De thuisploeg trad aan met wel heel jonge spelertjes op de zwarte borden. Onze standaardopstelling bestaat uit Rudi-Carlo-Jef en Heidi. Ambities ? Toch wel, proberen een top 3 te spelen, hoewel dat een beetje moeilijk te voorspellen is in een reeks met veel onbekende gegevens. Dat varkentje met die jonge jongetjes moest alvast even gewassen worden, vond ik om twee uur. Om half vijf bleek dat dit een hele karwei aan het worden was en zag ik in feite niet in hoe wij dit als ploeg hier gingen waar maken. Heidi stond goed met haar Sokolski maar zat in haar verdediging met een matprobleem. Ik dacht dat haar partij in Fritz op een roetschbaan ging lijken, maar in de uitleg – met bord – in het clublokaal terug thuis in Mortsel bleek dat ze het toch wel goed bekeken had, en dat mijn tirade van proficiat met je overwinning maar dat je drie vier keer het risico loopt om mat gezet te worden niet thuishoort in een interclubploeg een foute inschatting van mij geweest was waarvoor excuses enzovoort. Rudi speelde Frans, 3.Pd2 c5, en nam de aangeboden remise aan, met een in mijn ogen heel licht voordeel, maar in de wetenschap dat bord 4 gewonnen had. Jef daarentegen weigerde een remise-aanbod in een stelling met gelijk materiaal, en terecht zo bleek want het eindspel bleek hij nog redelijk vlotjes te winnen en daardoor zat de ploeg op rozen. Ik speelde tegen een kind, dat het warempel erg goed deed, flink nadacht af en toe, het zoontje van Jef’s tegenstander. Een c4 c5 opening met 2 koningsfianchetto’s. Zwart hield de hele namiddag druk op mijn pion d4, de basis van mijn d4-c5-b6. Op zet 45 stel ik remise voor, wat het jochie tot mijn verbazing weigert. Twee zetten later haalt hij zijn verdedigende toren van zijn achterste lijn weg en stelt zelf remise voor. Omdat ik meende dat dit een fout manoeuver was weigerde ik op mijn beurt en ging de zaak forceren. Verkeerd natuurlijk en het liep falikant af. Toch wel vier interessante partijen en globaal een goed resultaat, in een zaal waar ik de arme thuisspelers niet benijd om in dat lokaal de hele interclub te moeten afwerken met een inkomdeur die tweehondervierenzestig keer per IC ontmoeting luid piepend en krakend open en dicht gaat.