Gisteren werd de aftrap gegeven van De Zilveren Toren editie 2017; een 200-tal schakers trok strijdvaardig naar de sporthal van Niel voor de gezamelijke openingsronde. Dit wordt tevens de plaats van de slotronde, alsook van het Belgisch Kampioenschap begin juli.
SKOG1 kreeg net als vorig jaar Geel als eerste tegenstander, zij eindigden net voor ons in 2016, en het werd toen een 3-3 gelijkspel, dit jaar was het niet anders. Voor de partijbespreking heb ik de hulp van Nikolaas ingeroepen.
Schrijver dezes werd opgevorderd om op bord één te spelen. Het werd een Kan Siciliaan die vrij snel ontaarde in een Kan niet Siciliaan waarin ik met een onnozel trucje een dame won voor twee paarden. Puntje binnen, zou je dan denken, maar op dat moment begon ik ongelofelijk te harken. Uit het niets haalde mijn tegenstandster compensatie en ei zo na had ik nog het deksel op de neus gekregen. Gelukkig speelde ik net niet zo slecht dat ik al mijn voordeel kwijt raakte en na een spannende tijdnoodfase met matdreigingen langs beide kanten haalde ik toch nog het punt binnen. Oef!
Op bord twee had Pascal zwart tegen een e4-speler. Hij speelde zijn lijfvariant van het Scandinavisch en kwam dan ook snel slechter te staan. (Hoe veel Élő-puntjes zou Pascal niet hebben als hij een fatsoenlijke opening speelde? Nu ja; pot, ketel, enzovoort.) Zwart besloot een pion te geven voor heel onduidelijke compensatie. Uiteindelijk kreeg hij dat pionnetje wel terug, maar op dat moment kreeg wit er een beslissende koningsaanval voor. 1-0
Dries speelde de langste partij van de avond. De opening ging over het thema betere ontwikkeling in ruil voor een geïsoleerde pion. Die pion leek mij heel gevaarlijk te worden, maar op één of andere manier – die mij wegens problemen in mijn eigen partij ontgaan is – werd die geëlimineerd. Zwart kreeg opnieuw wat initiatief, door druk op de witte f-pion te combineren met een pionnenmars op de koningsvleugel, maar zijn tijd begon te slinken en Dries hield het hoofd koel. Zwart overschatte zijn stelling, schoof zijn pionnetjes wat te ver door, en kwam even na één uur ’s nachts plots in een matnet terecht. Dries sloeg ongenadig toe, 1-0 en 3-3 voor de ploeg.
Op vier maakte Sam zijn debuut, met zwart. Het werd een siciliaan, maar dan wel een van het kalme type. Wit koos voor een Maroczy opstelling, en zwart slaagde erin een paard te ruilen voor de witte lichte loper. Ik had niet de indruk dat er ooit veel aan de hand was, en vrij snel werd er remise overeengekomen.
Op vijf ging Luc richting Londen, in een matig aggressieve variant. Vrij snel waren alle lopers geliquideerd, maar het werd moeilijk de paarden optimaal op te stellen. Een pionoffer bracht ook al geen soelaas, en bij gebrek aan coordinatie tussen de witte stukken ging de partij terecht verloren.
Quinten viel in op zes, en speelde een van zijn klassieke openingen. Het spel vorderde traag en degelijk, zoals we van hem gewoon zijn. Het bleef allemaal heel subtiel en uiteindelijk restte een eindspel van loper tegen paard, wat remise werd.
Met twee knappe winsten, twee remises, en twee verliespartijen werd dus een gelijke stand bereikt.
Over de organisatie niets dan lof: prima zaal, alles verliep vlot, en de nieuwe Dimitri gaf duidelijke informatie. Op een administratieve vraag antwoordde hij klaar en duidelijk “Wij doen niets” wat de annalen zal ingaan samen met “Wir schaffen das” en “Yes we can”.
Volgende ronde gaan we naar Borgerhout, op donderdag dus.