De zaak Niemann
Tenzij u de voorbije dagen op retraite was op de planeet Koozebane, hebt u ongetwijfeld iets opgevangen van de bom die in de schaakwereld is ingeslagen. In de wereldberoemde Sinquefield Cup, zo’n beetje de US Open van het schaak, trekt wereldkampioen Magnus Carlsen de deur achter zich dicht, nadat hij in de 3de ronde verliest van het laagste ELO, de 19-jarige en snel rijzende VS-ster Hans Moke Niemann (2688). Onmiddellijk, mede onder impuls van de ongeremd streamende Nakamura, kwetteren de sociale media erop los, niet gehinderd door veel feitenkennis, want wat de feiten zijn, is vooralsnog onduidelijk, over een valsspelende Niemann, want waarom zou Carlsen zich anders zomaar terugtrekken? Een zaak die schreeuwt om een verklaring en, hoe ze ook afloopt, een diepe smet werpt op de schaakwereld.
1 DE VERDACHTE
Laten we eerst maar eens kennismaken met die Hans Moke Niemann, van wie de naam mij en ook u tot voor enkele weken nog onbekend was. Het is niet zonder belang, want oordelen over iemand die je van haar noch pluim kent, is misschien wel makkelijk, maar even makkelijk fout of onterecht. Zijn naam klinkt misschien nogal Duits, maar Niemann is geboren (20-06-2003) in San Francisco, California, en dus Amerikaan, zij het, zoals vele Amerikanen, niet van de eerste generatie. Hij is van gemengd Deens-Hawaïaanse afkomst en van z’n 7de tot z’n 10de woonde hij in – kijk es aan – Nederland. Dat moet wel een mondje Nederlands impliceren, want hij zat er op de schoolbanken in de Leonardoschool (n.b. voor hoogbegaafden) in Utrecht. Later, terug in de VS, volgden Weston High School (Weston, Connecticut) en Columbia Grammar & Preparatory School (New York), beide ook niet mis en de laatste alleszins mét schaakcultuur.
Zoals alle talentvolle jongeren begint hij vroeg en gaat hij snel vooruit. In 2012, als 9-jarige, doet hij mee aan de Nederlandse jeugdkampioenschappen (resultaten niet meteen vindbaar), en na zijn terugkeer in Amerika, gaat hij daar tornooien spelen. Hij overschrijdt de kaap van 2000 ELO kort na z’n 11de verjaardag. In 2014 neemt hij deel aan de Jeugdwereldkampioenschappen in Durban, Zuid-Afrika, en scoort 6/11. Tussen 2016 en 2020 behaalt hij alle gebruikelijke normen, van FM over IM tot GM. In de periode december 2018-mei 2022 (3 jaar en 5 maanden) stijgt z’n ELO van 2449 tot 2656 (zie verder), bij de aanvang van de Sinquefield Cup staat hij op 2688 en na z’n zege (al dan niet verdacht) op Carlsen passeert hij de befaamde +2700-grens. Moeten we nu aannemen dat de jongeman in kwestie al tien jaar lang de hele schaakmik ongestraft beduvelt, of zou hij toch ergens laten zien hebben dat hij een stevig potje kan schaken?
Nog iets over zijn persoonlijkheid. Niemann is nog geen 20 maar neemt tegenover niemand een blad voor de mond. Aardig wat zelfvertrouwen, klinkt het aan de ene kant eufemistisch, ronduit arrogant zegt de andere kant. Hij schuwt alleszins de grote woorden niet en maakt zich daarmee niet meteen sympathiek. Streken heeft hij trouwens ook: op een online liefdadigheidsschaakgebeuren wou hij geen inschrijvingsbijdrage (een schamele 10 dollar) doneren, want hij was toch grootmeester? Toen men hem vervolgens aanbood om het bedrag te halveren, hield hij koppig voet bij stuk. Natuurlijk kreeg hij er in de pers van langs.
2 DE VERDENKER
Kennelijk – één van de scheidsrechters, David Sedgwick, liet weten dat hij “een groot deel van de dag (was) bezig geweest om net die uitkomst te vermijden die uiteindelijk tot stand kwam” – is er een langdurig gesprek geweest tussen Carlsen en de organisatoren, waarna de wereldkampioen liet weten dat hij het tornooi verliet, zonder verdere uitleg, maar wel met de suggestieve hint dat hij niets mocht zeggen, wat naadloos impliceerde dat er dus wel degelijk iets te zeggen viel.
En niemand die daar een vraag bij stelt, bizar. Als Carlsen (goede) redenen heeft om Niemann te betichten, dan is het evident dat hij de organisatoren aanspreekt, maar dan verwacht je toch veeleer dat die de valsspeler uit het tornooi zetten. Het lijkt er dus niet op dat Carlsen zijn zin heeft gekregen, zodat hij eigenlijk alleen nog maar zelf kon opstappen om zijn punt te maken. Waarbij die eventuele onenigheid handig verhuld wordt: “Ik ben nu wel weg,” (omdat ik mijn zin niet krijg) “maar ik heb hier altijd graag gespeeld en ik hoop dat in de toekomst weer te kunnen doen” (als men weer redelijk is). Toegegeven, ik interpreteer een eind weg, maar het stoort me ergens dat Carlsen en zijn acties zomaar, a priori, boven elke twijfel verheven blijken te zijn. Niet vergeten dat hij onherstelbare schade toebrengt aan de persoon en de carrière van Niemann, terwijl hij kennelijk niet echt kan bewijzen dat de jongeman vuil spel zou hebben gespeeld. Ook niet onopvallend: geen van de andere deelnemers blijkt een probleem te hebben met de aanwezigheid van de vermeende bedrieger in het tornooi. Ook in reacties blijft men aardig op de vlakte, enige potentieel ironische woorden, altijd voor tweeërlei uitleg vatbaar, daargelaten.
In de vorige alinea kon ik het volgende punt niet goed kwijt, maar het lijkt me het opgooien waard. Wat kost het Carlsen zelf allemaal? Het prijzengeld van de Sinquefield Cup kan hij uiteraard vergeten, wellicht mag hij zich gelukkig prijzen dat er geen sancties worden getroffen: doorgaans zijn er regels m.b.t. spelers die niet komen opdagen, je kunt zomaar niet zeggen: “Bekijk het maar, ajuus!” Het tornooi is ook een onderdeel van de Grand Chess Tour, al heeft dat voor Carlsen wellicht geen effect omdat hij alleen als wild card deelneemt en dus geen GCT-prijzengeld misloopt. Hoe dan ook, hij zet toch ook behoorlijk wat op het spel, ter wille van een zaak die hij, zo valt af te leiden, niet hard kan maken. Is het dat allemaal waard? Links en rechts hoor je wel opperen dat de champ toch maar best met een degelijke verklaring op de proppen komt, hoe sneller hoe liever. Tenzij er intussen een of ander bewijs opduikt dat Niemann effectief heeft zitten foefelen. En dan is het over en uit met de foefelaar.
3 DE STUURLUI
Of ze de besten zijn en/of aan de wal geposteerd, wil ik geheel in het midden van het midden laten: u kunt zelf het onderscheid wel maken tussen kretologen van divers pluimage en serieuzere commentatoren en analisten. Om te beginnen, niet bepaald kleine jongens als Lawrence Trent, Rustam Kazhimdzhanov, Rafael Leitao, … hebben (soms ook “met krachtige computers”) de partij Carlsen–Niemann eens grondig onder de loep genomen en hebben niets speciaals, laat staan verdachts gevonden. Des te prangender de vraag waarom Carlsen überhaupt wel dacht dat hij ertussen genomen werd. Als betere (zelfs beste) schaker zal hij wel meer zien, maar hij moet wel veel zien om zo drastisch te reageren als hij doet. Eén of twee zetten die je niet zag aankomen (en die niemand zijn opgevallen)? Dat is zo’n geregelde kost – lees er de analyses van de toppers na hun partij maar op na – dat je je daar toch bezwaarlijk met fatsoen op kunt baseren. Tien zetten dan? Dat wel, maar dan zag iedereen dat en was Niemann niet enkel aan het kruis genageld maar allang begraven (exclusief verrijsmogelijkheden, maar een mens zou dan kunnen opmerken dat het met de bewijslast daar ook niet zo wil meevallen).
Eén van de argumenten die op slag werden bovengehaald is dat die steile opgang van Niemann in slechts enkele luttele jaren toch op z’n minst de wenkbrauwen doet fronsen, zoal niet wel ronduit verdacht moet zijn. Op de site pawnalyze.com (link 1 onder) werd een poging gedaan om een en ander te anlyseren, en met name met het criterium dat Niemann sinds begin 2021 kennelijk de grootste ELO-winnaar was. De conclusie was niettemin dat er niets te bewijzen viel, m.a.w. dat de op het eerste gezicht “buitenwereldse” resultaten niet per se buitenwerelds waren. Ik heb overigens wel vragen bij dat uitgangspunt (grootste ELO-winnaar), want men kiest een periode waarin Niemann boven al de rest staat en doet automatisch uitschijnen dat zijn prestaties dus uitzonderlijk zijn. Dan ga ik liever uit van een uitspraak op wikipedia (link 2 onder), i.c. het gegeven dat Niemann in 3 jaar en een klets van 2450 naar 2650 ELO klom, en om even te checken hoe dat bij andere toppers ging. Lijkt mij representatiever.
Kortom: snel even de huidige top 10 gepeild, en ook die van de juniors (-20). Wat bleek? De meesten maakten een vooruitgang van ongeveer dezelfde orde tussen ruwweg 12/13 en 17/18 jaar, en soms met een rotvaart: Giri deed er net 2 jaar over, Ding 2 (jaar) + 4 (maanden), Carlsen 2+8, Caruana 2+9, So net 3, Firouzja 3+2, Mamedyarov 3+3, Aronian 3+6, Keymer 3+7, Gukesh 3+8, Nakamura 3+9 en Esipenko 3+10. Ter vergelijking: Niemann zit met z’n 3+5 bepaald niet uitzonderlijk hoog in dat rijtje. Niet genoemd wegens een tikkie minder snel: Nepomniachtchi deed er ruim 6 jaar over, en jongeren als Erigaisi, Praggnanandhaa, Nihal en Abdusattorov minstens 4 of 5, zij het dat de laatste op z’n elfde in één maand van 2263 naar 2465 sprong, en niemand die daarvan opkeek. Slotsom: de zogenaamd uitzonderlijk steile opgang van Niemann is, althans voor een topper, absoluut niet uitzonderlijk. O ja, voor ik het vergeet, onze eigenste jonge topper, Daniel Dardha, is wellicht geen uitzondering: 2 jaar en 9 maanden geleden ging hij over 2450 en op 1 september bereikte hij 2604. Nog 44 punten te gaan dus, maar als we de laatste uit het rijtje boven nemen, dan heeft Daniel nog ruim een jaar om die grens van 2650 te bereiken.
Een ander argument: Niemann zou bij interviews na afloop geregeld een wat warrige indruk hebben gemaakt, alsof hij geen flauw benul had van wat op het bord allemaal aan de hand was. Zo van, zie-je-wel, hij snapt zijn eigen zetten niet eens. Daarbij figureerde zijn verwijzing naar een partij Carlsen–So, London Chess Classic, 2018, als voorbeeld par excellence, want zoals Nakamura, die aan de ene kant niemand (Niemann?) wil beschuldigen en aan de andere kant in wezen geen spaander heel laat van de jongeman in kwestie, niet nalaat in de verf te zetten, is dat een onbestaande partij. So zelf reageerde in Nakamura’s chat met het laconieke “Ik was niet eens in Londen toen”. Via Nigel Short komen we vervolgens te weten dat er wel degelijk een partij Carlsen–So bestaat die overeenkomt met de uitleg van Niemann, alleen werd die gespeeld in 2019 in Kolkata. Nogal pietluttig om daar een argument uit te willen puren, maar het kolkende net doet niets lievers: een of ander detail uit z’n context lichten en dan uitvergroten, en dan zie-je-wel-gewijs (ver)oordelen. Intussen heeft Niemann in een interview dat soort kritiek van antwoord gediend.
4 HET INTERVIEW
Na afloop van de 5de ronde van de Sinquefield Cup werd Niemann geïnterviewd door Alejandro Ramirez, eerst over zijn partij met Domínguez Pérez, waarin hij ternauwernood zichzelf had weten te redden. Uiteraard liet de interviewer niet na om de “olifant in de kamer” ten berde te brengen, en Niemann ging er volop op in. Grappig genoeg, want kennelijk krijgt hij weleens opmerkingen over zijn on-Amerikaans accent (als u het mij vraagt, zo “on-“ klinkt het niet), begon hij daarmee, want dat zat hem kennelijk hoog, maar daarna kwam de hele controverse in geuren en kleuren ter sprake. Niemann sprak vrijuit en vrijmoedig, ging in op alle kritiek, had het onverbloemd over zijn “jeugdfouten” – hij had inderdaad ooit vals gespeeld, als 12-jarige en later als 16-jarige, enkel online en in niet-officiële partijen, was betrapt en bestraft en had zijn les geleerd – fouten, waarover hij zich diep schaamde, verdedigde zichzelf met veel vuur en vol passie en zei dat hij nooit ofte nimmer in een officiële partij of voor prijzen had vals gespeeld. Hij vertelde ook dat hij meteen na Carlsens terugtrekking van chess.com was gegooid, ook al was er formeel gezien niets wat die maatregel kon wettigen. Enfin, u vindt het hele interview hier (link 3 onder), zowel in videovorm als ten dele uitgeschreven.
5 DE ADVOCAAT (OF TOCH NIET)
Als u tot hier hebt gelezen, dan kan het u niet ontgaan zijn dat ik geen echt oordeel uitspreek over Niemann, en misschien zelfs dat ik nogal advocaat van de duivel speel. Voor alle duidelijkheid: er is tot nu toe niets concreets, niets materieels dat de these die door Carlsen niet eens is uitgesproken maar in zijn naam wordt verkondigd, ondersteunt of bevestigt. Elke verdachte heeft recht op het befaamde vermoeden van onschuld tot bewijs van het tegendeel. Ook Niemann. Het voorgaande is echter beslist géén pleidooi vóór Niemann. Wel tegen de manier waarop velen meteen met een oordeel klaar zitten en dat op basis van drie keer niks. Jumping to conclusions, noemt het Engels dat zo mooi, voorbarige conclusies trekken, maar dan veel beeldender verwoord. Dat sluit niet uit dat Niemann (on)schuldig is. Ik ben ook weer niet zo naïef om te denken dat een meester-oplichter mij niet in de luren kan leggen. Ik heb alleen nog niets gehoord of gezien dat de conclusie wettigt dat Niemann een meester-oplichter is.
6 DE CONSEQUENTIES
Dat we (lees: de schaakwereld) er niet goed uitkomen, is evident: beschuldigen we een onschuldige of moeten we toegeven dat bedrog tot op het hoogste niveau voorkomt? Sowieso een lose-losesituatie. Je mag hopen dat er snel duidelijkheid komt, want zowel voor Carlsen als Niemann is het een slechte zaak als dit niet wordt uitgeklaard. Hoe sneller we de bladzijde kunnen omdraaien (en dat is niet: kop in de grond, doen alsof er niets is gebeurd en over tot de orde van de dag), hoe groter de kans dat de schade kortstondig is.
1) Pawnalyse-link:
2) wikipedia-link (Engels):
3) interview-link (Engels):
Knappe analyse, Herman, het is inderdaad verre van duidelijk of Niemann een bedrieger is. Waar zijn de bewijzen?
Nog iemand die meteen aan Bobby Fisher moet denken?
Ben benieuwd hoe het verder gaat gaan.
Mij doet het hard denken aan Toiletgate in 2006 tussen Topalov en Kramnik (https://skoudegod.be/topalov-beschuldigt-kramnik/). Ik ben ook benieuwd HOE Niemann dan zou vals gespeeld hebben volgens Carlsen. Dat hij een elektronisch hulpmiddel op zich gedragen zou hebben, lijkt me weinig waarschijnlijk als je ziet hoe ze hem hebben gescand na de partij (https://www.youtube.com/watch?v=PIulWkTHuu0&ab_channel=JoeWright). Mogelijk gaan de verdenkingen eerder richting de entourage van Carlsen die zijn voorbereidingen zouden gelekt hebben richting Niemann.
Knap staaltje onderzoeksjournalistiek, Herman!