Twee remises op drie partijen, dat is een tijd geleden. Het overkwam Gert en Carlo, en Paul en JanV. Terwijl Guy de enige winstpartij pleegde, ten nadele van JanDG, en al aan vier stuks toe is, en aan nul (ik herhaal: nul) remises. What a difference a year makes. _LEESMEER_
Het levert, zo om en bij halfweg, interessante statistiekjes op. Er zijn 27 partijen gespeeld, en daarvan eindigden slechts 7 op remise. Nu ja, slechts, het is nog altijd zowat 1 op 4, maar beduidend minder dan vorig seizoen. Ook leuk om te weten: 15 keer won wit, dat is meer dan de helft. Zwart moet het stellen met 5 successen, ruim minder dan 1 op 5. Ter vergelijking: in reeks 1 wint wit bijna 1 keer op 2, zwart 1 keer op 3 en wordt het bijna 1 keer op 6 remise. In reeks 3 is het 8 keer wit, 7 keer zwart en 6 keer remise (1 FF niet meegerekend). In reeks 4 ten slotte, wint wint op 38 partijen net iets meer dan zwart, en zijn er maar 5 remises. Ondanks de verschillen, toch een paar opvallende trends. Het staat wel vast dat het witvoordeel geen verzinsel is en dat we nog lang niet toe zijn aan de remisedood.
Goed, het herfstkampioenschap dan maar weer, omdat iedereen nu, op twee deelnemers na, precies zeven partijen heeft gespeeld. Het zorgt voor duidelijkheid: het is of JanV, of Carlo, of beiden. De eerste heeft 5/7, de tweede kan langszij komen als hij zijn inhaalpartij wint, en dan hangt alles af van scheidingscriteria die al dan niet toepasbaar zouden zijn. Belangrijker dan die titel die er eigenlijk geen is, is wellicht het feit dat nu 5 van de 8 participanten 50% of meer scoren. Nog niet zo lang geleden waren het er maar 3. Er wordt dus naar boven gewerkt én daar wordt wat weer wat afgevlakt. Dat zou wel eens kunnen uitdraaien op een superspannende eindstrijd …