Vorige week had ik het over herfstkampioenen en zo, maar strikt genomen is de winnaar vrijwel niet te bepalen. In theorie is het degene die na een volledige heenronde op de eerste stek staat, maar hier lopen heen- en terugronde voor een stuk(je) door elkaar, zodat je eigenlijk moet kijken naar de eerste 7 partijen, los van de ronde(n). _LEESMEER_
En dat is ook al niet eenvoudig, want zoals het nu staat speelt Carlo zijn 7de partij op z’n vroegst op 15 januari, en tegen dan is er niet veel herfst meer over, tenzij je de klimaatopwarming annex verschuiving der seizoenen incalculeert. En tot slot maken de heren het zelf ook nog eens moeilijk door te (on)gepasten tijde al eens onderuit te gaan en de concurrentie ook wat te gunnen. En die vaststelling brengt ons naadloos bij de (enige) partij van gisteren.
Het was JanDG tegen JanV, en zoals gebruikelijk de laatste weken heb ik geen flauw idee over hoe dat in z’n werk ging en welke Jan desgevallend blunderde, fraai offerde of toevallig z’n gsm nog aan had staan. Alleen het resultaat telt, gaat het cliché, en dat weet ik dan weer wel, vandaar de titel bij dit stukje (die u dan ook moet interpreteren overeenkomstig de volgorde bij het begin van deze alinea). Kortom, leider Jan werd gisteren ook een beetje lijder Jan , en zag zijn comfortabele (virtuele) voorsprong slinken, ten voordele van de naaste achtervolgers, waar de andere Jan zich met z’n zege nog net bij aansluit.
Voor die officieuze titel van herfstkampioen zijn er nu vier kandidaten (tenminste als er geen onderlinge partijen volgen, zoals een vlugge check lijkt te bevestigen). JanV lijkt nog altijd de beste papieren te hebben: als hij volgende week z’n 7de partij wint, kan enkel Carlo nog op gelijke hoogte komen, maar die moet dan wel nog twee partijen winnen, z’n 6de en z’n 7de. Over ex-aequo’s zo dadelijk meer. Afhankelijk van wat die heren doen, komen ook Mart en JanDG nog in aanmerking. Het is niet uitgesloten (JanV verliest, Carlo haalt 1/2 en JanDG wint) dat de vier kanshebbers allemaal uitkomen op 4,5/7 (Mart heeft dat nu al). Aan spanning en spankracht zou het dan – alweer – niet ontbreken, maar dat wisten we vooraf al wel.
Wie bij gelijke stand wint, moet ik in het midden laten: het is onoplosbaar, alleen al omdat heen- en terugronde door elkaar lopen. Volgens het reglement (dat geldt voor een volledige competitie, aan een halve is niets officieels) moet je eerst kijken naar de onderlinge partijen. Dat is leuk, in het geval van JanV en Carlo, want die spelen hun onderlinge partijen pas in februari en maart, lang na hun 7de. De andere onderlinge partijen geven een nogal wisselvallig beeld, en daar doe ik dan ook maar geen uitspraken over. Ook in de andere criteria ga ik mij niet verdiepen (Kashdan, SB …), wegens veel te onzeker en/of pas na afloop te berekenen.
Besluit: er zijn er vier die halfweg op een kluitje bovenaan zullen staan, en laten we er maar meteen bij aanstippen dat wie daarna komt, héél dichtbij staat: Guy, die weliswaar niet in halfjes doet dit jaar, staat maar op een halfje van JanDG, Paul op twee. Wat zei ik over spanning en spankracht?
Herman, door een bug leek het alsof heen- en terugronde door elkaar liepen, maar dat is eigenlijk niet het geval.
Ik heb het misschien te sterk uitgedrukt, maar wat ik bedoelde was wat je kunt krijgen door onvoorziene afwezigheden en uitgestelde of vervroegde partijen. Een concreet voorbeeld in dit geval: Carlo en Jan die hun beide partijen in februari en maart spelen, met enkele weken verschil. Het is uiteraard niet inherent aan de kalender, maar het viel mij nu op omdat ik voor de aardigheid eens een “herfstkampioen” zocht, sowieso een heel onofficiële titel, en dat bleek moeilijker dan verwacht (als je de scheidingscriteria van op het einde ervoor wil gebruiken). Maakt allemaal niet zo veel uit, en is typisch voor ‘de media’: ambities formuleren, concurrentie wat aanscherpen, zaken beetje opjutten, etc. 🙂