Als zelfbenoemde en volkomen inofficiële redacteur binnenland ben ik na drie rondes eigenlijk verplicht om eens iets te zeggen over de grootste competitie in het land: de interclubs. Met name dan over de eerste afdeling.
Vergeleken met vorig seizoen is er daar veel veranderd. Charleroi en Brasschaat eindigden toen op de laatste twee plaatsen en zijn er dit jaar dus niet meer bij. Maar ook de nummer twee van vorig jaar, Schachfreunde Wirtzfeld, is er niet bij: ze verkozen vrijwillige degradatie naar derde afdeling. De drie voornoemde teams werden vervangen door Leuven Centraal, nieuwkomer op dit niveau, Jean Jaurès, een Gentse ploeg die al jaren jojoot tussen eerste en tweede, en Namen, vorig jaar nummer twee in reeks 2A. Ook een opvallend verschil met vorig jaar: de Vlaamse grootmeester schitteren (tot nog toe) door afwezigheid. Daniel Dardha, Tanguy Ringoir en Mher Hovhannisyan zijn nog niet in actie gekomen terwijl Bart Michiels, tweevoudig Belgisch kampioen en jarenlang sterkhouder van de Gentse, zelfs gestopt is met schaken!
Ronde 1
Oostendse | 4½-3½ | Namen |
Wachtebeke | 5-3 | Leuven Centraal |
Wetteren | 6-2 | Rochade Eupen |
Ans-Loncin | 6½-1½ | Jean Jaurès |
TSM | 2½-5½ | Gentse |
Luikse | 2½-5½ | Brugse |
Het was uitkijken naar wat de drie nieuwkomers en de titelverdediger, de Brugse, zouden doen. Jean Jaurès ging vrij zwaar onderuit en kwam met de tweede laagste gemiddelde Elo opdagen. Daarmee zijn ze al onmiddellijk een degradatiekandidaat en de enige vraag voor hen is: kunnen ze zich redden? De twee andere nieuwkomers verloren ook, maar met minder indrukwekkende cijfers en met opstellingen die iets meer vertrouwen inboezemen: Namen kwam met Mikhail Gurevich opdagen (ooit nummer 5 in de wereld), Leuven Centraal met voormalig Europees juniorenkampioen Ralf Åkesson. De Brugse won tegen een relatief sterke tegenstander en met Sipke Ernst, Koen Leenhouts en Sim Maerevoet op de eerste drie borden hebben ze genoeg kwaliteit in huis om hun titel te verlengen. De verrassing van de ronde was de zware nederlaag van Rochade Eupen — op papier het sterkste team deze ronde — tegen Wetteren. Wetteren heeft ten opzichte van vorig jaar een portie sterke Nederlanders erbij, zoals Thomas Beerdsen en een jeugdig talent dat ons allemaal bekend is uit de geschriften van Herman: Eline Roebers.
Maar nu werk voor jullie! In de match tussen TSM en de Gentse kreeg de elfjarige Ruzhansky met zwart de volgende stelling tegen de Nederlander Sam Baselmans:
Hoe maakte hij er korte metten mee?
Ronde 2
Namen | 2-6 | Brugse |
Gentse | 3-5 | Luikse |
Jean Jaurès | 3½-4½ | TSM |
Rochade Eupen | 5-3 | Ans-Loncin |
Leuven Centraal | 3½-4½ | Wetteren |
Oostendse | 4-4 | Wachtebeke |
De Brugse won opnieuw overtuigend. Het slachtoffer uit Namen kwam een stuk zwakker op dan in de eerste ronde; in het bijzonder ontbrak Gurevich. Als ze zo blijven opkomen, kunnen ze zich ook als vroege degradatiekandidaat beschouwen. Ook Leuven moest het zonder zijn grootmeester doen en verloor een tweede match op rij. TSM won nipt wat wel eens een heel belangrijke match zou kunnen blijken tegen Jean Jaurès. De Luikse had deze ronde de sterkste ploeg. Het was een heel homogeen team met zelfs op het laatste bord nog een speler met 2260 Elo-puntjes en dat volstond voor een degelijke overwinning op de Gentse, onder meer dankzij de volgende overwinning van Sidiropoulos tegen De Geest op bord 8:
Sidiropoulos heeft wit en maakt het hier in één klap uit. “Hoe?”, is natuurlijk de vraag.
Ronde 3
Wachtebeke | 7-1 | Namen |
Wetteren | 6½-1½ | Oostendse |
Ans-Loncin | 4-4 | Leuven Centraal |
TSM | 2½-5½ | Rochade Eupen |
Luikse | 7½-½ | Jean Jaurès |
Brugse | 5-3 | Gentse |
Bij Namen was Gurevich terug, maar niettemin leden ze een erg zware nederlaag in Wachtebeke. Het enige lichtpuntje voor hen is dat rechtstreekse concurrent Jean Jaurès nog zwaarder onderuit ging in en tegen Luik. Leuven Centraal deed een goede zaak door gelijk te spelen tegen Ans-Loncin; de sterkste ploeg deze ronde. TSM ging ook vrij zwaar onderuit, onder meer dankzij voormalig kampioen van SK Oude God, Arben Dardha, die zijn partij heel snel won. Zijn tegenstander had in de volgende stelling net op d4 genomen:
en dat bekwam hem niet goed. Waarom niet?
De Brugse slaagde erin om te winnen tegen een nochtans sterk opgekomen Gentse. Voorlopig hebben Wetteren en de Brugse nog de volle zes matchpunten, met Wachtebeke op vijf. Namen en Jean Jaurès staan op de degradatieplaatsen zonder punten. Leuven Centraal heeft één matchpuntje.
Baselmans Ruzhansky: Na vanalles geprobeerd te hebben met Pf2+ tot de constatatie gekomen dat het niet werkt. Dan nog lange tijd op moeten staren tot ik het vond. 1….Rxf1+- 2. Qxf1- Qg3! 3. Qg2?- Qe1+ 4. Qg1-Qxh4+ 5.Kg2- Qxh7
3. Qe2 Nf2+
In een partij is dit andere koek…11 jaar!
Sidiropoulos- De Geest lijkt me iets meer straight forward. Nc6 wint allicht vanwege de backrank matdreiging en het paard op f2 dat hangt. bv 1. Nc6- Rxc6 2. a8=Q- Rc8 3. Qf3 en het paard gaat verloren en Ra7 volgt.
In het tweede diagram lijkt Pc6 me over en uit.
Two down, one to go!
In het eerste diagram is Txf1+ inderdaad winnend. Elias Ruzhansky is een jeugdtalent uit Gent. Nog maar 11 jaar dus, maar een rating van boven de 2200. In het onlangs gehouden kadettenwereldkampioenschap scoorde hij niet zo goed, maar in het BK haalde hij 3½/9 en wist hij als enige van de latere kampioen te winnen.
Sidiropoulos is een Griek — met zo’n naam kan dat eigenlijk niet anders — die een paar jaren geleden tweede werd in het open Nederlands oploskampioenschap. Hij speelde inderdaad Pc6. Zwart kan niet zowel Pxd8 als Pe7+ pareren.
Rest nog het derde diagram. De juiste zetten zijn helemaal niet wereldschokkend, maar het vereist wel wat denkwerk om in te zien dat ze inderdaad winnend zijn.
Volgens mij liggen in diagram 3 de eerste zetten Lxg2 Kxg2 voor de hand, maar dan… Iets als Db6 gevolgd door Td8? Want Lb2 staat ongedekt, daar moet op een of andere manier van te profiteren zijn. In diagram 1 heb ik me trouwens ook blindgestaard op Pxf2+, terwijl pakken op f1 en het vervolg eigenlijk eenvoudig zijn. Gek toch.
3de niet evident,indien wit na 1…. Lxg2 eerst 2. Pxc6 speelt, volgt Pxc6 en nu: als 3. Dxd8- Rfxd8 en de loper op b2 hangt en zijn toren op f1…stuk of kwaliteitsverlies.
Als hij dit wil voorkomen en ipv Dxd8 eerst 3. Lxg7 speelt heeft zwart Lxf1, slaat wit door op f8 dan kan zwart doorslaan op e2 en wit staat een stuk achter.
indien 1. ..Lxg2 2. Kxg2- Pxd4!( dacht oorspronkelijk hier reeds aan Dd5+ maar bleek te vroeg) 3. Pxd4- Dd5+ 4. Kg1- Rd8
Hmm is misschien nog steeds niet volledig juist, want in de lijn met Pxd4 kan wit slaan met de loper en na Td8 kan hij simpelweg op g7 slaan. Toch nog werk aan de winkel :p
En daarmee is ook de laatste eraan! Lxg2 en Db6 zijn geen opvallende zetten, maar wel de enige die onmiddellijk winnen. Na Db6 kan wit ook niet slaan op c6 omdat de dame met schaak terug neemt. En na Db6 Dd2 (of d3) Td8 Td1 volgt ook nog Pf5 en dan is het echt wel te veel.