SKOG 1 is duidelijk op kruissnelheid. Tegen Westerlo 2 werd het een droge 4-0, waarmee het grote verschil in ELO (gemiddeld zo’n 200 punten) gerespecteerd werd. Daniël (1, wit) werd kort na de opening uitgedaagd om met zijn dame op koningsaanval te trekken. Zwart liet toe dat de dame een pion pakte op f7, te midden van de zwarte stukken, maar hoopte de dame daarmee ook te kunnen vangen. Wit trok er een halfuur voor uit om alle varianten te berekenen. Telkens wanneer het leek alsof de witte dame zou vallen, had zwart een tactische riposte klaar, waardoor het net niet ging. Toen hem dat na de pion ook een vol stuk opleverde, gaf zwart op. Jan (2, zwart) hing de bordjes al in de opening meteen gelijk en bezorgde wit een geïsoleerde centrumpion, terwijl hij zelf het loperpaar wist te houden. De dames gingen snel van het bord en er volgde een lang technisch eindspel. Daarin won zwart een pion, maar wit liet zich niet zomaar doen. Met een sterke paardzet dwong hij zwart af te wikkelen naar een eindspel met ongelijke lopers en torens. Zwart liet een witte toren toe op de onderste rijen, maar had goed gezien dat hij daardoor een tweede pion kon winnen. Zijn stukken werkten ook beter samen en toen ook de torens van het bord gingen, was de buit binnen. Zwart had twee vrijpionnen die ver genoeg uit elkaar stonden om ook met ongelijke lopers te winnen. Dries (3, met wit) had de hele partij lang overwicht en initiatief, maar zwart verdedigde zich goed en gaf niets weg. Het duurde tot het verre toreneindspel tot wit een pionnenmeerderheid op de damevleugel kon laten oprukken. Zwart reageerde daar niet goed op, verloor een pion en gaf op. Carlo (4, zwart), ten slotte, kreeg in een evenwichtige partij het halfje meer dat hij in de eerste ronde had laten liggen. In een moeilijke Grünfeld was het wit die zijn hand overspeelde en in de fout ging. En daarmee stond de 4-0 op het bord.