Terwijl in Astana, Kazachstan, het ultieme gevecht om de wereldkroon zowat startklaar is – morgen (09/04) eerste partij – werkten een flink aantal toppers online en rapidgewijs nog snel hun tornooitje af, bij wijze van spreken zonder daarvoor één stap buitenshuis te moeten zetten. Wereldkampioen (maar niet voor lang meer) Carlsen doet namelijk liever aan snelschaak, waar hij ook ongeveer altijd wint, alleen moet hij zich minder moe maken. Nu ja, zijn keuze, straks neemt ofwel Nepomniachtchi ofwel Ding de kroon van hem over.
Begin februari hadden we het dus over de vernieuwde Champions Chess Tour, en m.b. over het eerste luik daarvan, de Airthings Masters. Een stuk ingewikkelder dan vorig jaar, met voorafgaandelijke kwalificatieluiken en vervolgens het hoofdgebeuren, een knock-out in drie reeksen, van resp. 8, 16 en 32 deelnemers. Er zijn overal punten te verdienen, maar niet telkens even veel, en de grootste slokoppen spelen op het eind van de Tour de CCT-Play-off.
Ter verdere opfrissing: de knock-out, middels matches van 4 (soms ook 2) partijen, heeft het format van de dubbele eliminatie, wat inhoudt dat verliezers eerst in de verliezerspoule terechtkomen en pas echt uitgeschakeld zijn als ze daar ook verliezen. Het culmineert in een finale in de winnaarspoule, waarna de verliezer het opneemt tegen de winnaar van de verliezerspoule. Wie die verliezersfinale wint, mag dan de Grote Finale spelen tegen de winnaar van eerstgenoemde finale, aka de winnaar van de winnaarspoule. Om met Cruijff te spreken: je snapt het pas als je het doorhebt. Enfin, het idee is dat je twee keer moet verliezen om uitgeteld te zijn, maar ook dat je twee keer een finale moet winnen om het tornooi te winnen. Dat dubbele-eliminatieformat was ook van toepassing in de American Cup, zoals ik onlang al vertelde, met de toevoeging of we dat in de club ook niet eens konden uitproberen. Het heeft wel wat, als je het eens goed bekijkt (en dat is wel nodig).
Het tweede CCT-luik, de Chessable Masters, is deze week afgewerkt, net op tijd om plaats te maken voor het WK in Astana. Carlsen, Nakamura en So waren als top 3 van het vorige luik automatisch geplaatst voor reeks 1, samen met Caruana, die daar reeks 2 had gewonnen. De andere vier, Le, Artemiev, Fedoseev en Aronian hadden zich gekwalificeerd in de Play-In, het laatste voortornooi. U vindt het niet erg dat ik iets meer focus op deze reeks, waar, hoe kan het ook anders, de toppers vanzelf komen bovendrijven.
Leuk om te zien dat de sterkste niet altijd wint. Carlsen verloor meteen van Artemiev, maar wist het in de verliezerspoule toch tot de finale te brengen, waar hij dan definitief tot staan werd gebracht door Nakamura, die andere krak. Die was daar terechtgekomen door in de winnaarspoule te verliezen van Caruana, die tot dan over alles en iedereen heen was gewalst. Dat leverde een nieuwe finale op tussen Nakamura en Caruana, en nu ging eerstgenoemde met de winst aan de haal. Mocht u het systeem nog niet helemaal doorhebben: de heren speelden vervolgens nog eens tegen elkaar (de 3de keer intussen), want je moet twee keer (een match) verliezen voor je helemaal verslagen bent. Nakamura won opnieuw, en werd zo de officiële winnaar van de Chessable Masters, reeks 1. Eerst Carlsen (Airthings Masters), nu Nakamura (Chessable Masters), verrassen doet het niet.
In reeks 2 ging Abdusattorov met de trofee lopen, na dubbele winst op Vachier-Lagrave. Hij mag volgende keer rechtstreeks naar reeks 1. In reeks 3 ging de eindzege naar Tabatabaei, die eerst Vokhidov versloeg en vervolgens Sarana. Ook hij ‘promoveert’ naar de hogere reeks (2).
Genoeg daarover, next stop maandag in Astana, waar echt wordt geschaakt. Nepomniachtchi mag eerst met wit. Let the games begin!