23/01/11 SKOG 4 – Chesspirant 4 10-6
Bord 1 Wit: Jef De Meyer (1662) – Zwart: Steven Labieze (1616) 2-2
Het werd een gesloten partij waarin ik op zet 23 kwaliteitwinst vergeet te verzilveren. Ik dacht een winnende koningsaanval op te zetten maar had tevreden moeten zijn met “kwal winst”. Dit laatste had me waarschijnlijk op langere termijn winst opgeleverd. Ik bleef nog openingen zoeken tot zet 53 maar moest uiteindelijk in remise berusten. Jef.
Bord 2 Zwart: Jeroen Van Hecke (1713) – Wit: Bernard Rooze (1415) 3-1 Op zijn dertiende zet (geloof het of niet) maakte mijn tegenstander een blunder, waardoor hij een stuk verloor voor een pion. Daarna heeft hij het nog bijzonder lang kunnen uithouden, zodat we pas als voorlaatste van alle spelers klaar waren. Ik heb op het einde nog mat mogen zetten met twee dames. Al bij al vond ik het een goede en boeiende partij. Jeroen.
Bord 3 Wit: Gert De Block (1652) – Zwart: Mathias Teugels (1327) 3-1 Om te bekomen van de bevalling ben ik vorige week gaan uitwaaien in Wijk-aan-Zee. Naast goedkoop boodschappen doen, ben ik er naar de giganten van het internationale schaak gaan zien. De partijen waren interessant, het commentaar was dat minder. Maar een bolleke Koninck kan men er kopen en de snertsoep schijnt outstanding te zijn. En voor het eerst sinds lang kocht ik een schaakboek. ‘The Flexible French’ van de in Spanje wonende Oekraïense meester Moskalenko. Daarom dat ik zondag The Advance Variation speelde. Het boek begint daarmee, aan verder lezen kwam ik nog niet toe. Op zet 8 wijkt mijn tegenstander – jongeman van 20 jaar en ca. 1350 elo’s- af. Speelde ook geen Ph6. Wat ik er dan van maakte was niet geheel koosjer want plots stond ik een pion achter en het was moeilijk om te zeggen of ik daar wat voor had. Met iets te veel courage gooide de man zich in een avontuur om nog een pion te winnen en m’n stelling te splijten. Maar ik had gezien dat ik op het einde van zijn combinatie een pionvork zou hebben. Aldus geschiedde en een stuk kon in het bakje. Er was een uitweg voor zwart, toont Fritz me nu, maar ik ben ervan overtuigd dat de meeste 2000’ers het niet zouden gezien/gedurfd hebben. Op het einde verknoeide ik het nog bijna door een vrijpion te ver te laten lopen maar gelukkig had ik nog een mat-achter-de-palen-dreiging waarmee ik het broodnodige tempootje kon terugpakken alvorens technisch af te handelen naar een snelle winst. Proficiat aan de ploegmaats waarbij niemand puntenloos bleef. Volgende ronde kunnen we aansluiting krijgen met de kop als we leider Wachtebeke kloppen. Gert.
Bord 4 Zwart: Johan Meyvaert (1151) – Wit: Nick Ingels (1150) 1-3
Het werd een gelijkopgaande partij tussen 2 spelers met plusminus dezelfde ELO’s. Na anderhalf uur wordt op zet 20 het eerste pionnetje geslagen, gevolgd door een wraakactie waarbij eveneens een pion sneuvelt. Op zet 26 wil de witte dame vreemdgaan en kijkt de zwarte koning recht in de ogen, waarna deze ’n stapje opzij zet en de blondine oog in oog komt met ‘s mans gitzwarte furie. Beide dames gaan mekaar te lijf en stappen daarbij allebei uit het leven met de hulp v.e. toren. Korte tijd later gebeurt er ’n enorme afrekening binnen het milieu waarbij een 10-tal stukken en pionnen genadeloos worden geëlimineerd. Later, bij de analyse, blijkt dat de zwartspeler (SKOG) hier met stukwinst uitkomt en dit meteen ook het begin v.h. einde v.d. partij inluidt. Op zet 43, rond 17:15 u besluit wit wijselijk op te geven en stilaan terug richting Gent af te reizen. Toffe kerels, die Gentenaars! Zolang ze hier ten minste komen verliezen welteverstaan hé. Johan.