We zijn halfweg, Shanghai zit erop, en Chongqing wenkt. Laten we even de neiging onderdrukken om tot vervelens toe parallellen te willen zoeken met 2018, de eerste WK-clash tussen toenmalig wereldkampioene Tan en haar dito uitdaagster Ju. We weten het al: toen won Ju de 2de partij, nu deed Tan dat. En partij 4 werd nu remise, destijds won Ju. Laten we maar eens eerst de laatste twee partijen bekijken, tijd genoeg voor vergelijkingen daarna.
5de partij: Ju – Tan
Een eerste zet is geen nieuws hier: Ju opent alweer met 1. e4, en Tan antwoordt opnieuw met 1. … c5 (net zoals ze in de even partijen altijd 1. c4 speelt). Nu ja, 5 partijen is nog weinig om veel variatie te hebben, die komt misschien nog, maar het lijkt er wel op dat de beide kempkippen (dat klinkt niet netjes maar -hanen is hier ook niet echt geslaagd) best zeker zijn van hun openingskeuze. Niet dat er nooit wat verandert: deze keer komt de Kan dan wel Paulsenvariant (4. … a6) op het bord.
Op zet 8 neemt Ju haar tijd voor 8. c4. Niet ongewoon in deze opening, de vraag is alleen wanneer je dat doet (ook 5. c4 had bv. gekund). Even later centraliseert Tan haar damepaard naar e5, en dat zie je hier zelden. Maar omdat het bijna a tempo gebeurt, is het klaar dat ze in haar huiswerk zit. Het antwoord, een theoretisch nieuwtje, zat daar niet meteen in: 10. c5, tijd voor een diagrammmetje:
De pion blokkeert de loper op a7, maar zwart kan dat oplossen door op een gepast moment b6 te spelen. Tan laat dat echter na, en kiest een zet later voor 11. … b5, waarmee ze de kracht van de pion op c5 schromelijk onderschat. Vijf zetten later staat ze een pion in het krijt en is haar openingsspel duidelijk mislukt. Ze heeft dan nog wel het geluk dat Ju het af en toe rustiger aan doet dan had gekund en dat ze nog mag hopen dat ze uiteindelijk niet kopje onder zal gaan, maar ze maakt het zichzelf ook niet makkelijker (17. … f5?) en op de 20ste zet verovert de wereldkampioene een tweede pion en staat Tan simpelweg verloren.
Wat volgt is een trage en lange doodstrijd. Tan geeft nog twee stukken voor een toren in de hoop dat ze daarmee nog wat obstakels en hindernissen kan opwerpen op het zegepad van Ju, maar die ruikt als het ware de weg naar de winst en laat zich niet afleiden. Tan spartelt tegen zolang ze kan, maar geen van de dreiginkjes die ze opwerpt, vermag Ju te verontrusten. Na 58 zetten (zie diagram) …
… is de uitdaagster zo murw gespeeld, dat ze op de volgende zet van wit zal opgeven. Die zet en de leuke combinatie die erdoor wordt ingeleid, mag u zelf bedenken. Tan wist hoe laat het was en vond het welletjes. Na haar winst in de 2de partij verliest ze twee keer in drie partijen en zijn de zaken helemaal omgekeerd. En deze keer ging ze overtuigend tegen de vlakte.
6de partij: Tan – Ju
Nog eentje, en dan kan Tan naar haar thuishaven, Chongqing. Alleen, liet ze verstaan, is Chongqing zo groot dat er van thuisgevoel amper sprake kan zijn: ze woont niet echt om de hoek van de WK-locatie. Zou ze niettemin nog even in schoonheid afscheid kunnen nemen van Shanghai?
Zoals gezegd: geen variatie op de 1ste zet (van wit). Voor de 3de keer opent Tan met het Engelse 1. c4, waarna het spel snel een eigen richting uitgaat. Ju kiest voor een voortzetting met weinig theorie of dito geforceerde varianten, en stuurt de partij in strategisch-positionele wateren, wit ziet heil in een dubbel fianchetto. De dameloper wordt echter snel ingesnoerd (7. … d4), het paard moet via a3 de wei in. Wanneer wit de hinderlijke d4-pion met 10. e3 te lijf gaat, slaat zwart ongegeneerd de aanvaller, wat één commentator alvast omschrijft als “een veelbelovende zijvariant”.
Het nieuwtje komt van Tan, op de 12de zet. Ze zet alweer (zie ook vorige partij) een paard op e5, al is het deze keer het koninklijke ros, en dat is kennelijk ‘out of book’, want ze doet er 10 minuten over. Ju riposteert met stukkenruil, inclusief de witveldige lopers, wat elk wit initiatief in de kiem smoort en zwart bovendien een potentieel extraatje geeft voor het eindspel: een pionnenmeerderheid op de damevleugel, terwijl de witte koning helemaal van de andere kant moet komen om zich verdedigend te komen moeien. Een paar zetten later staat wit al behoorlijk onprettig:
Het paard op e4 hinnikt dreigend over de witte stelling, de witte velden rond de koning zijn zwak, het paard op a3 staat nog altijd buitenspel, en over de zwarte pionnenmeerderheid op damevleugel hadden we het al.
Met een paar sterke zetten neemt Ju het heft helemaal in handen. Toch laat ze Tan wat verder nog een waterkans op remise. Er wordt echter afgeruild naar een paard-en-pionneneindspel, en zie, dat lijkt remiseachtig, maar is het niet: de zwarte koning is het eerst bij zijn 3 versus 2 pionnen op de damevleugel, en wit heeft intussen nog niets nuttigs weten te bereiken met de witte meerderheid op de koningsvleugel. Tegen de tijd dat Tan daar een vrijpion kan creëren heeft Ju er daar twee en gaat ze er ook één bijwinnen aan de andere kant.
Natuurlijk, zolang het kan toont Tan zich van haar taaiste kant, genre opgeven-staat-niet-in-mijn-woordenboek, en na Ju’s 52ste zet (52. … g2) ziet het er zelfs naar uit dat ook wit een pion zal gaan promoveren, zij het een zet later dan zwart (53. f7 g1D 54. f8D):
Ach, dat wint ongetwijfeld nog altijd, maar Tan geeft op (in de diagramstelling), en met reden. Want wat voor moois heeft Ju op 53. f7 nog in petto?
Et voilà, zo staan de zaken na 6 van 12 partijen: 4-2 voor Ju, die met 3 maal winst in 4 partijen de dingen helemaal naar haar hand zet. Van vergelijkingen gesproken, in 2018 stond ze halfweg eveneens 2 punten voor, alleen was dat na 5 van 10 partijen. Of Tan zichzelf weer op de rails kan zetten, vooral na de twee mokerslagen die ze de vorige twee dagen te incasseren kreeg – ze werd in wezen telkens overklast – wie zal het nog geloven? De uitdaagster blijft echter strijdlustig, zo liet ze optekenen, er zijn nog 6 partijen om de rollen weer om te draaien. Daar moet ze dan niet te lang mee wachten: elke keer dat ze niet scoort, is ze een stap dichter bij het einde en wordt de opdracht een stuk zwaarder. Nu ja, in 2018 won ze ook de 1ste partij in Chongqing, dus wie weet?
Op het eerste gezicht lijken mij in stelling 1. Pf6+ en in stelling 2. Pe5 te sleutelzetten. Nu het nog allemaal uitrekenen… 🙂
Het is niet de eerste, wel de tweede sleutelzet.
Om met de laatste stelling te beginnen: na 1. (f7) Pe5 2. f8D volgt 2. … Pf6+ en gaat de kersverse dame meteen weer verloren. De rest behoeft weinig toelichting: de zwarte g-pion promoveert ongehinderd en zal de klus komen afmaken.
In de eerste stelling zal 1. Pf6+ ook wel winnen, maar wellicht iets minder direct – ik heb zelf wat zitten proberen, maar daar zit (voor mij) best nog wel wat rekenwerk aan. Er is een betere zet, of een combinatie die op 1-2-3 duidelijk maakt: alle verdere “resistance is futile”. Ik verklap het nog even niet, om wie het wil nog wat tijd te gunnen om zelf de oplossing te vinden.