Geen kwaad idee om na het eerste schuifje in Chongqing (partijen 7 en 8) even te wachten met mijn verslag: de kans was reëel dat er nog maar één partij zou volgen. Zo ging het ook en daarmee doen we die partij er in één keer bij, wel zo handig.

7de partij: Ju – Tan

Met 2 punten achterstand kun je niet veel anders dan kost wat kost naar winst streven. Natuurlijk kwam er opnieuw een Siciliaan op het bord, maar deze keer koos Ju voor de Rossolimo-variant en aansluitend een Maroczy-opstelling, met pionnen op c4 en e4. Tan was niet verrast, en bracht een verbeterde versie van een partij SoXiong (een van haar secondanten nota bene), met 9. … Le7 i.p.v. 9. … Lc4. Grappig detail: geen van beiden was zich bewust van die partij, zo bleek achteraf.

Zoals gewoonlijk doet Tan het voortreffelijk in de opening, of op z’n minst tot Ju de partij in onbekend gebied brengt. Dat doet de uitdaagster meer tijd dan anders verbruiken, gretig op zoek naar varianten die winstwegen zouden kunnen beloven. Het loont, in de mate dat ze net iets beter uit de hoek komt in de late openingsfase en het middenspel, waarin ze het loperpaar verwerft en  zelfs een pionnetje weet te knippen. Een goed teken, zo lijkt het, al ligt Ju nog lang niet tegen het canvas. Schaduwzijde: Tan heeft voor dat alles een pak meer tijd geïnvesteerd dan ze anders zou doen – winstdwang, natuurlijk – en dat begint zich stilaan te wreken. De kers op de taart, maar dan in negatieve zin, komt er op de 35ste zet, nadat er van welk zwart voordeel ook al geen sprake meer was.

Zwart kon allerlei doen, maar kiest voor het onzalige idee om met 35. … Lb7 haar c6-pion te dekken, terwijl die in se niet eens te redden is. Daarmee sluit ze ook haar toren op b5 af van de achterste rij, zodat die vrijwel buitenspel staat. Wit profiteert door de zwartveldige lopers af te ruilen en een monster van een paard op c5 neer te ploffen, waardoor de loper op b7 en prise wordt gezet. Het wordt nog erger: om de toren te bevrijden moet de loper naar a8, of all places, om daar mistroostig in de hoek te blijven verkommeren. Even verder is de zieligste loper ooit gezien een vogel voor de kat en sleutelt Ju, eerder dan voor kat te spelen, in één moeite aan de constructie van een matnet. Tan vermijdt het mat nog met 47. … Kd5, maar geeft tegelijk op.    

8ste partij: Tan – Ju

Hoe ga je om met winstdwang als je van “nog 6 kansen” om je 2 punten achterstand weg te werken naar “nog 5” gaat en bovenop een extra punt in het krijt staat? Ga er maar aan staan, moet Tan gedacht hebben, maar ze doet wat ze kan, onder meer door van 1. c4 over te stappen naar 1. e4. Volgens Fischerthe best by test” (vrij vertaald: de beste zet, zo wijst de praktijk uit), en in die zin een begrijpelijke keuze.

Het wordt iets tussen Weens en Loperspel, naar verluidt recent wel meer beproefd op hoog niveau, maar het is al gauw zeker dat Ju snel in haar ritme zit. Wit komt nooit tot initiatief en zwart aarzelt zich een minpion op zonder noemenswaardige compensatie. Er is niet veel meer nodig om Ju de wind in de zeilen te geven en de wereldkampioene geeft en passant een kleine masterclass. Met een paar sterke zetten manoeuvreeert ze naar een pionneneindspel met loper versus paard, creërt een sterke vrijpion op c3 en offert qua orgelpunt haar loper op voor de twee resterende witte koningspionnen, feillooos inschattend dat wit straks het paard zal moeten tegenofferen om een eerste zwarte promotie te verhinderen. De tweede is dan niet meer te stoppen.  

Vierde opeenvolgende zege voor Ju, die leidt met 6-2 (jawel) en nog maar een halfje nodig heeft om haar titel te verlengen. Konden we na de eerste vier partijen nog zeggen dat de beide speelsters elkaar min of meer waard leken (ELO-gewijs was er ook maar een verschil van 6 schamele puntjes), dan lijkt de conclusie nu dat Ju er even moest inkomen, maar intussen Tan simpelweg in de prak speelt. Dat hebben we de vorige keren (Tan in 2018, dan Goryachkina, dan Lei) niet gezien: daar werd de kamp telkens gewonnen met minimaal verschil.

9de partij: Ju – Tan

Een mens zegt al eens: “De zaak is ernstig maar niet hopeloos”, of voor de grap ook omgekeerd, maar hier was het zowel hopeloos als ernstig, ten minste voor Tan, die nu “gewoon” vier keer op rij moest winnen en dat vermoedelijk alles behalve grappig vond. De enige die reden tot lachen kon hebben was Ju, en geloof het of niet, meer dan het allerflauwste glimlachje kon er bij haar nooit af, althans bij die uiterst zeldzame keren dat je kon denken dat er, wie weet, wie weet, misschien uiteindelijk toch iets als een lachje zat aan te komen.

Dat de laatste partij (al stond vooraf nog niet vast dat het ook echt de laatste zou zijn) geen spetter zou worden, kon je aan je water voelen. Het werd opnieuw een Rossolimo, waarin Tan na 10 zetten gelijk spel bereikte en Ju vervolgens geen complicaties zocht of toeliet. Ze deed ook geen moeite om voor de winst te gaan, het volstond dat Tan geen kans(en) kreeg om dat zelf te doen. Het liep uit op een toreindspel waarin elke ambitie om te winnen de grenzen van de totale futiliteit zou overschrijden, en dus werden de zetten herhaald en had Tan ten minste het genoegen dat ze geen vijf op een rij had moeten ondergaan. Het genoegen van haar tegenstandster was natuurlijk van een iets andere orde.

Wenjun JU wint het WK 2025 met 6,5-2,5, met 3 partijen op overschot – nooit gezien (of toch uiterst zelden) – en kroont zich voor de 5de keer op rij tot wereldkampioene. Het is geleden van Gaprindashvili (1962-1978) en Chiburdanidze (1978-1991) dat iemand het bracht tot vijfvoudig wereldkampioene, en de eigenlijke recordhoudster nog ver daarvoor, Menchik (1927-1939), stond liefst acht keer op het hoogste schavotje. Ju doet het daarmee ook beter dan Hou, die “maar” vier keer de titel behaalde, maar dan wel in de tijd dat FIDE van de WK-cyclus zo’n potje had gemaakt dat je om de twee jaar bijna gegarandeerd een andere wereldkampioene had, reden waarom Hou er uiteindelijk de brui aan gaf. Zo niet dan zat Hou misschien nu ook aan acht (en Ju nog aan 0), maar daar kun je tot in de eeuwigheid over speculeren, omdat we het nooit kunnen en zullen weten.   

Op de wereldranglijst – geleid door 5 Chinese dames en tussenin 1 “FIDE”-speelster – zakt Tan van 3 naar 5, en gaat Ju weer een eindje voorop fietsen, zowat 30 tot 45 punten vóór het trio dat haar op de hielen zat en, o toeval, bestaat uit haar drie voormalige uitdaagsters: Lei, Goryachkina en Tan. Nog niet genoemd in dat vooraan staande (en ook wel vooraanstaand) zestal, en volledigheidshalve doen we dat wel, zijn Hou, nog weinig actief maar nog steeds nummer 1, en de 22-jarige Zhu, vast een wissel op de toekomst in het Chinese damesschaak. De weelde is groot. Misschien is het wel Zhu die Ju uiteindelijk zal onttronen: de anderen hebben 1 (of 2) kansen gehad maar maakten het niet waar. Aan de Chinese dominantie zal echter weinig gemorreld worden in de komende jaren.

Tot daar dit, korter dan verwachte WK, waarin de regerend wereldkampioene haar status alle eer aandeed en de uitdaagster, zeker niet oneervol, niet kon tornen aan dat meesterschap. Intussen is de volgende WK-cyclus aan de gang. Benieuwd of de eerstvolgende uitdaagster een nieuw gezicht wordt, dan wel of één van de eerdere pretendentes een nieuwe kans versiert. Als u het mij vraagt (maar waarom zou u?) zal er een nieuwelinge nodig zijn om Ju opzij te zetten. Het is wat je haar peers zou kunnen noemen al 7 jaar niet gelukt …  

Een reactie achterlaten

Off topic reactie | Meld een fout/klacht | Gedragscode

Opgelet, je bent niet ingelogd. Je reactie zal mogelijk eerst moeten worden goedgekeurd door de webmaster vooraleer ze op de website verschijnt.

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *