Met Mechelen 1 kregen we de leider in onze reeks op bezoek, en wel in een sterkere opstelling dan in sommige eerdere rondes. Maar het ELO-verschil maakte deze keer weinig uit. Het werd 3-3 en met wat meeval hadden we zelfs de twee punten thuis kunnen houden.
Bart (1) dacht in een Koningsindiër een pion te winnen en te houden maar hij overspeelde naar eigen zeggen zijn hand. Zwart knutselde een mooie koningsaanval in elkaar, offerde een paard (dat de pion terugwon) en speelde de witte stukken volledig elkaar – 0-1.
Jan (2) koos voor een positionele Siciliaan waarin vroege keuzes moeilijk en zetvolgordes erg belangrijk zijn. Er kwam een stelling op het bord met zogenaamd ‘dynamisch evenwicht’, waarin het al gauw tot zetherhaling kwam – remise. Intussen sloeg Luc (6) terecht een remiseaanbod af in een overwegend eindspel waarin hij een sterk paard het werk liet doen, terwijl wit met zijn zwakke loper nergens heen kon. Toen de loper dan ook verloren ging, was het punt binnen. Dries (3) leek een tijdje minder goed te staan, zeker toen zijn tegenstander een sterke vrijpion creëerde in het centrum. Tactisch bleek het echter niet helemaal te kloppen en toen het allemaal was ingewikkelder werd, haalde Dries mooi het punt binnen. Tobias (5) stond in het eindspel TL vs. TP met een trippelpion niet te best en slaagde er niet in de vrijpion van zijn tegenstander te stoppen. Naar verluidt had hij een halfje kunnen redden, maar dat is natuurlijk analysepraat… Pascal (4) kwam slecht uit de opening, maar hing in het middenspel de bordjes gelijk om een eindspel in te gaan van T+4 pi tegen T+3 pi op dezelfde vleugel. Helaas zat er iets te veel roest op zijn eindspelkennis om dit – oké, moeilijke – eindspel te winnen. Remise en 3-3 als eindstand. Al bij al een goed resultaat.