Opnieuw kregen we met Wachtebeke 2 een tegenstander met gemiddeld heel wat minder ELO-punten voorgeschoteld en eens te meer bleek hoe gevaarlijk het is daarop voort te gaan. De 3,5-2,5 zege was uiteindelijk verdiend, maar kostte behoorlijk wat inspanningen. Zowel Dries als Nikolaas kregen ongeveer halverwege de match een remiseaanbod, maar omdat nog geen enkele partij beslist was, gingen ze daar niet op in. Ook dat bleek niet zonder risico.
Jan mag zich het slachtoffer noemen van een ‘valse ELO’ (rating niet in verhouding tot speelsterkte), hoewel dat natuurlijk niet aan de tegenstander in kwestie ligt. Hij mag de nederlaag ook wel aan zichzelf wijten door de opening te sjabloonmatig te behandelen en een sterk zwart paard toe te laten op een veld waar het met geen kanon meer weg te jagen was. Zwart vergrootte met goede positionele zetten de druk tot wit een pion en daarmee ook de partij weggaf. Op dat moment stond het echter al 0-3 (!) en leek er weinig aan de hand. Pascal verschalkte in een gelijke stelling zijn tegenstander met een loperoffer op h7. Zwart mocht de loper niet aannemen, maar dat kostte hem niet enkel de pion aldaar, hij kreeg er ook nog een koningsaanval bovenop. Wit maakte het proper af. Ook Lucas zat toen al in het analysezaaltje. In een scherpe partij leek hij met zwart een serieuze koningsaanval te moeten ondergaan, maar hij had goed gezien dat zijn koning achter een gezonde pionnenvesting stond, terwijl de witte koning veel meer in de tocht stond. Lucas rondde zijn aanval fraai af met een matcombinatie, meteen zijn eerste zege voor SKOG 1. Voor het derde punt zorgde Nikolaas en hij vertelt zelf hoe dat ging: “In de opening kon ik het loperpaar bemachtigen. Mijn tegenstander bleef achter met twee manke paarden, een heel slechte loper en twee zwakke pionnen. Het ging langzaamaan steeds slechter voor hem en na een hele tijd passief verdedigen ging hij, in een moeilijke stelling, zwaar de fout in.”
1-3, dat moest toch goed zijn voor winst, denkt een mens dan. Helaas raakte Dries, eveneens tegen een veel lager gequoteerde speler, in een complexe stelling en met de dame quasi ingesloten op a1 in tijdnood. Zwart hield het hoofd koel en won de dame. Wit kreeg er toren en paard voor, en hoopte nog op een mataanval, maar zwart draaide snel de bordjes om en dreigde na enkele zetten zelf ondekbaar mat. Na een schaak-der-wrake hield Dries het dan ook voor bekeken. 2-3 dus en omdat de tegenstander van Bart een kwaliteit (T tegen L) voor stond in een eindspel met elk drie pionnen, zag Wachtebeke al remisekansen opdoemen. Bart speelde een gelijkopgaande partij waarbij hij na zet 16 met zwart op -0,9 stond. Hij vertelt verder: “Ik speelde g6 om een venijnige aftrekschaak uit de stelling te halen maar reageerde fout op het (eveneens foutieve) Lh6 van mijn tegenstrever. In plaats van mijn voordeel verder uit te bouwen, gaf ik te optimistisch een kwaliteit. Hierdoor kantelde de stelling in het voordeel van wit. Door actieve verdediging en minder scherp spel van wit slaagde ik er in af te wikkelen naar een eindspel K, L en drie pionnen versus K, T en twee pionnen. Na het wegwerken van nog een pion bleef wit over met een randpion en toren tegen twee verbonden pionnen en de loper. Stockfish geeft de stelling 0,0.” En dus werd het remise. Daarmee was meteen ook de overwinning binnen. Oef!