Vandaag trokken we als 2e in de rangschikking naar de 5e geklasseerde, Machelen 1.
Die ploeg had een ijzersterk duo op 1 en 2, vergelijkbaar in hun scores aan onze topborden, maar wij hadden beter gepresteerd op 3 en 4 en dat maakte tot dusverre het verschil. Het was er aangenaam schaken : Machelen 2 in de 5e afdeling was bye, en dat maakte dat in het hele chique kasteeltje waar de ontmoeting plaats vond enkel onze vier borden bezet waren, in een zalige stilte, alle overige lokalen en plaatsen volgens mij verlaten. Ouderwetse omgeving, met schaakuitslagen en -berichten aan de muur op de manier van in Adams’ tijd. Er was ook geen cafetaria, maar wel een sympathieke ijskast met erg aannemelijke prijzen voor de drankjes. Machelen en wijzelf traden op in de standaard volgorde, ik had onze ploeg op voorhand voldoende gebrieft (?? is dat wel Nederlands), en wij kenden dus alles van onze tegenstanders. Quinten op 4 vloog als eerste de tegenstander direct naar de keel, goed zo ! met een 4-pionnen Pirc. Langs de c-lijn kwamen de lichte en daarna de zware stukken omhoog in de zwarte stelling, een kwal sneuvelde, nog een pion extra, naar een gladgewonnen stelling en toen hief ik mijn ogen ten hemel biddende dat Quinten naast mij in onze kleine eindigheid van welgeteld één meter, nog één, welgeteld één ding zou doen, helemaal niet in tijdnood, maar mijn geachte collega kennende (10 zetten in 9′ in gewonnen stelling waarbij hij al eens zenuwachtig wil worden), vrezende dat het niet waar mocht zijn maar het werd dus wel waar en zwart had aan één finale schwindel genoeg om eeuwig schaak te maken.
Ja, daar ging mijn pronostiek. Ik had vooraf getipt op een 1-3 overwinning. Twee winsten op 3 en 4 en twee remise’s op 1 en 2.
Maar Lino startte slecht, zoals bijna altijd met zwart, in een soort krom frans, speelde het niet bijster goed op zet 7 en wit kreeg alles, een droom van een stelling. Bordje 1 van Machelen deed wat er te doen stond, en het was uit voor Lino : 1e nederlaag dit jaar in de IC, geen schijn van een kans.
Geen man overboord : Wim moest en ging die 1 op 2 aan de top borden waarmaken : hij spendeerde zeeën van tijd (75′ verbruikt tegen 30′ rond zet 15)), nam vanuit Lf4 een giftige pion op c7 (Londen opening), en toen ontstonden er de wildste stellingen, met vooral penning motieven. Wim pende zwart’s dame, wrong zich uit een matnet, en won ! Nog maar eens, hij won ! Ik geraak de tel kwijt, maar het moet volgens mij 6,5 op 7 zijn. Dan krijg je problemen in de club : moet die in de 1e ploeg gaan spelen om ze daar mee te redden, of moet hij in onzen 2 blijven scoren, om er wat te gaan doen ? Promoveren ? Twee ploegen in 3e ?? Ik weet het effe niet meer goed, laat maar overwaaien deze week. Maar natuurlijk moeten we proberen een 2e ploeg in 3e nationale te krijgen.
Goed, ik bleef dus nog alleen over van ons gevieren.
Hij speelt 1.c4, “mijn” opening, en ik antwoord 1.e5 Ik speel ook al eens 1..,c6 dus je moet weten wat je wil. Maar Daniel S. had met zwart vorige week van mij gewonnen met 1..,e5 en ik denk ook dat het de sterkste voortzetting is tegen deze openingszet. (Niet dat de openingskeuze veel belang zal hebben in de einduitslag tegen Daniel, maar toch ..), ik speel met zwart 3.g3 c6 en kom na 4.d3 d5 in een comfortabele stelling. Ikzelf speel hier geen 4.d3, dus vandaar. Er bleek al snel dat wit remise wilde, a6 werd a3, b5 werd b4, maar ik had het droomcentrum. Er ontstond een zwarte pionnenfalanx, e5 f5 g5 h6 en hij stond heel bekrompen maar zonder zwaktes. Een geduldige langdurige opbouw ontstond, steeds meer druk op zijn koningsstelling, een dame-flankaanval zijnerzijds bleef uit.
Op zet 26 komt er mijn breekzet ..,h4. Wit heeft nog 8′ en ik 23′. We schaken, geen probleem, mijn wurggreep houdt aan, we geraken in een blitzsituatie, plots roept hij op mijn 39e zet “JIJ MOET NOTEREN”, ik moet dat helemaal niet, nog in geen honderd jaar, ik denk jij weet het niet goed, jij moet je bovendien niet moeien in mijn eigen gvd’se tijdnood, ik zeg dat is niet waar, ik speel mijn zet echt zwaar beïnvloed, en draai mijn blad om. Helemaal in de war, ik begin te discussiëren, en er gebeurt iets raars : ik betrouw het vanuit een verschrikkelijk goed opgebouwd verleden niet helemaal en speel goddank nog een extra zet, een belangrijke zet, een zet om de partij niet met tijd te verliezen. Ik had voordien inderdaad een zetje gemist.
Ik heb de partij kort nadien op zet 46 gewonnen.
Moraal ?
We worden kampioen, we hebben alle topploegen gehad, we gaan de anderen er af schudden. Chessdinges kan de pot op.
Wat gaan we volgend jaar doen ?
Niks, twee ploegen opstellen in 3e, met mensen als Lino, Wim, euh … diverse anderen !
Carlo.