Vorige ronde was er al een eerste clash tussen clubgenoten Tony en Daniël, in ronde 3 was het weer van dattum en mochten Daniël en ik een robbertje uitvechten achter het bord. Daarover zo dadelijk meer. Want nu we het toch over clubgenoten hebben, in mijn eerste verslag vertelde ik al over het BK van 1991, toen we met vier Skoggers in Geraardsbergen neerstreken. Zoals gezegd was ook Marcel Adams van de partij, de stichter en eerste voorzitter van onze club, naar wie we ook ons bekertoernooi hebben genoemd. Over hem vertel ik graag wat meer, zeker voor wie hem nooit gekend heeft.
Ik moet al teruggaan naar oktober 1984. Ik was toen pas afgestudeerd, nog (even) werkloos en had aan de unief al een beetje de schaakmicrobe te pakken gekregen. Tijd om een schaakclub te zoeken, vond ik, en via via kwam ik bij SK Oude-God terecht. Marcel Adams, zoals altijd onberispelijk gekleed in pak met das, verwelkomde al wie de zaal binnenkwam met een formele groet en een handdruk. Hij zou dat blijven doen zo lang hij voorzitter was en daarna ook nog. Nieuwe mensen, zoals ik, werden vriendelijk aangesproken en kregen meteen de gelegenheid een partijtje te spelen. (In mijn geval werd het een avondje blitzen, toen overigens nog een complete nieuwigheid voor mij.) Het duurde enkele weken voor ik terugkeerde, maar dat het SK Oude God zou blijven, stond voor mij toen al vast en had alles te maken met die eerste indruk.
Marcel Adams kwam professioneel uit het verzekeringswezen en combineerde zijn job met een enorme passie en inzet voor het schaken. Ik doe hem ongetwijfeld te kort als ik zijn verdiensten voor de schaakwereld opsom, maar naast het oprichten van onze club startte Marcel, bij hem thuis, al in de late jaren 60 met jeugdschaak. Dat deed hij samen met Maria, zijn vrouw, die al even gepassioneerd was voor het schaken als hij. Later nam hij functies op in de koepelorganisaties, als secretaris of voorzitter: de Liga Antwerpen, de Vlaamse Schaakfederatie, de Belgische Schaakbond. Altijd bleef hij daarbij de minzaamheid en bescheidenheid zelve, iets wat door velen werd geapprecieerd. Ook toen hij het voorzitterschap na 22 jaar overdroeg aan Carlo, bleef hij actief in ons bestuur. Bijna moeiteloos nestelde hij zich daarbij in zijn nieuwe rol van secretaris, altijd bereid om zijn brede ervaring met nieuwkomers zoals ik te delen. Schaken deed hij uiteraard ook, tot op hoge leeftijd, en daarbij mochten ook sterkere spelers geregeld ondervinden hoe goed hij daarin was.
Typisch voor het respect dat hij van nature afdwong was dat niemand in de club hem aansprak met ‘Marcel’; altijd was het ‘Mijnheer Adams’. Dat had natuurlijk veel te maken met zijn formele stijl. Eigen daaraan was echter ook zijn ongelooflijke administratieve zorgvuldigheid. Aan hem danken we een bijzonder uitgebreid en transparant archief van alle documenten die maar bij een verenigingsleven komen kijken, te veel om op te sommen. Wekelijks had hij bovendien een pagina klaar met alle uitslagen en standen van de week voordien: clubkampioenschap, interclub, Zilveren Toren, varia en weetjes. Die draaide hij af op zijn eigen stencilmachine, zodat er op dinsdagavond voor ieder een exemplaar klaar lag. Met diezelfde stencilmachine werd ook de Schakel gedrukt, ons maandblad in tijden zonder internet. Ik herinner me nog dat hij op een gegeven ogenblik met wat pijn in het hart moest meedelen dat hij zijn allerlaatste stencil had opgebruikt. De tijd van de kopieermachine was toen al een tijdje aangebroken en stencils waren nergens nog te verkrijgen…
Ik zou zo nog even door kunnen gaan, maar ik laat het daarbij. Over naar de orde van de dag. In de Open reeks had Michiel een mindere dag, want hij verloor zijn beide partijen en boert met 2 uit 6 wat achteruit in de stand. Wordt het vandaag een inhaalmanoeuver? In de 55+ wist Tony een toreneindspel met een pion te verzilveren. Hij mag het nu opnemen tegen mijn opponent van de tweede ronde. De partij tussen Daniël en mezelf duurde bijna vier uur en was vooral positioneel interessant. Na de opening nam ik wat initiatief op de damevleugel, maar koos dan niet het beste plan en werd mooi gecounterd. Ik kreeg wel het loperpaar, maar mijn witveldige loper werd naar een barslecht veld gedwongen, waardoor zwart positioneel voordeel kreeg. Een tactische fout kostte me daarop de kwaliteit. Ik kreeg nog wel tegenspel, maar onvoldoende om een halfje te redden, Daniël hield alles onder controle en won. Hieronder vind je een korte analyse van de partij.
Over de stelling van gisteren geef ik de commentatoren opnieuw gelijk: Pcxe5 wint inderdaad een pion, al moet zwart wel goed rekenen: na Pxe5 Pxe5 heeft wit bijvoorbeeld Lf4 of zelfs Dh5.