Je zult het altijd weer zien. Je last twee weken Andalusië in (onder het motto: even op afzondering om het nieuwe seizoen voor te bereiden, al zou mijn wederhelft dat geheel anders omschrijven) en net dan vallen de tornooien met bakken uit de hemel. Bijna zoals de regen, die het weliswaar veel bescheidener deed maar ter plekke wel gewenst was, na vijf maanden acute droogte. Kortom, u hebt een boel vijgen na Pasen te goed, die we hier in kort (hoezo, kort?) bestek overlopen.
Eerst keren we terug naar Boekarest, voor het openingstornooi van de Grand Chess Tour 2023, m.n. de Superbet Chess Classic. Daarvan kreeg u al de eerste ronde, maar intussen is de boel ginds al een tijdje helemaal afgelopen. In de 2de ronde hesen Nepomniachtchi en Rapport zich naast So aan de leiding, ten koste van Deac en Duda. Met een zege op Vachier-Lagrave breidde Caruana vervolgens het leiderstrio uit tot een kwartet. Een ronde later ging hij er alleen vandoor, door Nepomniachtchi te vloeren, terwijl de andere co-leiders niet verder kwamen dan remise. In de 5de ronde veranderde vooraan niets, maar liep kersvers wereldkampioen Ding zijn eerste nul op tegen Firouzja en ging Nepo opnieuw de boot in, nu tegen Vachier-Lagrave. Enkel remises in ronde 6, al liet Caruana Firouzja ontsnappen, terwijl So in een nagenoeg gewonnen stelling tegen Ding zomaar de zetten herhaalde. Firouzja gaf in de volgende ronde Nepo al zijn derde tik en kwam zo op gelijke hoogte met Caruana, maar kreeg in ronde 8 zelf een oplawaai van Duda, waardoor hij weer co-leider af was. Een gelijkspel in de laatste ronde volstond voor Caruana om het tornooi op zijn naam te schrijven. Firouzja, So, Giri en Rapport deelden het zilver. Opmerkelijk: WK-kemphanen Ding (2x verlies) en Nepomniachtchi (3x verlies) eindigden tweedelaatste (4/9) en voorlaatste (3,5/9). Ja, zo’n WK kruipt niet in de kouwe kleren. Ding zou trouwens forfait geven voor het volgende GCT-tornooi (zie verder), wegens “vermoeidheid”.
Niet helemaal chronologisch, maar het volgende tornooi op ons lijstje, de Sharjah Masters (17-26 mei) heeft nu eenmaal ook een Belgisch tintje en moet dus niet pas aan bod komen als u allang hebt afgehaakt. Ter oriëntatie (of ga meteen naar de volgende alinea): Sharjah is één van de zeven leden van de Verenigde Arabische Emiraten, net een ietsje kleiner dan de provincie Antwerpen en met nog niet half zoveel inwoners. De hoofdstad heet ook Sharjah en verder zijn er steden als Kalba, Dibba Al-Hisn en Khor Fakkan. Sinds 1972 (op een weekje staatsgreep in juni 1987 na) wordt Sharjah geregeerd door emir Sultan Bin Mohammad Al Qasimi. Voilà, daarmee hebt u net als ik weer iets bijgeleerd.
De Sharjah Masters werd aangekondigd als het sterkste open tornooi ooit, en ik had geen zin om dat uitvoerig te gaan checken, ook al leek het mij een reclamepraatje van het onmiskenbaarste soort: met Maghsoodloo als hoogste ELO (momenteel ’s werelds 17de) mis je op het eerste gezicht toch wat ‘hogere’ namen voor een “sterkste …” ooit. Niettemin, talentrijk jong volk was er wel, bv. Gukesh, Erigaisi, Niemann, Praggnanandhaa en … Daniel Dardha. Onze Belgische kampioen begon als nummer 26, en dat is toch wel wat, in een gezelschap van 78 toppers, van bijna 2600 tot dik in 2700 ELO. Ik heb het dan enkel over het eigenlijke hoofdtornooi (er waren ook nog Challengers en Futures), alles samen waren er ongeveer 220 deelnemers, onder wie ten minste 30 top 100-spelers en 100 GM’s, en de rest had andere titels. De Masters zelf telde enkel GM’s en maar één vrouw: niemand minder dan wereldkampioene Wenjun Ju, die binnen enkele weken haar titel zal verdedigen tegen uitdaagster en landgenote Tingjie Lei en dus zeker wat training kon gebruiken.
De start was veelbelovend – niet zozeer voor Daniel, want die begon met een halfje uit 2 – want na twee ronden had Ju (‘maar’ 2550 ELO) al evenveel keer toegeslagen, ten koste van ‘hoger’ volk: Karthikeyan (2627) en Vidit (2731), en dan speelde ze remise tegen (enige) co-leider Praggnanandhaa (2688). Faut le faire! Uiteraard bleef het succes niet duren. Na 8 van de 9 ronden had zich een kopgroep van acht gevormd, onmiddellijk op de hielen gezeten door zeven naaste achtervolgers en een pelotonnetje van twintig meteen daarna. In extremis was het Arjun Erigaisi (6,5/9) die met een vol punt in de laatste ronde alle anderen de loef afstak en geheel alleen de eindzege op zak stak (6,5/9). Sevian, Gukesh, Yu, Martirosyan, Niemann, Tabatabaei en Oparin strandden een halfje verder (6/9). Wereldkampioene Ju, nummer 70 op de startlijst, finishte als 38ste (4,5/9, gedeeld 35st-49st) en had enkel de duimen moeten leggen voor Martirosyan (2675) en Sjugirov (2712), een prestatie goed voor bijna 16 ELO’s winst (waarmee ze weer over haar uitdaagster wipt).
En Daniel dan, hoor ik u vragen, want die lijkt toch zowat te ontbreken in bovenstaand relaas. Laten we dat gauw rechtzetten. Goed, de start was naar ELO-normen niet denderend: een halfje uit twee tegen twee ‘lagere’ spelers (al is die Suleymanli – even oud – geen onooglijk schakertje), dat kon in theorie een stuk beter. Maar dan gingen Iskandarov (2577) en Jumabayev (2590) voor de bijl. Yu (2729) in ronde 5 was natuurlijk andere koek, maar dat was meteen ook de (tweede en) laatste nul. Er volgde winst tegen Theodorou (2591), remise tegen Aditya (2522) en Mchedlishvili (2553), en opnieuw winst tegen de één jaar jongere Murzin (2604), zowat de beloftevolste Russische jongere, van wie hij vorig jaar in de Challengers van Tata Steel nog had verloren. Per saldo eindigde Daniel met een knappe 5,5/9, goed voor een de 17de stek (een gedeelde 9de-18de plaats), in wezen even goed als bv. Nihal, Praggnanandhaa en andere Esipenko’s. Na zijn EK-succes onlangs is dit weer iets wat toch mooi mag worden ingekaderd. Proficiat, Daniel!
Ik had het boven al over het volgende GCT-tornooi, waar Ding verstek voor gaf (en vervangen werd door Aronian). Dat was het Superbet Poland Rapid & Blitz in het Poolse Warschau, en omdat die snelschaakdingen mij de oren uitkomen, ga ik er maar snel overheen. Vorig jaar had thuisspeler Duda er gewonnen, en ook dit jaar ging hij goed van start, door alvast het rapiddeel op zijn naam te schrijven. Heel wat minder florissant liep het voor ex-wereldkampioen Carlsen, die begon met een nederlaag (de Poolse verdediging, nota bene in Warschau én tegen Wojtaszek) en 6 remises, vooraleer hij kon winnen van de twee laagste ELO’s. Dat belette echter niet dat hij als vanouds zwaar uithaalde in de blitz en alsnog de eindzege overtuigend op zak kon steken. Opmerkelijk detail: in de rapidpartij tegen Vachier-Lagrave ontstond (na 80 zetten) het befaamde eindspel van K+2P tegen K+pion, dat 13 zetten later in remise eindigde. Of het remise was, of een andere factor (tijd? fout?) in het spel was, geen idee, maar je ziet dit dus wel heel zelden.
Al dat gesnelschaak, het wordt er nog minder mooi op, als je er de onlinetralala op naslaat. Ook die andere cyclus, de Champions Chess Tour, beleefde zijn volgende luik, onder de toch wat kinderachtige titel – want kinderen hadden er niets mee te maken – ChessKid Cup. Als u het niet meer weet, jammer, maar elk luik telt drie divisies en wordt gespeeld volgens het dubbele-eliminatieformaat: wie verliest, komt in de verliezersgroep terecht en is pas uit als hij daar ook verliest. Onze interesse kan uitsluitend gaan naar die eerste divisie, en die werd gewonnen door Abdusattorov, nadat die twee keer Caruana had geëlimineerd. Men kan denken wat men wil, maar die Abdu staat er al bij de groten, en als de groten niet zien dat hun rijk bijna uit is, hebben ze onderhand een nieuwe bril nodig.
Last but not least, laten wij de ogen welwillend richten op de schone sekse, die het laatste luik van hun Grand Prix afwerkten, ietwat sneu als je bedenkt dat het mannelijke (pardon, het ‘open’) equivalent intussen is afgevoerd. Deel 4 ging door in Nicosia, Cyprus, en van belang was niet zozeer wie het tornooi zou winnen (hoe mooi meegenomen ook) als wel wie in de GP-totaalstand de eerste twee plaatsen zouden bezetten, want die waren een vrijgeleide voor het eerstvolgende Kandidatestornooi. Vooraf was het de jonge Chinese Zhu die de (voorlopige) leiding had, maar zij had haar drie tornooien al gespeeld en zou ongetwijfeld gepasseerd worden door minstens één en vermoedelijk twee of drie andere kandidates die in Nicosia nog punten konden sprokkelen. Voornaamste kanshebster Goryachkina startte echter met een nederlaag, tegen Wagner, en zo werd de zaak allesbehalve een gelopen race.
Laten we even focussen op die Dinara Wagner, die uiteindelijk het tornooi ook won, zeker niet onverdiend, en daarmee in één klap ook een GM-norm behaalde. Wagner, van origine Dordzhieva, geboren in Elista, Kalmukkië, huwde in 2022 de Duitse GM Dennis Wagner, speelde tot 2022 voor de Russische Federatie en vervolgens, na de Russische inval in Oekraïne, onder FIDE-vlag, tot ze in mei 2022 overstapte naar de Duitse Schaakfederatie. Haar zege was vooraf niet verwacht, en leverde haar ook geen kans op op een kandidatesticket, maar kondigt mogelijk wel een potentieel grootse toekomst aan.
Enigszins verrassend kwamen de favorietes niet zo geweldig uit de verf. Lagno hield nog het best stand, lees: verwijlde het meest in de voorste gelederen, maar Goryachkina, die ook nog een tweede keer verloor, en Kosteniuk, die er niet in slaagde om daarvan te profiteren, bleven hangen in de onderste tabelhelft. Uiteindelijk had Goryachkina in de laatste ronde genoeg aan remise om Kosteniuk alleszins voor te blijven, zodat de begeerlijke tickets naar Lagno en Goryachkina gingen. Dát is dan weer niet zo verrassend, maar dat het toch een beetje hakken-over-de-sloot gebeurde eigenlijk wel. Misschien is het geen wonder dat de uitdaagster van vandaag Lei is, en niet iemand van deze groep. Wie het nadien wordt, moet de toekomst leren, maar de favorietes hier lieten het toch een tikkeltje afweten.
Geen tornooien vergeten? Whatever, straks begint er alweer iets nieuws, u hoort er nog van!
Ter afsluiting een persoonlijke noot. Andalusië en Gibraltar, het ligt niet zover uit elkaars buurt, dus waarom zou je daar niet eens een kijkje nemen? Onwillekeurig denk je dan, terwijl je bovenop de beroemde Rots-met-de-apen uitkijkt op de prachtige baai (Bahía de Algeciras) tussen het schiereiland van Gibraltar en de Spaanse kuststreek van Algeciras aan de overkant, en Afrika links daarvan – de eerste keer dat ik dat continent met eigen ogen kon aanschouwen, wow – aan het grootse tornooi van Gibraltar, dat daar tot voor kort jaarlijks, zowat net na Tata Steel, plaatsvond in het Caleta Palace Hotel, dat helaas, driewerf helaas, in 2021 werd gesloten en vervolgens afgebroken. Exit de wereldberoemde Open van Gibraltar, tot eeuwige spijt van menig schaakliefhebber. Ik kan zeggen dat ik “er”, d.i. in de buurt, geweest ben, maar van de verdwenen plaats der handeling, aan de oostkant van de rots en pal naast de zee, heb ik natuurlijk niets (meer) gezien. Nu ja, de andere kant met de eigenlijke stad had ook zijn charmes, zij het niet bepaald schaakgewijs. Je kunt nu eenmaal niet alles hebben.