En (zie gisteren) de champ speelt dus iets aparts: het Loperspel, en m.b. de Berlijnse verdediging daarvan, met een nieuwtje (8.c3, bekend was 8.a3) op de achtste zet. Dat zou dan niet per se problemen moeten opleveren, maar vanaf zet 25 begint Caruana de draad te verliezen. Eén mindere zet is geen ramp, ook niet tegen Carlsen, maar je moet niet in die zin persisteren. Vooral niet tegen Carlsen. _LEESMEER_
En het gaat geleidelijk van kwaad naar erger. Terwijl ik dit schrijf, houdt Caruana nog ‘dapper’ vol, terwijl het dame-eindspel met twee pionnen minder glad verloren moet zijn (Stockfish zit al aan -51,02). Is het psychologisch? Verliezen van de champ is geen opsteker, gelet op de WK-match die straks volgt, niet opgeven in verloren stelling is zo’n signaal van je-bent-er-nog-niet: it ain’t over till the fat lady sings. In dit geval, echter, heeft die fat lady al vijf bisnummers ten beste gegeven, maar heeft Fabi kennelijk nog altijd oordopjes in. Het komt niet goed, ik gok op winst voor Carlsen.
De anderen zijn allang klaar, met of zonder verbeten strijd. Anand en Aronian doen een Spaans Berlijntje en herhalen de zetten tegen nummer 31 aan. Mamedyarov en Vachier-Lagrave verzeilen in de Opovcenskyvariant van de Grünfeld en doen hetzelfde richting zet 25. Nakamura en Ding gaan voor het Engels, en wel de Mikenas-Carlsvariant. Wederzijdse blunders omstreeks de 30ste zet resulteren in gelijkerigheid en dus worden ook hier de zetten herhaald, net voor nummer 40. Bijna 60 zetten doen So en Karjakin erover om, na iets Catalaans, tot remise te besluiten, maar dan wel niet via zetherhaling: eerst gaat elk stuk van het bord en pas als er twee naakte koningen tegenover elkaar staan zijn ze vriendjes.
Leuk voor de stand: Carlsen op 1, Caruana op 10 en de rest ertussenin.
Vooral toch een uiterst instructief pionoffer! Een centrum pion opgeven en vervolgens het bord domineren met een dame op d4. Erna ook zeker niet die dame gebruiken om de pion op b4 onmiddellijk terug te winnen want dan begint zwarts centrum op te rukken…