10/01/10 SKOG 4 – Brasschaat 4 11-4
Bord 1 Wit: Luc Pattyn (1671) – Zwart: Paul Beckers (1454) 2-2
Sneeuwremise. Luc.
Bord 2 Zwart: Jef De Meyer (1655) – Wit: Cees Boersma (1454) 3-1
Na een Dame- Indische opening met veel afwijkingen (geen blunders) kwam ik in een middenspel terecht met gelijke kansen voor beide spelers. De dames, een wit en zwart paard waren intussen van het bord verdwenen. Op zet 20 ruilde wit zijn zwarte loper voor mijn overgebleven paard en was tevens zo vriendelijk om zich met een achtergebleven pion op te zadelen. Ik rook mijn kans. Drukken op de zwakke pion en diagonalen openen voor mijn lopers. Mijn opzet lukte. Wit kon nog enkel aan verdedigen denken. Uiteindelijk verstrikte hij zich in zijn eigen verdediging. Het kostte hem een stuk en de partij. Jef.
Bord 3 Wit: Van Hecke P. (1637) – Zwart: Hilde Berghs (1502) 3-1
Weer of geen weer, vandaag spelen we de eerste IC wedstrijd van het jaar. Op het menu staan zes ploegen van SKOG tegen Brasschaat. Op papier heeft onze ploeg het gemakkelijk. Als we dan op bord vier een forfait cadeau krijgen zitten we al vanaf de eerste minuut op rozen. Mijn tegenstreefster, Hilde Berghs, is echter geen gemakkelijke. Op zet 6 en 8 blaast ze mijn centrum op en wint twee pionnen. Dat brengt me toch wat ruimte en een open D- lijn op. Van hieruit wint mijn loper op zet 18 een kwaliteit en ook de partij. Patrick.
Bord 4 Zwart: Gert De Block (16392) – Wit: 3-0 FF
Gonzo-stijl zou ideaal zijn om mijn verslagje te maken omdat er weinig te rapporteren valt aangezien ik niet moest spelen wegens forfait van de Brasschaat-speler. Nochtans had ik uitgekeken naar mijn duel tegen Hilde Berghs, een dame waartegen ik in het laatste Brasschaat Open een spannende partij beslechtte. Een chronologisch overzicht van mijn zondagnamiddag begint bij de helse weersomstandigheden die ons kleine landje nu al weken teisteren – het mag ongeveer een wonder heten dat de internetconnecties niet uitvallen – en de daaruit voortvloeiende aangepaste planning. Het idee rees om met vrouw en kind een wandeltocht te maken richting Mortsel via de idyllische Drie Eiken- en Oude Godstraat. De sneeuwvlokken dwarrelden ongegeneerd naar beneden en maakten al het schilderwerk aan zebrapaden tijdelijk nutteloos. Eenmaal aangekomen in de Marc Liebrecht Schouwburg, na een aantal keer zijn vastgereden met de buggy in sneeuwophopingen, beslisten we om de miserie weg te spoelen met een warme chocomelk. Daar bereikte me de tijding – gemeld door een zich bijna verontschuldigende Jan T’ Sas- dat ik niet moest spelen wegens een forfait. Een beetje ontgoocheld was ik wel maar plan B bleef overeind : het BK Cyclocross in Oostmalle. Sven Nys toonde zich de sterkste na alweer een race van ronden lang achtervolgen voor een aantal Van Turn-en Torn-houten. Niels Albert werd overgoten met Bokma, kreeg hier en daar een duw van een Nys-supporter en kon z’n kansen niet ten volle waarnemen. Om 16:15 begon het te kriebelen en besloot de veldrijder in mij om een Nys-imitatie neer te zetten weerom richting Mortsel. Daar kon ik heuglijk vaststellen dat onze ploeg met 3.5-0.5 gewonnen had.Gert.