Open Brasschaat
Editie 2024 van het te onzent (en niet enkel daar) veelvuldig gesmaakte tornooi van Brasschaat is intussen drie ronden ver, tijd dus voor een samenvattende blik op het wedervaren van de SKOG’ers (hoofd- of nevenclub).
Als ik goed tel, zijn we met z’n achten. Gaston had de eerste twee ronden niet meegespeeld en kwam vandaag voor het eerst in actie. Voor die eerste afwezigheid kreeg hij wel een halfje, het tweede volgde daarstraks, tegen een jongeman van 14 of 15 jaar, die daar haast even blij mee was als de Poolse Katarzyna Niewiadoma toen die zondag in een bloedstollende finale de Tour Femmes 2024 won met het allerluttelste verschil van 4, jawel vier, seconden. Dan is geluk heel gewoon.
De rest van het SKOG-veld (breed genomen) sprokkelde intussen al iets meer, of evenveel, maar dan over 3 echte partijen. Best geplaatst is, het zal weinigen verwonderen, Daniel, die twee keer won en vandaag remiseerde met onze alom gewaardeerde bekercommentator Robert Schuermans. Tony was ook met twee zeges gestart, maar moest vandaag de duimen leggen. Patrik had dat laatste gisteren gedaan, maar wist nu met een tweede succes op gelijke hoogte te komen. Dat brengt ons naadloos bij de 50%-groep, met als enige lid Ronny, die al alle resultaten wist te behalen, in volgorde verlies, winst, remise.
Uit het voorgaande valt af te leiden – daar moet je niet voor gestudeerd hebben – dat de overige SKOG’ers vooralsnog onder die 50%-lat zitten. Na twee verliespartijen behaalde Enrique vandaag zijn eerste zege, zij het na heel veel zetten (twee notatievellen vol), al was de winst al zowat binnen na één vel. Alexander won gisteren, maar verloor de andere keren, na weliswaar kranig verweer.
Herman tot slot kon – alweer – nog niet winnen, maar verloor ook maar één keer, in ronde 1, tegen dezelfde Robert Schuermans van boven. Zijn twee halfjes leidden evenwel niet tot het soort euforie dat in de tweede alinea werd gekenschetst. Vandaag bestond hij het zelfs om een onreglementaire zet te doen (korte rokade terwijl f1 onder lopervuur lag), met als gevolg: twee minuten extra voor de tegenspeler en zelf met het aangeraakte stuk (i.c. de koning) een wel toegestane zet doen. Dat bleek net geen catastrofe, en even later was het remise.
Over die onreglementaire zetten nog een aardig slotwoordje. Geruime tijd later ging Herman toch maar eens informeren bij één van de scheidrechters naar de finesses van het claimen van een onregelmatige zet. In een klassieke partij mag dat kennelijk altijd, ook al ben je intussen tig zetten verder. Goed om weten, en de scheidrechter voegde eraan toe dat “je heus niet de enige bent die dat overkomt, er waren er al drie vandaag”. Fijn zo. Even later wist Tony het thema nog wat kleurrijker in de verf te zetten. Hij had ooit in een partij tegen Maurice Engelaer twee keer gerokeerd. Eerst lang, en toen de koning een tijd later weer op e1 was gesukkeld, nog eens kort bovenop. Geen van beiden had iets gemerkt, maar het kwam boven water in de na-analyse …
Het verwondert me niet dat alweer Tony bij deze farce betrokken is geweest…
Het gekst dat ik ooit heb meegemaakt qua onreglementaire zetten was dat mijn tegenstander zijn eigen pion pakte, na twee voorbereidende torenzetten. Toegegeven, dat was in in een café partij onder studenten.