28/02/10 Temse 4 – SKOG 4 5-11
Bord 1 Wit: Marc De Meireleir (1522) – Zwart: Luc Pattyn (1671) 1-3
kwaloffer –> #. Luc.
Bord 2 Zwart: Alain Van Der Doodt (1351) – Wit: Jef De Meyer (1655) 1-3
Zoals gewoonlijk voor de wit speler: een opening zonder veel druk, een saai middenspel waarbij de combinaties worden geschuwd maar naar een betere positioneel stelling wordt gezocht, die een klein voordeel geeft in het eindspel. Tegen een sterke tegenstander hou ik dan meestal remise en een zwakkere gaat gewoonlijk onderuit. Voilà zo ging dat vandaag ook. Het zal met deze spelstijl altijd een lange partij worden en de vonken vliegen er nooit af. Toch tracht ik momenteel mijn stijl te verbeteren, nee geen spektakel in het middenspel… mijn eindspel aanscherpen ja! Jef.
Bord 3 Wit: Roeland Heerwegh (1378) – Zwart: Patrick Van Hecke (1637) 2-2
Temse 4 was uiteindelijk geen partij voor ons. De zege was nog overtuigender geweest als ik niet werd afgeleid door de Schelde en het stormweer. Het prachtige gelegenheidslokaal van Temse was gelegen aan de machtige stroom. Melancholisch dacht ik heel de tijd aan zie je de lichtjes van de Schelde Van Bobbejaan Schoepen. Ik ben geen hielenlikker, maar… een pluim voor onze ploegleider Jef. Iedereen stond in bewondering voor zijn vechtlust, hij boog na vijf uur knokken een remise stelling om in een klinkende winstpartij. Patrick.
Bord 4 Zwart: Laura Blommaert (NC) – Wit; Gert De Block (1639) 1-3
Het idyllische Temse bood een uitstekende locatie voor ons zondagse uitje. We speelden in een oud hotel gebouwd in fiftiesstijl (beetje Caraïbische stijl) met zicht op de Schelde. Toen het peil steeg van 7.5 m tot een nauwelijks leesbare 1 ben ik Patrick toch maar gaan inlichten kwestie dat die nog genoeg tijd zou hebben om zijn auto te redden uit de klauwen van een apocalyptische zondvloed. In de verte zagen we nog de restanten van de Boel-scheepswerf en binnenin het speellokaal/restaurant annex hotel getuigden glazen uitstalkastjes met drie-en viermasters erin van een ter ziele gegane grandeur. Ook hingen er munten aan de muur daterend van 1823. Mijn schaakpartij had weinig om het lijf. Mijn jeugdige tegenstandster speelde ergens wat te snel en verloor materiaal na een Spaanse opening. Rond halfvier kon ik al gaan genieten van een Bornemse triple. Gert.