Zoals jullie sinds mijn bijdrage over de meest recente schaakolympiade weten heb ik niet alleen een fascinatie voor de top van het schaken, maar heb ik – zeker gezien mijn eigen eerder bescheiden spelniveau – ook een speciale interesse voor de wat lagere regionen van het schaken. Geïnspireerd door de “maximummer” van Jan besloot ik om me eens te verdiepen in de minimummer. Beschouw dit als een artikel dat je kunt vergelijken met de aandacht, maar zeker ook sympathie die in de derde week van de Ronde van Frankrijk in alle kranten uitgaat naar de Rode Lantaarn. In de vorige jaargang herinner ik me dat Sebastien een stuk na kerstmis er in slaagde de nul weg te vegen. We kennen allemaal wel periodes waarin even wat minder gaat en je hunkert naar die ene “referentiepartij” die jou opnieuw overtuigt van je eigen schaakvaardigheid en die de balans in de haat-liefde-relatie voor het schaken weer doet overhellen naar smoorverliefd.
Hoe zit dat dan dit seizoen? Tot voor afgelopen speeldag waren er nog 8 minimummers, maar na dinsdag hebben drie daarvan ook hun rekening geopend. In reeks 1 hield Gaston met zwart Pascal op remise en werkte Dries niet alleen zijn minimum weg, maar in één moeite door ook het maximum van Jan. Zo heeft iedereen in die reeks intussen iets gesprokkeld.
In reeks 2 heeft iedereen al gescoord, want ik ga in deze “rubriek” uiteraard geen rekening houden met spelers die genoodzaakt waren forfait te geven. Over naar reeks 3 waar Jozef de punten deelde met Kenneth en daarmee zijn eerste halfje lukte. Ook in deze reeks intussen geen minimummers meer!
In reeks 4 vinden we de eerste minimummer terug met Carlo, maar ik denk dat eerstvolgende tegenstanders Maxim en Mark zeker niet in de val van onderschatting zullen trappen tegen één van de meest ervaren spelers uit de club.
In reeks 5 heeft Heidi nog geen punten, maar het klassement leert dat zij nog enkel tegen de top drie gespeeld heeft en ik verwacht dan ook dat het niet al te lang zal duren vooraleer ook Heidi de “minimummer” verlaat.
Verrassend genoeg staat in reeks 6 Charlie nog op nul, terwijl hij toch indruk maakte tijdens de zomer en hiermee als NC een plaatsje verdiende in deze reeks. Waar zit het dan? Wellicht is spelen in een CK toch net anders dan in het meer relaxte zomertoernooi en in deze heel evenwichtige reeks speelde Charlie enkel tegen de top 2: Ghislain en Freddy. Ik denk ook niet dat Charlie lang deze rubriek zal blijven stofferen.
In reeks 7 is Matthias die vorig jaar niet deelnam aan het CK dit seizoen nog op zoek naar de eerste score. Reeks 7 is een reeks waar het een beetje alles of niets lijkt te zijn. Er zijn immers 9 partijen gespeeld waarvan er slechts 2 op remise eindigden. Dat laatste gegeven is nog nadrukkelijker van toepassing in reeks 8 waar 11 partijen gespeeld werden en tot nog toe enkel de partij tussen Erwin en Ria op remise eindigde. In deze reeks vinden we met Jasper de laatste minimummer terug.
Tot slot heb ik na mijn derde remise in drie partijen op rij mij de vraag gesteld of er nog meer remiseschuivers zijn in deze editie van het CK. Deze blijken vooral te vinden in reeks 4 en 6. In reeks 4 hebben Vedat, Maxim en Mark nog enkel gelijk gespeeld en in reeks 6 dus naast Patrick ook Frank en Wijnand. Omdat het lastig te spreken is over een “remisemaximummer” heb ik voor deze niche-rubriek dan maar gekozen voor de naam: “Wisselbeker Wijnand” omdat ik het mij is opgevallen dat Wijnand opvallend vaak remise speelt. Moest Wijnand hiertegen bezwaar hebben dan herdoop ik dit item tot de “Wisselbeker Krakkemikkige Kramnik”.
Zalige rubriek!
Spitsvondig en leuk. Herman zal het wel spijtig vinden dat deze rubriek vorig jaar nog niet bestond.
Mij lijkt de “Trofee Rudi Lauwers” toch ook een gepaste benaming 🙂
Nog over remises: het valt mij al op sinds ik clubschaker ben dat in de hoogste en in de onderste reeks relatief weinig remise wordt gespeeld. Remise is kennelijk vooral een ding van de middenmoot?
Dat gevoel herken ik ook wel, Mark. Ik denk dat men in de middenmoot soms te lief is voor mekaar. Veel remises worden er overeengekomen in stellingen waarin toch nog wel wat onevenwichten zitten. Is de schrik om te verliezen er te groot? Of gunt men elkaar gewoon te veel een half punt?
Ja, Jan, je weet niet hoe vaak ik mij vorig jaar heb afgevraagd waarom de minimummer eigenlijk nooit aan de bak kwam. Maar ik kon toen moeilijk zelf met zo’n rubriek beginnen, toch? Hoe dan ook, wie “beter” wil doen dan ik vorig jaar, heeft nog ettelijke partijen voor de boeg …
Leuk artikel, Patrick!
Misschien reserveren we voor de minimummer van dit jaar de Trofee Herman Callens? 😉
Natuurlijk is het vergeten van Herman vorig jaar een belangrijke omissie van mijn kant. Sebastien zat wat verser in mijn geheugen aangezien die in “mijn” reeks speelde. Ik weet echt niet meer zeker wie vorig jaar de ultieme minimummer was… Daarvoor zullen we het archief moeten raadplegen. 🤣
Gezellig voor de mensen zonder punten …
Interessant, die bedenking over remises. Ik herinner me een tijd dat er vooral in reeks 1 veel halfjes werden gedeeld en juist niet in de andere reeksen.
In die tijd in reeks 1 was dat omdat iedereen snel een pint wilde gaan drinken…