De Leuvense ploeg stond achter ons in de rangschikking, het zou dus mooi zijn als we het zo konden houden. Op papier (volgens IC ELO, dus) waren we aan elkaar gewaagd: hun gemiddeld ELO lag iets hoger, maar terwijl zij allemaal in een schijf van pakweg 100 ELO (tussen hoogste en laagste) zaten, was er bij ons iets meer spreiding: twee net iets hoger en twee een stukje lager. Dat kon een aardig gevecht opleveren.
Van Jeroen op bord 1 en Wout op bord 2 heeft uw dienaar amper iets gezien, maar wel dat het geen simpel geschuif was. Beiden wisten echter hun tegenstander gevat te neutraliseren, zodat we op koers bleven voor één of twee matchpunten. Chronologisch klopt dat niet helemaal, want Herman op bord 4 was het eerst klaar. Hij gaf in de opening een pion voor tegenspel, won die verderop weer terug en ruilde dan af naar ongelijke lopers (en gelijke pionnen).
Alles kwam dus neer op de schouders van Lucas op bord 3, die voor de tweede keer inviel en er, uiteraard in “samenwerking” met zijn opponent, een partij van maakte om van te snoepen, en te daveren van de zenuwen. De tijdcontrole werd gehaald, maar aan weerskanten kon de minste onnauwkeurigheid fataal zijn. Het spektakelstuk – laatste partij, de halve zaal zat erop te kijken – liep ten slotte uit op herhaling van zetten, met de alweer zwaar geslonken restminuten de veiligste oplossing. Het was flirten met de winst geweest, aartsmoeilijk weliswaar, maar het halve punt was voldoende om, zoals vooropgesteld, (minstens) de tegenstander achter ons te houden: 2-2. Mooi resultaat, puik werk!
En nu een verdiende winterpauze, om er eind januari opnieuw flink in te vliegen.