Tussen aardig wat zilverentorengedoe werkten wij onze eerste ronde van het nieuwe jaar af. Toevallig moesten de drie tenoren van de voorlopige rangschikking alle drie aan de bak, maar niet tegen elkaar. Het ging er dus om wie desgevallend een halfje of heeltje zou prijsgeven t.o.v. wie dat niet zou doen. Met de eindmeet zo stilaan in zicht – 2/3 van de boel zit erop – krijgen alle verschuivingen, hoe beperkt ook, extra gewicht. _LEESMEER_
Soms heb je zoveel aandacht nodig voor je eigen partij dat je nauwelijks iets ziet van hoe de anderen het doen. Dat was deze keer nadrukkelijk het geval. Niettemin:
Guy opende Engels, en Jan zocht het Koningsindisch op. Veel later, toen het bord al een stuk leger was, had Jan een vork op koning en toren kunnen plaatsen, en probeerde Guy nog een reddende kamikazecombinatie uit de vingers te toveren, maar de magie was uit de witte stelling verdwenen en dus ging de redding niet door: 0-1.
Nog minder zag ik van Benny tegen Guy. Die partij was als een Siciliaan begonnen, en kon dus tal van kanten uit. Het was opnieuw de zwartspeler die de beslissende kant aan zijn … kant bleek te hebben: 0-1.
Herman en Jan hielden het bij het Italiaans en twintig zetten lang was de partij in evenwicht. Daarna mobiliseerde zwart al zijn troepen voor een koningsaanval, maar wit zorgde voor een stevige verdediging. Gek genoeg vond Fritz dit de beste fase voor zwart: ca. -2 en “zwart staat duidelijk beter”. Een missertje van Herman gaf Jan dan de kans op een offer met niet-onaardige compensatie, en terwijl eerstgenoemde al dacht dat z’n stelling op sterven na dood was, zwakte diezelfde Fritz zijn oordeel af tot gewoon “beter”. Met een actieve verdeging wist wit de zwarte pogingen zo te bemoeilijken dat de stelling in enkele zetten kantelde, naar voordeel, beslissend voordeel en uiteindelijk winnend voor wit. Zover kwam het niet, omdat Herman zichzelf de klus niet zag klaren in de hem resterende tijd en dus genoegen nam met remise (tot "afgrijzen" van sommigen ….). Wat heb je immers aan een gewonnen stelling als je met tijd of door overhaast en foutief spel verliest? Achteraf zag het er allemaal wel makkelijker uit, maar dan moet je natuurlijk niet meer zeuren.
Een en ander heeft zo zijn gevolgen voor de stand. Jan en Herman staan nu samen aan de leiding, op een halfje gevolgd door Guy. Herman heeft echter een partij meer gespeeld, dus virtueel staat Jan eerst, met 3 verliespunten, voor Guy met 3,5 en Herman met 4. Leuk detail: in de volgende ronde (over twee weken) staat de topper Guy–Herman op het programma. Een verliezer is mogelijk definitief uit koers, winst zou een flinke stap in de beoogde richting kunnen wezen. Wat ook meespeelt: in de resterende partijen heeft niet ieder een (op papier) even lastig programma. Het blijft dus koffiedik kijken, misschien wel tot op het laatst …