27/02/11 SKOG 4 – St.-Amandsberg 4 10-6
Bord 1 Wit: Jef De Meyer (1662) – Zwart: Pierre Herremerre (1521) 3-1
Het was lang geleden dat ik nog eens Hollands tegen kreeg op mijn d5 opening. In een gesloten middenspel kon ik mijn tegenstander een dubbelpion bezorgen op de e-lijn. Nadien begon ik druk uit te oefenen op zijn achtergebleven e6 pion. Tijdens mijn manoeuvres kon zwart een pion winnen maar hij zag het niet. Hij was te fel bezig met het verdedigen van zijn pion op e6. Op zet 26 stelde zwart remise voor, maar ik vond dit nog iets te vroeg. Geduldig de zwaktes in de stelling van mijn tegenstander aftasten was de boodschap. Zwart had geen aanvalskansen en het leek dus remise te worden. Op enkele tussenzetten van wit antwoordde zwart met zetherhaling en dat werd hem fataal. Bij nauwkeurig spel van zwart was er geen doorkomen aan, maar met het gedacht van “’t Is toch remise” maakte hij een fout en dit leverde mij na een ruiloperatie van 3 zetten, pionwinst op. Zijn stelling werd danig verzwakt en ik kreeg meer mogelijkheden. Aangeslagen door het pionverlies deed hij enkele zetten later een fatale blunder. Het leverde mij stukwinst op en dit was tevens voldoende om de partij te winnen. Jef.
Bord 2 Zwart: Gert De Block (1652) – Zwart: Joannes Raepsaet (1613) 3-1
Tegen St. Amandsberg (feitelijk gekend als ‘De Mercatel’) moesten we scoren om zilver binnen bereik te houden. Schaken is een ernstige sport. Je kan niet zomaar wat zitten zitten. Met die ingesteldheid en de wetenschap dat Kuurne-Brussel-Kuurne rond half vijf aankomt, racete ik vlot naar een overwinning. Er kwam een zeer raar systeem op het bord (of toch een dat ik nog nooit had gehad) en de hele Gentse ploeg kwam met bijna drie kwartier vertraging binnenwandelen. Ook een voordeel natuurlijk. Dat mogelijk kan worden uitgebuit door zelf snel te spelen (mits goede vorm that is). Mijn tegenstander deed enkele, ondanks lang nadenken, minder katholieke zetten en moest algauw hozen. De afwikkeling had een (makkelijke) Brunia-oefening kunnen zijn. Na vertier te hebben gezocht in café De Kroon, en waar de wereld getuige mocht zijn van de overwinning van Christopher Sutton, toog ik terug naar het clublokaal. Gert.
Bord 3 Wit: Johan Meyvaert (1192) – Wit: Elias Verhalle (1601) 1-3
Zoals Gert reeds aanhaalde kwamen door verkeersproblemen de schakers uit Sint-Amandsberg bij Gent zo’n 3 kwartier te laat aan in Mortsel. Heel sneu voor hen maar wij hebben dit seizoen hetzelfde ondervonden in hun thuishaven: Gent centrum. De partij zelf verliep vrij spectaculair: ik hanteerde ’n totaal nieuwe tactiek: “Libisch vooruit” ; d.w.z. massale pionnenaanval met de bedoeling elke tegenstand dood te knijpen nog vóór er snuggere plannetjes zouden gesmeed worden door in het nauw gedreven opposanten. Maar zoals dit zich in de realiteit ook lijkt af te spelen bleek de tegenstand tóch ’n gaatje gevonden te hebben in dit “onoverwinnelijk” geacht offensief. Gevolg: stukverlies en vrij snel, weliswaar onverwacht einde van de partij door mat… Johan.
Bord 4 Zwart: Jan Segers (1224) – Rudy Himpe (1378) 3-1
Jan, “depanneur” van dienst moest het langste zwoegen, maar zijn inspanning werd uiteindelijk beloond met winst. Hartkloppingen moesten achteraf getemperd worden met een stevige pint. Of dat een goede remedie is weet ik niet, maar na een paar slokken zag hij er terug veel beter uit.
PS: Patrick, SKOG 4 wenst u een spoedig herstel en hopelijk ben je de volgende IC-ronde terug paraat.