De voorbije week – de Global Chess League was nog maar net achter de rug – zag in Londen een nagelnieuw tornooi het levenslicht, de WR Chess Masters Cup. Nieuw in Londen, moet ik preciseren, want vorig jaar in Düsseldorf vond er ook al een WR Chess Masters plaats, zij het met een andere formule. Die WR in de naam staat niet, zoals ik ergens las, voor World Rapid (Championship, godbetert!), maar voor Wadim Rosenstein, de man achter WR Chess. Dit jaar werd een mix van 16 toppers (inclusief enkele Britse jeugdtalenten) aangezocht om in een bekerformule te strijden voor de hoogste eer, in het snelst mogelijke klassieke tempo: 60 minuten voor de eerste 30 zetten, 30 voor de volgende 20 en nog eens 30 voor de rest van de partij. Elke match bestaat uit 2 partijen (per dag!), zo nodig gevolgd door een Armageddon.
Laat ik u alvast twee niet of heel weinig bekende deelnemers voorstellen, m.n. de twee Britse of Engelse jonglieden, die zich hier met een stuk wereldtop mogen meten. Brits/Engels, maar van Indiase origine, u voelt al wat er aankomt. Eerst een jongeman van bijna 16, die enkele maanden geleden de jongste Engelse GM ooit werd: Shreyas Royal, 15 jaar, 2519 ELO. Waar dat Royal vandaan komt, geen idee (vader: Jitendra Singh), dat lijkt alleszins meer Engels dan Indiaas. In de Indiase pers is het gewoonlijk Shreyas, terwijl men over het Kanaal de voorkeur geeft aan Royal, maar in beide gevallen wordt het informeel ook wel Shrez. Shrez, dus, mocht het in de 1ste ronde of 1/8ste finales tegen oud-wereldkampioen Anand opnemen en hield die meteen op remise. In de tweede partij moest hij echter wel buigen: 1,5-0,5 en de oud-wereldkampioen naar de volgende ronde.
De jongste deelnemer is nog spraakmakender: Bodhana Sivanandan, een meisje van 9, die tijdens de covid-pandemie leerde schaken en intussen WFM is, 2088 ELO heeft én ’s werelds nummer 1 is bij de min 10-jarigen, meisjes én jongens – vergelijk voor de aardigheid eens met de eigen progressie sinds de coronatijd. Sommigen zien de nieuwe Polgar al komen aanhollen, maar dat is wel erg vroeg: we zien het wel als het zover is. Sivanandan is een vadersnaam (ouders: Sivanandan Velayutham en Lakshmy Sivanandan / Lakshmy Priya Sivanandan), dus eigenlijk is het simpelweg Bodhana, maar in het (westerse) schaakleven is ze natuurlijk meer Sivanandan dan Bodhana. Het lieve kind mocht aantreden tegen Arjun (aka Erigaisi), en dat was nog wat hooggegrepen. Bodhana verloor beide partijen, Arjun gaat door.
Verder allemaal bekend volk. Vier van de acht matches in die 1/8ste finales eindigden met een droge 2-0, al waren de partijen daarom niet minder sappig. Drie ervan hebben we nog niet gehad. Praggnanandhaa won vlot van Bologan, Vidit gaf Topalov het nakijken en Raunak (aka Sadhwani) versloeg Maghsoodloo. Met name die laatste confrontatie viel toch niet helemaal onder de kwalificatie “de favorieten wonnen” van chessbase, want daar zegevierde het lagere ELO.
Firouzja won eerst van Vaishali, en hield in de tweede partij remise, ondanks het feit dat hij toch een paar keren in de mindere stelling had gestaan. De laatste twee matches draaiden uit op een Armageddon. Vachier-Lagrave en Sindarov speelden twee keer remise, waarna de Fransman triomfeerde in het beslissende toetje. Abdusattorov daaarentegen ging veeleer verrassend eerst de boot in tegen Kosteniuk, maar wist in must-win-modus terug te slaan en maakte het vervolgens af in Armageddon.
In de kwartfinales kregen we aan de ene tabelkant twee Indiase onderonsjes. In een complexe partij met wederzijdse kansen hield Arjun (met) zwart) Vidit op remise, om in de tweede partij de druk op te voeren en ongenadig het laken naar zich toe te trekken. Het tweede duo kon via twee remises geen afstand van elkaar nemen (al stond zwart in beide partijen geruime tijd beter), en vocht de strijd verder uit in Armageddon. Daarin was het Praggnanandhaa die het haalde van van zijn vroegere mentor, Anand, en daarvoor amper 26 zetten nodig had.
De andere kwartfinalisten dan. Het makkelijkst, als je dat zo mag duiden, was de kwalificatie van Firouzja ten koste van Raunak. Die had zijn wekker (enfin, het hele systeem dat als zodanig had moeten fungeren) niet gehoord en kwam te laat voor zijn eerste partij: 1-0 voor Firouzja. Een simpele remise deed de rest. Abdusattorov en Vachier–Lagrave waren minder snel klaar, ook al waren hun reguliere partijen geen marathons: remises in 21 en 30 zetten. De Fransman maakte het vervolgens af met de witte stukken in Armageddon.
Grappig detail: ieder moet nu zijn eigen landgenoot elimineren. De ene halve finale is immers helemaal Indiaas, de andere helemaal Frans. Van Arjun en Pragg is bekend dat ze beste maatjes zijn en op vrije momenten tijdens tornooien urenlange wandelingen maken, maar niets van dat was merkbaar op het schaakbord. De eerste partij was een uitputtend gevecht, waarin Arjun een minuscuul voordeel in een technisch lastig paardeneindspel tot een goed einde probeerde te brengen, wat uiteindelijk ook lukte. In partij twee trok Pragg alle registers open, maar op het moment dat Arjun uiteindelijk mistastte, zag hij de – niet zo eenvoudige – weerlegging niet en zo verwaterde de zaak tot remise. 1,5-0,5 en Arjun naar de finale.
Twee evenwichtige remises in de Franse rencontre Vachier-Lagrave–Firouzja. De ene keer een Alapin, de andere keer een Grünfeld, en niemand die ook maar een steekje liet vallen. In Armageddon had Vachier-Lagrave zwart , en aan remise genoeg, maar zover wou Firouzja het niet laten komen. Hij kreeg de bovenhand in het middenspel, maar blunderde op de 37ste zet, waarna hij vrijwel meteen kon opgeven. Vachier-Lagrave stoot door, in de finale wacht Arjun.
Diezelfde Arjun had al elke match regulier gewonnen, terwijl Vachier-Lagrave telkens via Armageddon had moeten passeren. Het werd deze keer op twee punten anders. De eerste klassieke partij begon als een Franse opening en werd rustig-ga-weg remise in 30 zetten. Het vervolg was een stuk scherper, toen MVL een Najdorf uit de mouw schudde, wat tot een bord vol chaos leidde. Beide spelers wisten zich echter door alle complicaties heen te manoeuvreren en de vrede werd getekend in een stelling met ongelijke lopers en asymmetrische pionnenstructuren.
Armageddon zou de winnaar aanwijzen. Toch even vertellen (wat ik hierboven naliet omdat het niet per se belangrijk was) hoe dat hier in zijn werk gaat: wit heeft 10 minuten, en beide spelers bieden om met zwart te mogen spelen en dus kans te maken op remisewinst. Het laagste bod wint, en in dit geval was dat Arjun, met 6 minuten en 58 seconden. Teken voor Vachier-Lagrave, met een must-win voor de boeg, om meteen de beuk erin te gooien (lees: imbalances/onevenwichten te creëren). Arjun liet zich echter niet uit het lood slaan, weerstond alle pogingen van Vachier-Lagrave en nam heel geleidelijk het heft in handen. De Fransman berustte in de nederlaag op de 69ste zet. De eerste keer dat hij het niet haalde in Armageddon, en ook dat Arjun het niet regulier wist af te maken.
De eerste eindzege in dit nieuwbakken tornooi (zijn voorloper in Düsseldorf even niet meegerekend) gaat dus naar Arjun, de enige van die jonge superbende uit India die wat meer in de luwte en bijna stiekem naar de hoogste schaakregionen is opgeklommen. In de FIDE-ranglijst staat hij op nummer 3, met 2797 ELO, op een zucht van de magische 2800-grens (2798,6 in de live ratings na zijn winstpartij tegen Pragg). En hij is ook nog maar 21 …
Bedankt vanwege Jan , vaders naam Karel Viaene , moeders naam Jacqueline Watteeuw. Maar is het nu Jan Viaene , of Viaene Jan ?
Ik zou zeggen Jan, Jan. Geef toe: “Gewonnen van Jan” klinkt voor mij toch veel beter dan “Verloren van Viaene” … 🙂