Tegen een verzwakt KASK mag onze 4-2 zege logisch genoemd worden, al had het nog wel wat meer kunnen zijn. Zo konden Patrik, Jan en Dries aanspraak maken op de overwinning, maar om uiteenlopende redenen werden hun partijen remise. Patrik won wel de dame voor toren en loper, maar de stelling was tamelijk gesloten en het was moeilijk een goed plan te vinden. Uiteindelijk verkoos hij de halfjes te delen. Jan speelden een klassieke Benoni wat te passief, hoopte tevergeefs dat wit zijn hand zou overspelen en hield het in het eindspel voor bekeken toen remise genoeg bleek voor ploegwinst. De partij van Dries was redelijk bizar. Zijn tegenstander kwam twintig minuten te laat binnen, bood vervolgens na twee (!) zetten remise aan, maar Dries weigerde (tja, je wil ook nog wel een beetje schaken…). Daarop kwam binnen de kortste keren een scherpe theoretische variant op het bord. Daarin vergiste de erg snel spelende witspeler zich op de zesde zet qua zetvolgorde, maar doordat Dries vrolijk was beginnen meeblitzen, overzag hij de winnende weerlegging. En dus werd het snel … remise. Niet getreurd, want later won Alain zijn partij. Alain koos deze keer voor de Larsen-opening (1.b3) en bood heel snel remise aan. Zijn tegenstander wilde echter meer en speelde door. In het middenspel forceerde de zwartspeler zijn stelling waardoor hij een pion verloor. Met weinig tijd op de klok bleek dat nefast. De zwarte stelling stortte als een kaartenhuisje ineen en Alain won het eindspel. Ook Yannick rijfde het volle punt binnen. In een beter eindspel, met loperpaar tegen paard en slechte loper, joeg hij zijn tegenstander door zijn vlag. Pascal ten slotte, probeerde na initiatiefrijk spel een beter toreneindspel te winnen, maar moest eveneens in remise berusten.