SKOG 2 trok deze ronde de Schelde over om—in een koeienstal—tegen LSV-Chesspirant te gaan spelen. Jan speelde voor de eerste keer mee op bord twee, en begon al direct met een mooie overwinning. In een partij die niet zo misstaan in een collectie “spectaculairste negentiende-eeuwse partijen” gaf zwart een toren en alle pionnen op de koningsvleugel voor een loper en een aanval op f2. De witte koning moest eerst naar e2, dan naar f1 gaan schuilen maar uiteindelijk bleek er nergens een mat te vinden. Toen zijn aanval stilviel stond zwart teveel materiaal achter en gaf op.
Carlo had op bord vier ook een scherpe partij, waarin beide koningen het open veld in moesten. In het eindspel bleek wit alles net iets verder gezien te hebben; hij won de dame voor een toren en daarmee ook de partij. Op het derde bord had >b>Rudi ondertussen een vrij gelijke stelling. Hij had weliswaar het loperpaar, maar niet echt doelwitten om daarmee aan te vallen. Niet onlogisch dan ook dat remise werd overeengekomen.
Op bord één had ondertussen de partij van Tobias eigenlijk als eerste moeten afgelopen zijn. Hij haalde met zwart twee varianten van het Evans-gambiet door elkaar, en moest al snel een kwaliteit geven om niet mat te gaan. Wit vond geen doorslaande aanval, en maakte het zichzelf steeds moeilijker. Eerst kreeg zwart een vrije a-pion, die vlug naar voor snelde, en daarna kwam er ook nog een vrije e-pion bij. Wit moest materiaal teruggeven of hij zou zelfs no verliezen. Uiteindelijk kwam er een eindspel Tpp vs. Tp op het bord, dat waarschijnlijk theoretisch, en zeker in deze partij, remise is.