Even iets anders. In Nederland zijn/waren de nationale kampioenschappen aan de gang (de heren zijn nog bezig, het wordt Giri of Jorden van Foreest) en kijk, bij de dames is het de 17-jarige (en bijzonder beloftevolle) Eline Roebers die de titel verovert, op zich een hele mooie zaak. Alleen, het was niet zo’n gewoon kampioenschap. Eerst zou er gespeeld worden in een groep van acht, maar door een aantal afzeggingen werd het tornooi herleid tot een dubbelrondige round robin vierkamp. Toch wat mager, dus. Terloops, voor degenen die afgelopen dinsdag de lezing van Gert Devreese bijwoonden en/of zijn boek kochten of kennen: één van de vier was WIM en streamster Anna-Maja Kazarian (“I often win on Twitch against IM’s and even GM’s”), van wie velen van ons (ik zeker) niet eerder hadden gehoord. Nu, dus wel.
Met z’n vieren, tot daaraantoe, maar de zaak werd bovendien ontsierd door een betreurenswaardig incident. Nederland kende vorige woensdag een (zomer)storm zonder voorgaande, met code oranje en vervolgens rood, waardoor het openbaar vervoer en veel ander verkeer, verplicht of de facto stillagen. Voor WIM Arlette van Weersel, die elke dag 1,5 uur heen-en-terug spoorde tussen Alkmaar en Utrecht, was het gewoon onmogelijk om tijdig ter plekke te geraken, ook nadat de organisatie had besloten om het aanvangsuur te verschuiven van 13 naar 15 uur, gelet op de gure weersomstandigheden. Zij hield de hele tijd tornooidirecteur Jeroen Schuil op de hoogte van de stand van zaken en die whatsappte haar kort na 11 uur: “In het ergste geval morgen twee partijen …”.
Tot zover kan iedereen wel volgen, maar dan breken de klompen. Om 13u15 krijgt van Weersel scheidsrechter Arno Eliëns aan de lijn, die botweg besluit: “Op tijd komen is je eigen verantwoordelijkheid; dan had je maar om 08:00 uur ’s ochtends de trein moeten nemen.” Wat eigenlijk niets had opgelost, want om 8:30 stond alle verkeer voor lange tijd stil en zou zij het evenmin hebben kunnen halen. Kortom, precies om 16u01 stelt de scheidrechter vast dat van Weersel niet aanwezig is en verklaart de partij voor haar verloren.
Van Weersel, die overmacht inroept en ook verwijst naar de oplossing die Jeroen Schuil had opgeworpen, is het daar uiteraard niet mee eens en tekent beroep aan. Dat wordt evenwel afgewezen. De belofte van de tornooidirecteur is van geen tel – die heeft zich ook te schikken naar de beslissing van de scheidrechter – en het reglement kent enkel overmacht wegens ziekte, wat hier niet het geval is. Waarop van Weersel zich terugtrekt uit het tornooi en vervolgens online een uitgebreide verklaring publiceert. De organisatie reageert daarop met de suggestie dat enkele van haar aannames niet kloppen. Dat slaat dan enerzijds op wat de tornooidirecteur wel of niet kan doen – het is wel degelijk de scheidrechter die beslist – en anderzijds op het feit dat de organisatie de speelsters heeft gewezen op de beroepscommissie – en dat er dus geen sprake kon zijn van “een inderhaast ingestelde beroepscommissie”. Het doet weinig ter zake, want het vormt allerminst een verantwoording voor de getroffen maatregel en de afwijzing van het beroep, en daar draait het nu eenmaal om. Eigenlijk zegt men: wat de grond van de zaak betreft heeft van Weersel wel degelijk een punt.
Zo dadelijk meer commentaar, maar eerst een praktisch gevolg. Omdat van Weersel er niet was, kreeg Anna-Maja Kazarian een gratis punt, en zo behield ze een waterkans om op gelijke hoogte te komen met Roebers, als ze die in de laatste ronde kon verslaan. Ze ging er dan ook stevig tegen aan, zodat Roebers even niet wist wat haar overkwam (Frans, Paulsen, met 5. … g5, behoorlijk agressief). Maar Kazarian kon niet profiteren van de kansen die ze zo wist af te dwingen en Roebers werkte zich weer boven water en nam gepast over. Roebers dus kampioene (5/6), voor Kazarian (3/6), Duson (2,5/6) en van Weersel (1,5/6).
Dat van Weersel in alle staten was (“Het amateurisme van de Nederlandse schaakbond is stuitend.”) is niet onbegrijpelijk. Hoe valt het namelijk te rijmen dat je aan de ene kant een maatregel neemt wegens kennelijke overmacht (“vanwege de weersomstandigheden”, en het was geen klein stormpje, het was bovendien erger dan verwacht en ooit meegemaakt) en aan de andere kant een beslissing treft met het argument dat het reglement enkel voorziet in “overmacht wegens ziekte”. Aangezien er niemand ziek was, moest de ronde ook niet pas vier uur later beginnen, denk ik dan. De vraag is wel wie waarover gaat. Komt het de tornooidirecteur toe om in een dergelijk geval het aanvangsuur aan te passen, en is het de scheidrechter die bepaalt of iemand tijdig aanwezig is, op basis van het vastgestelde of gewijzigde aanvangsuur? Dan is de ene overmacht niet de andere. Hoe dan ook, dit geeft op z’n minst een erg wrange nasmaak.
Als Nederlander voelde ik plaatsvervangende schaamte bij het lezen van dit bericht. Was trouwens Machteld van Foreest niet uitgenodigd ?
Nu maar hopen dat de KNSB dit tournooi voor volgende jaren beter regelt !