In de eerste ronde moesten we al direct op bezoek bij Hoboken 2, één van de titelkandidaten in onze reeks. Ondanks de grote elo verschillen behaalden we een meer dan behoorlijke uitslag.
Michiel op bord 4 trok met wit resoluut in het offensief. Na een tactisch foutje verloor hij een stuk en was er tegen de overmacht niet veel meer te beginnen.
Quinten op bord 2 speelde met wit een rustige opening met Pf3 en b3. In een stelling die remise leek, maar misschien ook niet weer helemaal, werd overeengekomen tot remise. In ieder geval leverde de partij veel stof op voor analyses achteraf.
Guy speelde op bord 1 met zwart de Rubinstein variant van het Frans (1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pc3 de4), wat resulteerde in weinig ruimte en een passieve witte loper. Doordat de tegenactie met c5 uitbleef, kwam de zwarte stelling steeds meer onder druk te staan. Om tegenspel te hebben, trok Guy dan maar met de f en g pionnen ten strijde. Wit koos niet de actiefste voortzetting en de partij kwam terug in evenwicht. Maar toen blunderde Guy een toren weg na een onoplettendheid en was het afgelopen.
Op bord 3 raakte de tegenstander van Gert in de opening een stuk kwijt. Gert slaagde erin veilig de thuishaven te bereiken en daarmee was eerste volle punt van het interclub seizoen een feit! Hieronder volgt nog het relaas van de feiten door Gert zelf.
‘Na 12 dagen Portugal (wandelvakantie in Algarve) was ik zo fris als een hoentje om voor het eerst sinds lang nog eens mee te doen in 4de afdeling (moet 15 jaar geleden zijn !). Normaal ga ik op reis ’s avonds een beetje op zoek naar een schaakpartner maar de lokale taxichauffeur is meestal geen partij voor een clubspeler. Dus kroop ik na twee weken opgebouwde schaakhonger zeer gemotiveerd achter het bord, echt met een over-mijn-lijk-mentaliteit. Omdat ik zo lang mogelijk bij vrouwlief en de kindjes wilde blijven, besloot ik om zelf naar Hoboken te rijden. Met reeds 10 min. verstreken kroop ik achter het bord met recht tegenover me vast een man die een pak meer elo’s had dan ik. Na een half uur kan ik het niet laten een blik te werpen op hun spelerslijst en jawel, een 1975 had ik in de kuip.
De opening bleek een Colle/London-systeem te zijn (vertelde Fritz me gisterenavond) maar veel bereikte mijn tegenstander daar niet mee. Op zet 10 was ik al heel tevreden over mijn stelling en toen wit niet veel later begon aan een volgens mij gewaagd manoevre met dame en paard op de dameflank werd het even heel complex. De man bevroedde te laat het gevaar en schoot er een stuk bij in. Met niks actief spel in de plaats. Dit was rond 15:30 dus het was nu zaak het hoofd koel te houden en het zaakje technisch uit te spelen. Dat lukte vrij aardig ware het niet dat ik nog 10 zetten in 2min. 35 moest doen. Fritz toonde mij ook daarvoor nog een zestal momenten om de zaak definitief te beslechten maar ik had gewoon geen tijd om de scherpste en/of beste zetten te zoeken. Doel was om met stukvoorsprong de tijdcontrole te halen. Ik heb uiteindelijk nog alle zeilen moeten bijzetten want de man startte een alles-of-niets offensief in mijn tijdnood. Hij vertikte een stuk weer te nemen, maar het dient gezegd dat ik ook dan een zeer dominante stelling zou hebben overgehouden. Dat het nog duurde tot 18:40 is te verklaren aan het niet willen opgeven van mijn opponent en mijn gebrekkige techniek.
Toch wel een mooie partij met enkele spektakelzetten in tijdnood die mijn tegenstander zichtbaar niet gezien had.’
(gdb)
Alles bij elkaar dus een mooie uitslag tegen een sterke tegenstander.