor nogal uitnodigend. De partij ontwikkelde zich algauw tot een slugfest omdat de Brusselaar het riskeerde de dame al te vroeg in het spel te brengen. Als een cat on a hot tin roof moest hij op de vlucht en bleef te lang onontwikkeld achter. Dat de partij dan toch nog 40 i.p.v. 20 zetten duurde was te wijten aan mijn ongeduldige speelstijl. Ik was wellicht nog in trance van een heel weekend sparren hakken. Een techniek die ik moet verfijnen want niet elke hak is een halve tak of hak ik terwijl de tak al doormidden is. (gdb)
Bord 3 Wit: De Meyer Jef (1652) – Zwart: Drabkin Sacha (1222) 1 – 0
Nog een beetje in de roes van mijn eerste winstpartij van dinsdag tegen Marcel, startte ik andermaal met een “damepion opening.” Gezien het grote ELO verschil vandaag , was ik er vast van overtuigd dat mijn tegenstander vroeg of laat in de fout zou gaan. Op zet 17 van mijn opponent, was het bingo voor wit. Zwart liet dameruil toe, waardoor tevens mijn tweede paard en de witte loper van zwart van het bord verdwenen. Met deze nuance, dat ik met een tussenzet van mijn afscheidnemende “Lippizaner” nog een pionneke kon meepikken. Pion winst voor wit, zonder compensatie voor zwart (eerste remise voorstel van zwart). Nu op zoek naar het juiste moment om over te schakelen naar een pionneneindspel. Een eerste aanzet tot mijn plan, gebeurde op zet 25. Zwart ruilde andermaal fout af. Hij dreigde een koningsaanval te kunnen beginnen, maar dit was maar schijn. Zwart creëerde wat wind maar geen storm. Door dit manoeuvre bekwam ik na enkele zetten een gedekte vrijpion. Prompt volgde een tweede remise voorstel van zwart (Vriendelijk afgewimpeld). Toen ook de torens van het bord verdwenen, bleef er een stelling over voor “stap 2” denk ik, met als thema “Wit speelt en wint”. Mijn tegenstander bleef doorspelen tot ook hij zag, dat er een mat in 1 aankwam. Dan toch maar opgegeven i.p.v. mat te laten zetten, moet hij gedacht hebben. Ik neem het mijn tegenstander niet kwalijk, gezien zijn jeugdige leeftijd. Jef.
Bord 4 Zwart: Van Hecke Patrick (1573) – Wit: Piffet Julien (1181) 1 – 0
Vandaag spelen we tegen Brussels thuis. Ik vind het wel tof om samen met alle SKOG ploegen thuis te spelen in een vertrouwde omgeving. Ook zijn er bij de gastspelers nog vroegere vrienden van mij. Het beloofd dus een prachtige middag te worden. Helaas, ik heb pech. Mijn tegenstander, met wit, kiest voor een saaie, conservatieve partij. Na twee uur zijn er dertien zetten gespeeld. Bovendien val ik niet alleen in slaap, de klok doet het ook. Gelukkig blundert mijn tegenstander en op zet 18 krijg ik een ‘cheval blanc’ cadeau. In een korte droompauze hoor ik Louis Armstrong’s ‘what a wonderful world’ in mijn achterhoofd. Op zet 39 win ik zeer rechtvaardig met de tijd. Patrick.
De ploegkapitein stelt vast en vraagt zich af:Wij staan aan de leiding in onze reeks… hoekandana?!
SKOG 4.