Van Shanghai naar Chongqing, waar Lei “thuis” is, maar is dat waar ze geboren is of waar ze woont? Chongqing, vertelde ik al, is een “megastad”, een stadsprovincie zo groot is als Oostenrijk, en telt ettelijke districten, steden, stadjes, dorpen en wijken, en ondanks grote lappen flink verstedelijkt en/of geïndustrialiseerd gebied is het ook nog in ruime mate landelijk of agrarisch. Niet exact wat wij een stad zouden noemen, want het is 2,7 keer zo groot als België en lijkt veel meer op een heus land dan op een stad. Het eigenlijke stedelijke kerngebied, zeg maar Chongqing-stad, bestaat uit een 9-tal districten, met Yuzhong als ‘hoofdstad’. Kortom, hartje Chongqing zou dus neerkomen op Yuzhong.
Daarmee zijn we er nog niet, want eigenlijk zag Lei het levenslicht in Fuling, de tweede stad (en/of dito district) in de stadsprovincie als geheel. Maar in Fuling is het kennelijk niet te doen. Waar dan wel? Omdat de officiële site een hele infopagina blijkt te hebben over Changshou, een district zo’n 80 km ten noordoosten van Chongqing-stad en onmiddellijk boven Fuling, is de kans niet denkbeeldig dat de tweekamp daar ergens zijn beslag krijgt. Changshou telt een klein miljoen inwoners en is nagenoeg 7 keer groter dan Antwerpen (stad inclusief districten), oftewel half zo groot als de gelijknamige provincie. Nog meer dan genoeg hooiberg dus om de spreekwoordelijke speld te vinden die de precieze plaats van de WK-strijd moet aanduiden, maar van hieruit gezien zitten we er toch bijna “boenk” op. En daar moeten we het mee doen, want niemand vindt het blijkbaar nodig om een en ander een tikkeltje te preciseren.
PARTIJ 7. Dat Lei met 1. e4 zou beginnen was men intussen wel gewend, maar zie, Ju antwoordde met 1. … c6, Caro-Kann nota bene, wat ze op topnineau nog nooit had gedaan. Nu ja, dat ze niet uit een ander dan het Spaans-Italiaanse vaatje zou tappen dat voor haar toch redelijk onfortuinlijk was gebleken, zou nog veel verrassender geweest zijn, dus er zat wel iets aan te komen. GM Rafael Leitao, die de partijen annoteert voor chess.com, merkte wel fijntjes op dat hij dat c-pionnetje nog net één veldje verder had verwacht. Wie weet, voor als het schoentje nog meer nijpt …
Maar voor Lei was het geen verrassing: “(Ju) had het een paar weken geleden nog gespeeld in de Chinese Liga, terwijl ze het anders nooit speelt, dus dan weet je dat je’t kunt verwachten.” Lei had er ook geen moeite mee (ze speelt het ook zelf met zwart), kwam snel op tijdvoordeel en poneerde à tempo het nieuwtje 12. 0-0, terwijl daar steevast 12. Ld2 annex lange rokade wordt gespeeld. In het directe vervolg maakten beide partijen niet telkens de beste keuze. Lei vergat een sterke afwikkeling die haar een pion had kunnen opleveren zonder veel compensatiekosten, Ju liet na gelijkspel af te dwingen en beiden kozen niet de voortzetting die het bord in vuur en vlam had kunnen zetten. De zaak bleef min of meer in evenwicht.
Vervolgens sloeg Lei aan het nadenken. Het leidde ertoe, na een klein halfuur, dat ze haar h-pion opgaf om een sterk paard op d6 te kunnen plaatsen. Wit had ruimte en druk, en een goed en veilig paard op d6, zwart stond compacter en had een ingesloten paard op h7. De uitdaagster leek niet meteen in gevaar, de wereldkampioene zou nog wel werk hebben. Eenvoudig was het evenwel niet, maar Ju kon toch een opening creëren op de b-lijn, al bleef Lei wel iets beter staan. En toen besloot de uitdaagster tot het onzalige en veel te optmistische 29. g4?, waarna zwart via 29. … Da5! en de open b-lijn de kansen deed keren.
Achteraf gaf Lei toe dat ze daar wellicht te voortvarend was geweest, met als reden dat het er zo leuk had uitgezien, en dat ze dacht: “Wanneer kan ik het anders spelen?” en: “Ach, kom, we gaan er gewoon voor!” Kom nou, Tingjietje, dit is een WK, geen zoveelste spelletje blitz ergens op het einde van een clubavond en net voor in het café de “laatste consumptie!” is afgekondigd. Let wel: in de vorige persconferentie werd de speelsters gevraagd hoeveel procent van wat ze daar vertelden ook effectief waar was, en daarop zei de wat timide ingestelde Ju: 99%, en antwoordde lachebek Lei, zonder blikken of blozen, maar met een gezicht van ik-zal-jullie-eens-hebben: 50%. ’t Is een guit, je moet ze niet onderschatten!
Hoe dan ook, de zet was goed fout. Ju kwam met dame en toren erg lastig doen op de witte damevleugel en wist daarbij twee volle pluspionnen te oogsten. Met de moed der wanhoop (het was er niet aan te zien, maar het moet wel zo geweest zijn) ging Lei voor de opstoot 35. f5, maar eigenlijk was het al te laat. En toch bracht het enig respijt. Met twee pionnen meer en twee zware stukken op de tweede rij had zwart alles in handen, maar dan koos ze zomaar voor de “veilige” voortzetting en bood dameruil aan: de twee pionnen zouden desgevallend kunnen volstaan voor de winst. Het gaf Lei onverhoopt overlevingskansen. Ze had nu de actievere stukken, en wist al snel één pion terug te winnen, waarna het eindspel meer en meer remisewaarts ging.
Met een handigheid wist Ju de laatste witte pion te veroveren en dus opnieuw van één naar twee pluspionnen te gaan. Maar dat had Lei dan al ingecalculeerd: haar stukken waren veel actiever, de zwarte h-pion was algauw een vogel voor de kat en de andere ging eraan via een mooie combinatie waarbij Lei haar toren gaf en die meteen terugwon via een vork-met-schaak. Daarmee was de stelling onwinbaar. De tweede partij waar één van beiden groot en winnend voordeel had, maar deze keer werd het wel remise. Lei was ontsnapt, lichtjes miraculeus, maar misschien heb je dat nodig om een titel te winnen. En hoe Ju zich moet gevoeld hebben? Als ze geen kansen meer zou krijgen, zal ze nog weleens terugdenken aan deze partij.
PARTIJ 8. Na het Caro-Kannetje gisteren, wat ei zo na succes opleverde, zorgde Ju met wit voor nog meer verrassends: 1. Pf3. Het begon als een Réti en liep uit in een dubbel fianchetto, waarin 6. d4 al meteen een nieuwtje was. Dag theorie, dag huiswerk. De bedoeling: haal Lei uit haar comfortzone, zodat ze niet kan profiteren van haar zeer gedegen voorbereiding. Het is wellicht de manier om de uitdaagster wat grond onder de voeten weg te halen, al bleek vandaag evenzeer dat het op zich niet volstond.
Overigens was 6. d4 niet het beste: met 6. c4 kan wit het zwart moeilijker maken, maar Ju was minder uit op voordeel dan op een lang positioneel gevecht zonder geforceerde varianten. Het spel vorderde traag en mogelijk gaf dat Lei een vals gevoel van zekerheid. Enkele van haar keuzes waren positioneel niet zo denderend – Polgar bij de 19de zet: “De zwarte stelling bevalt mij niet.” – en plots stond ze voor een kritiek moment. Maar ze faalde niet: met het sterke pionoffer 21. … a4 brak ze uit haar passieve stelling en vervolgens gingen er twee pionnen, torens, paarden en de beide dames van het bord. Het leek erop dat er een remise in aantocht was.
Dat is natuurlijk niet de stijl van Ju, die ook in gelijke stelling nog wel even wil doorproberen, maar ook Lei is niet bang van een voortgezet gevecht. Bovendien: geen remiseaanbod toegestaan voor zet 40! Op zet 28 loste Ju het probleem op van haar geïsoleerde pion: 28. d5!, doorschuiven en afruilen, dan is die potentiële zwakte weg. Nu kon Lei simpel de pion slaan op a3, maar ze deed een stap in de verkeerde richting door eerst 28. Pb3 te willen spelen. Ju aarzelde niet: haar d-pion sloeg in op e6 en na fxe6 zat zwart met een isolani op de e-lijn. Op dat moment had Ju nog 25 minuten, Lei nog maar 10.
Toen ze, nog een paar minuten later, uiteindelijk toch sloeg op a3, was dat twee zetten te laat. Ju profiteerde, en zette haar zo goed als het mes op de keel. Voor de derde keer in de tweekamp, en de tweede dag op rij, wist iemand groot, zeg maar winnend voordeel te verkrijgen. En Lei had nauwelijks tijd om zich een uitweg te bedenken. Gelukkig voor haar was Ju alweer in een (te) milde bui: met het zwakke 32. Pd4 (i.p.v. 32. Pe1) gaf ze haar opponente de kans om terug te vechten, en enkele zetten later was er veel druk van de ketel.
Ju had een pluspion en haar toren hield de vijandige koning op de achterste rij. De digitale alweter oordeelde dat het allemaal redelijk gelijk was, maar het was voor zwart wel een stuk moeilijker te spelen dan voor wit. Vrijwel net na de tijdcontrole gaf Ju Lei nog maar eens de kans op gelijkspel, maar de uitdaagster liet ze liggen en het kostte haar bovendien een tweede pion. Het werd nu wel heel erg benauwd. Lei (onder het motto: never give up without a fight) verdedigde zich hardnekkig door de witte velden stevig in haar greep te houden, en hoe uitzichtloos, objectief gesproken, de situatie op termijn ook was, de nieuwe aardappelen waren voor Ju toch nog even buiten bereik. En dat hadden ze ook kunnen blijven, want de wereldkampioene schudde nog een cadeau-met-grote-strik uit haar mouw!
Met 56. Kf2?? vergooide ze in één keer haar hele voordeel. Nou moe, denk je dan, gaat ze twee dagen op rij een zekere winst laten verzanden in remise? Daar moet Lei ook van geschrokken zijn, want een zet later retourneerde ze de gift geheel met 57. … Rd6?? Het was bepaald niet zo dat ze geen kansen zou gekregen hebben om remise uit de brand te slepen, maar dat was wel de laatste. Als de evaluatiebalk daarna nog een beetje wild op en neer ging, dan ging ie toch nooit onder een frisse winst van +3.00. Enkel de tijd kon in theorie nog voor een verrassing komen zorgen, maar Lei moest het dan al hebben van increment, terwijl Ju rond een redelijk comfortabele anderhalvehandvol minuten zat. Lei miste ook zowat elke kans om aan dat voordeel voor Ju te knabbelen (meer dan dat zat er niet in, maar hoe langer je overleeft …, weet ik uit eigen ervaring) en het was eigenlijk wachten op: geeft ze op of gaat ze door haar vlag? Ten slotte maakt Ju het mooi uit: ze offerde een kwaliteit om haar h-pion vrije baan te kunnen geven en de enige manier om de promotie tot dame op h8 ongedaan te maken was de toren geven en achterblijven met één schamele pion tegen twee plus een loper. Opgave volgde onmiddellijk.
Daarmee is de stand weer in evenwicht (4-4), en dat zou nog voor aardig wat opwinding kunnen zorgen in het laatste derde van de tweekamp. Nog vier partijen te gaan, wie nog een keer verliest, zou weleens de uiteindelijke pineut (of is het pineute?) kunnen zijn. Zoals de zaken nu staan, zou je denken dat het voordeel bij Ju ligt: de voorbije twee partijen (of: sinds er wordt gespeeld in de “thuisbasis van Lei”, Chongqing) had zij duidelijk de overhand. Niet bepaald foutloos, daar niet van, maar Lei wist er veel te weinig mee te doen. Gisteren had ze geluk, vandaag zag ze niet waar het geluk haar opnieuw toelachte en liep het fout. Ongetwijfeld heeft de aangepaste openingkeuze Ju nieuwe kansen gegeven, al heeft ze in de afwerking telkens ook veel laten liggen. Maar misschien vond Lei toch wel moeilijker haar draai in die andere stellingen, waar ze minder kan teren op een ijzersterke voorbereiding. Dat compenseert voor de missers die Ju dan toch nog begaat, zodat die desondanks toch aan scoren toekomt. Het is nu aan Lei om te proberen het heft weer in handen te nemen. Benieuwd wat ze volgende keer op het bord brengt …