Na al het voorgaande kon je moeilijk verwachten dat de spanning geen toppen meer zou scheren en dat de volgende, lees: de voorlaatste, ronde weinig animo zou brengen.
Ronde 10. Alsof men wist dat het een beetje nu-of-nooit was – en wees gerust: dat wist men – werd er op de topborden vol voor gegaan. Op de eerste acht borden, in wezen de spelers die (nog) in aanmerking komen voor tornooizege en/of kandidatenstatus, viel één enkele remise te noteren, elders vloeide rijkelijk bloed. _LEESMEER_
Om te beginnen, die remise. Nakamura en Aronian, twee van de vier co-leiders en twee gevestigde waarden die je vooraf wel min of meer had kunnen verwachten en die met de meet in zicht bijna op kousenvoeten bovenaan zijn komen aansluiten, gaven elkaar niets toe en gingen dus allebei een halfje vooruit. Echter, met het geweld van de winstpartijen rondom, is het niet zeker of dat een goede zaak was: alle winnaars gaan immers een punt vooruit en doen dus een betere zaak. Over de verliezers moeten we het niet per se hebben: die zijn, naar alle waarschijnlijkheid, eraan voor de moeite.
De winstpartijen dan. De Spanjaard Anton Guijarro heeft een prachtig tornooi achter de rug, maar zal in extremis het kandidatentornooi niet halen. Medeleider Caruana toonde geen medelijden en nam tegelijk een stevige optie op de eindzege: hij staat moederziel (maar eenzaam voelt dat niet echt aan) alleen op één, met een half punt voor een zevental laatste kanshebbers (wie nog verder weg staat, heeft de facto geen kans meer).
Op bord 3 evenaarde Carlsen de reeks van Ding – 100 partijen zonder nederlaag – via een zege op Matlakov. Ook de wereldkampioen is er weer volop bij als het om de knikkers gaat, de Rus mag, voor deze keer althans, zijn ambities opbergen. Niet dat Carlsen erg tevreden was na afloop: in de betere stelling had hij de beste zet (27. e5) in gedachten gehad, maar dan moest hij even zijn handen gaan wassen, zoals dat heet, en weer achter het bord speelde hij meteen een andere zet (27. Lxf4). Weg voordeel en dan maar harken om het terug te winnen. Nu ja, dat gebeurde wel, en in het eindspel van D tegen T en P toonde hij overtuigend aan dat de vesting die Matlakov wilde bouwen geen vesting was.
Bord 4 was zo’n beetje ‘oud’ tegen ‘jong’ (maar dan niet piep-), Anand–Wang, en dat liep uit op een aflossing van de wacht. Wang, die een groot deel van het tornooi mee aan de leiding had gestaan en in ronde 7 pijnlijk struikelde over Aronian, serveerde een (goed voorbereide) Russische variant, waarin de oud-wereldkampioen uiteindelijk een stap te ver deed. De Chinees doet dus weer volop mee, Anand zal er deze keer niet bij zijn.
Een gelijkaardig verhaal op bord 5, waar oud-uitdager en (meermaals) oud-kandidaat Karjakin het langzame (89 zetten) maar zekere geweld van zijn 22-jarige landgenoot Alekseenko mocht ondervinden. Tja, die relatief nieuwe namen staan niet voor niets mee in de voorste gelederen. Exit Karjakin, dus, want ook zijn “opvisbaardheidsstatus” als wild card is bij deze zo goed als nul.
Op bord 6 gaf de Engelsman Howell, zwakjes begonnen, maar na enkele zeges op rij mee komen insluipen in de bovenste regionen, oude getrouwe Grischuk partij, die wel een goede start nam maar na het einde toe in wisselvalligheid verviel. Twee van de meest gerenommeerde tijdnoodpatzers tegen elkaar, voor de eerste keer dan nog, dat kon niet anders dan in tijdnood eindigen. Howell besteedde zowat een uur aan zet 10 plus 12, Grischuk retourneerde door 55 minuten te spenderen aan zijn antwoorden. Een Russische fout op de 22ste zet luidde de beslissing in, en de Engelsman wist het, ondanks hevige tijdnood, nauwkeurig af te werken. Ook Grischuk wordt dus geen kandidaat.
Verder bleef Vitiugov op bord 7 zijn landgenoot Rakhmanov de baas, de laagste ELO overigens in de kanshebbersgroep, onder meer omdat hij beter omkon met de stress van een alles-op-allespartij. Op bord 8 nam de Vietnamees Le, die een halfje minder had, de laatste hoop weg van de 19-jarige Iraniër Maghsoodloo. Voor Le zal het weliswaar niet volstaan, omdat de andere winnaars hem voor blijven.
Op naar het bloedstollende eind-spel! Daarbij moet u weten hoe het zit bij een gelijke stand, met name wie dan ‘kandidaat’wordt. Volgens het eerste criterium, de gemiddelde rating van de tegenstanders, nu al berekenbaar omdat de paringen van ronde 11 al bekend zijn, is dat, op dit moment, Wang, voor Alekseenko, Aronian, Nakamura, Vitiugov en Howell. Winst is verplicht: als iedereen tevreden is met remise, is alleen Wang tevreden. Maar het kan wel sneu zijn als je ziet wie je tegenstander is. Zo moet Nakamura het opnemen tegen Caruana en Aronian tegen Carlsen. Ga er maar aan staan als je moet winnen om een kans te maken op het begeerde ticket. Hebben de anderen het makkelijker? Alekseenko treft Vitiugov, Wang mag tegen Howell. Eén van die vier, vooraf wellicht niet zo getipt, zou het wel eens kunnen halen. Mocht dat zo zijn, dan mag dat voor mijn part, met alle respect voor de anderen, Wang zijn: gelet op het tornooiverloop verdient hij dat wel een beetje. Maar ik heb niets te zeggen …
Even toevoegen/corrigeren: Grischuk zou zich nog wel kunnen kwalificeren via de Grand Prix, waarin hij momenteel tweede staat (en die plaats zou volstaan). Alleen heeft hij nog maar één deeltornooi te gaan, en sommige concurrenten nog twee. Die zouden dus meer punten kunnen sprokkelen …