05/12/10 SKOG 4 – KGSRL 15 10-6
Bord 1 Wit: Jef De Meyer (1684) – Zwart: Werner Cornelis (1455) 3-1
Reeds tijdens de opening bekwam ik enig voordeel. Door het onoordeelkundig ontwikkelen van de zwarte stukken, won ik een pion op de koningsvleugel. Zonder veel druk uit te oefenen ging mijn tegenstander even later weer in de fout, deze koste hem de kwaliteit. Ik moest enkel goede zetten spelen en niet naar de beste zet zoeken om deze partij te winnen. Uiteindelijk gaf ik de kwaliteit terug en daardoor forceerde ik een onhoudbare vrijpion. Jef.
Bord 2 Zwart: Jeroen Van Hecke (1663) – Wit: Stefaan De Visser (1347) 3-1
Het was weeral Pirc met zwart. Hij heeft een koningsaanval proberen te ondernemen, en ik had mijn pionnenstructuur rond de koningsvleugel inderdaad ietwat verzwakt met f5 dus het zag er wel gevaarlijk uit, maar ik heb met wat gemanoeuvreer stand kunnen houden, tot we na dameruil in een leuk toreneindspel kwamen waarbij ik een paard had en hij een loper en dat gewonnen was voor mij (Zwart aan zet had Kg4, Ta8, Pg5 en pionnen op e4, c7, b7 en a4 en wit Kb1, Tf1, Ld5 en pionnen op d4, c2, b2 en a3.) Jeroen.
Bord 3 Wit: Gert De Block (1645) – Zwart: Yvonne Klijsen (1286) 3-1
Ik geloof dat ik moest tegen de mama van Elena Van Hoecke, ook lid van KGSRL. Papa is 2000+ dacht ik maar mama timmert nog aan de weg. Na onze partij stortte ze zich op boeken als o.a. De kunst van de analyse van Jan Timman. Benieuwd of onze stelling daar in kwam want reeds kort na de opening ontstond er een vrij merkwaardige stelling. Ik speel vaak Spaans maar dit had ik nog nooit gehad. Ergens kreeg ik -2.00 van Herr Fritz omdat na vijf zetten mijn dame kon worden ingesloten. Echter geen normaal mens die dat had kunnen zien. Toen ik het serieus op de zenuwen begon te krijgen – er was veldrijden te Igorre, te zien op groot scherm in Café De Kroon – plaatste ik een welgemikt stukoffer waarvan ik dacht dat het goed was. Uitrekenbaar was het wel maar dat zou erg veel tijd gekost hebben. Echt slecht kon het niet zijn, dat vertelde mijn blaasgevoel me. En het bleek nog beter dan ik dacht, want toen ik meedacht met haar zag ik ook geen verdediging meer. Finale was vrij eenvoudig uiteindelijk maar ook de complexere varianten verloren omdat de main themes overeind bleven. In Igorre won Albert voor Francis Mourey, die al jaren probeert de Belgen het leven zuur te maken. Zonder veel succes maar nu toch knap tweede. Zelden de beste zijn en toch dat ijs en die kou en modder trotseren .. Chapeau. Gert.
Bord 4 Zwart: Johan Meyvaert (1229) – Wit: Anton Burgdorffer(1243) 1-3
Voor mij werd het een partij in mineur. Bijna 6 uur (!) schaken om nadien vast te stellen dat ik eigenlijk 2 maal de overwinning uit handen heb gegeven: de eerste keer door een stuk te “verblunderen” en naar het einde toe door een paard niet te offeren waardoor ’n pion had kunnen promoveren en de overwinning waarschijnlijk binnen bereik lag. Maar er bestaat een westvlaamsche ‘boeren’ uitdrukking die als volgt gaat: “Akke kom altiet te loate mé zin spakke”. d.w.z “áls ik dit, áls ik dat” (=Akke) komt altijd te laat met zijn spade… We blijven het dus proberen hé. Johan.