Deze eerste editie van de WR Chess Masters kreeg als toetje een onverwacht spannende ontknoping. Maar voor het zover was, leek de winnaar al lang en breed bekend.
In ronde 4 veranderde er niets: 5 remises. Maar die kwamen er niet zonder slag of stoot. Abdusattorov en Praggnanandhaa hadden na 30 zetten de vrede kunnen tekenen, maar bleven elkaar nog bijna evenveel zetten bestoken alsof de wereldtitel ervan afhing. Duda en Aronian maalden er niet om om hun koning in de tocht te zetten terwijl ze resoluut ten aanval trokken: bruggen achter je verbranden, deuren voor je intrappen, was het devies. Giri had iets tegen Esipenko (niet persoonlijk), maar wist het niet om te zetten. Keymer en Gukesh maakten er ook al een kijkspektakel van, omdat de tweede dacht dat de eerste, tot nu toe maar 0,5/3, wel in enigszins (aan)geslagen toestand zou verkeren, maar die bewees zijn mentale en technische sterkte. So kreeg van Nepomniachtchi het loperpaar en een pion, maar die had goed ingeschat dat zijn tegenstander in de gegeven constellatie niets concreets zou weten te bereiken.
Ronde 5 zag weer winnaars, twee nog wel. Had Aronian van Giri het Open Spaans verwacht, de Nederlander offreerde hem de Berlijnse verdediging. Hij duwde echter iets te hard door en dat brak hem uiteindelijk zuur op: leider Aronian een vol punt vooruit. Keymer hield goed stand, toen Abdusattorov vlot een pion weggaf om de zaak in de fik te zetten, en toen de Oezbeek zich liet verleiden tot een schijnbaar dodelijke aanval, liet hij de storm onbewogen overwaaien – “De zwarte stukken stonden ideaal, maar ze waren met te weinig …” – om zijn eerste winst op te strijken. Voor Praggnanandhaa had er wellicht meer ingezeten tegen Duda, maar één overhaaste zet gaf de Pool de kans om het evenwicht te bewaren. Gukesh bracht Nepomniachtchi aardig onder druk, maar die verdedigde zich kranig en redde finaal de meubelen. Een stuk minder avontuurlijk besloten Esipenko en So dat er aan weerskanten weinig inzat en/of dat remise best goed was. Slotsom: Aronian (4/5) diept zijn voorsprong op So en Gukesh (3/5) uit, Keymer wipt van zijn eenzame laatste plaats naar een gedeelde 6de tot … laatste plaats (2/5). Grappig: de helft van het gezelschap staat met een -1 samen rode lantaarn te wezen.
Net als in de 4de ronde werd er in ronde 6 niet gescoord. Al had dat gekund, o.m. in de topper So–Aronian, waar wit wel wou en zwart een kans liet liggen. Gukesh en Abdusattorov kwamen al na een zet of 20 in een eindspel terecht waarin het witte loperpaar niet sterker bleek dan het zwarte paardenspan. Beiden legden zich echter pas nog zoveel zetten later, toen het bord nagenoeg leeg was, bij de onvermijdelijke puntendeling neer. Duda en Keymer wilden ook niet snel klaar zijn: een uur of zes, waarin wit probeerde en zwart geen krimp gaf. Praggnanandhaa zette Giri meteen en een hele partij lang onder druk, maar de Nederlander worstelde zich uiteindelijk los en toen was er geen bloed meer om te vloeien. Na meer dan 6 uur en bijna 80 zetten had Esipenko uitgewerkt hoe hij zijn paard kon offeren en tegelijk alle witte pionnen elimneren, toen Nepomniachtchi plots “het gezicht trok dat hij altijd trekt als zijn tegenstander een fout heeft gemaakt”. Esipenko voelde zich op slag 10 jaar ouder en verprutste ei zo na zijn stelling. De stand blijft uiteraard ongewijzigd.
Reden genoeg om te denken dat de eindwinnaar al zo goed als bekend was en het tornooi dus eigenlijk nagnoeg beslist, maar ronde 7 bleek, bij wijze van spreken, het uitgekiende moment om de boel stevig op te schudden. Toen Aronian de zetten ging herhalen en zelfs onterecht een remiseclaim deed, vond Nepomniachtchi: “Als hij zo graag remise wil, moet ik misschien net maar eens goed doorduwen.” Gevolg: Aronian onderuit en Nepo op een half punt van de leiders. Meervoud, want Gukesh (met zwart) blikte Esipenko in en haalt dus Aronian bij op de 1ste stek. Leuk detail: dit waren de eerste zwarte zeges van het tornooi. Voor de dagmarathon zorgden Praggnanandhaa en So. Laatstgenoemde streed 7 uur en 82 zetten voor het volle punt, maar de Indiase wizzkid ving hem foutloos op. Het spektakelstuk van de dag was Abdusattorov–Duda, waarin al na 8 zetten de zwarte monarch op g6 het open veld was ingestuurd en een even donker paard de witte toren van h1 had opgesoupeerd. Hoe gek en wild en onduidelijk dit gedoe er dan mocht uitzien, het was vooral schijn, want beiden wisten perfect waar ze mee bezig waren en de zaak mondde vrij snel uit in een ongeveer gelijk eindspel. Keymer en Giri kwamen ook in zo’n gelijkerig eindspel terecht, met pluspion versus activiteit en de betere structuur. Ook daar dus remise.
De stand ziet er, met nog 2 ronden te gaan, plots razend spannend uit. Aronian en Gukesh delen nu de eerste plaats (4,5/7), op een halfje gevolgd door Nepomniachtchi en So (4/7). De rest staat, merkwaardig genoeg, broederlijk bijeen op een gedeelde 5de tot 10de plaats (3/7). Boeiend gegeven: de leiders geven elkaar partij in de laatste ronde. Het kan dus nog veel kanten uit.
Ronde 8 zou één kanshebber zien sneuvelen. In So–Keymer toonde de jonge en matig gestarte Duitser dat hij intussen geheel op toerental is. Een positionele fout van de Amerikaan volstond om de druk zo op te voeren dat wit genoegen moest nemen met een lichtestukkeneindspel waarin het zwarte paard de witte loper overtroefde. So meteen uit de race, Keymer op gelijke hoogte. Interessant was ook dat Aronian ternauwernood overleefde: Esipenko viel voor zijn remisevoorstel, vanwege acute tijdnood en een moeilijk te berekenen winstweg. Ook Abdusattorov ontsnapte, nadat Giri eerst prima reageerde op zijn poging de Nederlander in de opening te verrassen en vervolgens de betere papieren niet in winst wist om te zetten. Gukesh hield tegen Duda ook twee andere borden in het oog, maar liet zich naar eigen zeggen niet afleiden, al bereikte hij niet meer dan remise. Tegen Nepomniachtchi kreeg Praggnanandhaa weer een Italiaan op het bord, net als in Wijk aan Zee van die andere WK-kandidaat, Ding, waar hij het pleit had gewonnen, maar de uitwerking liep nu wel anders. Nepo wou natuurlijk niet liever dan de leiders bijbenen, maar Pragg vertikte het om dat scenario mee te spelen, verdedigde accuraat en dwong ten slotte met eeuwig schaak remise af. Nog drie kanshebbers voor de eindzege: leiders Aronian en Gukesh nemen het tegen elkaar op en hebben hun lot in eigen handen, Nepo moet winnen tegen Keymer om op gelijke hoogte te komen, mochten die andere twee niet verder komen dan remise.
Je kunt zo’n scenario niet beter bedenken dan het zich ontvouwde. Laten we dat nog eens overdoen, moet Nepomniachtchi gedacht hebben toen de twee tenoren een snelle en voorgeprogrammeerde remise afroffelden, en hij nog maar eens, na zijn zege op Aronian in ronde 7, de zaken in een andere plooi kon leggen. Als Aronian en Gukesh voor de eindwinst al speculeerden op een tiebreak met twee, dan doorkruiste Nepo hun intenties door Keymer vijf uur lang het vuur aan de schenen te leggen, tot de junior één keer mistastte en vervolgens te laat kwam om de eigen pion nog tot promotie te brengen. Kortom, ook Nepo voegt zich bij het duo op 1, het wordt een tiebreak met drie. De resterende partijen doofden intussen geruisloos uit, maar hadden voor de eindwinst ook geen belang meer. Even de eindstand na het winnende trio (5,5/9) overlopen: So eindigt net buiten de top 3 (4,5/9). Als 4de slechts 50% scoren, het lijkt opmerkelijk of ongewoon, maar dat is nog niets vergeleken met zijn achtervolgers: Keymer, Giri, Esipenko, Pragg, Abdu en Duda zijn namelijk met z’n allen 5de (4/9), en hebben net géén 50% en amper 1,5 punt minder dan de drie op 1. Het zit dus allemaal behoorlijk op een hoopje.
De tiebreak dan. Volgens het reglement werd met een ex aequo van meer dan twee spelers een dubbele round robin (10’+2”) gespeeld, in dit geval dus 6 partijen. Dat kon nog ettelijke uren duren, gelet op het feit dat alle partijen na elkaar moesten worden gespeeld en dat er telkens ook een pauze was voorzien. Voor Aronian en Gukesh, die snel klaar waren met hun 9de ronde, was dat wellicht minder een probleem dan voor Nepomniachtchi, die zes uur had mogen zwoegen om Keymer te verslaan. Tja.
Aronian begon alvast goed, met een zege tegen Gukesh. Ook in de 2de partij liep het lekker, want hoewel Nepomniachtchi wel wat aanvalskansen leek te hebben, wogen de structurele concessies die hij daarvoor had moeten doen een stuk zwaarder. Ergo: Aronian halfweg al op +2. De 3de partij was voor de kompanen in kwestie, Gukesh en Nepomniachtchi, meteen de laatste kans: enkel wie won, kon Aronian nog inhalen. De partij golfde op en neer, met kansen voor beiden, maar ten slotte trok Gukesh aan het langste eind. Die mocht dan, nu met wit, opnieuw tegen Aronian, en leek na een stevige start goed op weg naar de zege, maar Aronian bleef problemen creëren en Gukesh liet eerst zijn voordeel verdampen en verloor ten slotte helemaal de draad én de partij. Einde verhaal, partij 5 en 6 hoefden niet meer, Levon ARONIAN, 3/3 en niet meer bij te benen, is de eindwinnaar van de eerste WR Chess Masters in Düsseldorf. Het had een pak sneller gekund, als hij niet in de 7de ronde had verloren van Nepo, maar voor de spanning-tot-op-het-laatste-moment was het natuurlijk een gedroomde ontwikkeling.
Nog even over de confrontatie jong versus gevestigd. In de top 3 is het duidelijk 2-1 voor de oude(re) garde, en voor de top 4 wordt het zelfs 3-1. Anderzijds halen alle anderen (van 5-10) hetzelfde resultaat, en doet nummer 4 amper een halfje beter. Op dat vlak kun je zeggen dat beide groepen redelijk gelijk presteren. Het is alleszins niet zo dat iemand van die jonge gasten niet meekan op dit niveau: met 4/9 hoor je er wel bij. Wat wel opvalt: de jeugd verliest iets vaker, maar wint ook meer, de gevestigde waarden houden vaker remise maar winnen ook iets minder. Voor zover je dat een significante conclusie zou kunnen noemen, natuurlijk, want hoe representatief deze gegevens zijn, valt nog te bezien.