Een beetje econmisch denken en dezelfde titel gebruiken als vorige keer, al ging het deze keer over één enkele partij, de enige van deze ronde. Als je er zelf bij bent, heb je altijd wel enige schroom om van een topper te spreken, maar het heet wel zo: de nummers twee en drie tegen elkaar, en bovendien de twee met het kleinste aantal verliespunten tot nu toe: twee halfjes. Bijkomend punt: er daagden zelfs kijklustigen op die speciaal voor deze confrontatie waren afgezakt. _LEESMEER_
Carlo en Herman maakten er ook een boeiend kijkstuk van, waarbij het achteraf zoeken was: wie heeft wat waar gemist of had het ergens net even anders kunnen en/of moeten doen? Het werd, ondanks de witte invitatie, geen Engels maar Koningsindisch (toevallig: dat kwam in reeks 1 ook veelvuldig op het bord). De klassieke versie, omdat de zetvolgorde daar min of meer toe leidde, maar toen werden er enkele tempi geïnvesteerd om om te spelen, om te schakelen en om te wisselen en stond er plots een Sämisch te blinken. Zij het een wat bizarre, want niet elk stuk stond op de geijkte plek en de witte rokade liet berenlang op zich wachten.
Zwart toog, zoals gebruikelijk in dit soort stellingen op de koningsvleugel ten strijde, maar schoof de zaak voor zichzelf ook een beetje dicht, terwijl hij wit ook te weinig lastig viel aan de andere kant. Wit nam zijn tijd om zijn stukken naar ideale velden te dirigeren en brak op het gepaste moment de koningskant – waar de eigen koning niet veel later al rokerend de plaat poetste, lees: ruimte maakte voor de troepenversterkingen aan de andere zijde – weer open. Herman voelde de bui hangen, maar wist aanvaller Carlo net voldoende aan de klap te houden, om die cruciale fase te overleven. Toen die besloot tot het klassieke maneuver om met loper en dame op de diagonaal naar en op h6 aan te kloppen, met een halfopen h-lijn ter ondersteuning, kreeg Herman de kans om dameruil af te dwingen: op het geëigende ogenblik slaan op h6, de dame terugdrijven via Pg8 en dan met Df4 een wit paard in de tang nemen en tegelijk de dame pennen (koning in dezelfde diagonaal), zodat wit niet anders meer kon.
Daarmee was, oneerbiedig gezegd, het vet grotendeels van de soep. Carlo probeerde nog via de h-lijn, met torenverdubbeling, maar met het paard op g8 – hoe sterk een paard op g8! – en de koning er weer bij op g7 (die was kort daarvoor nog de andere kant opgewandeld, om een gebeurlijke persoonlijke aanval te ontlopen), was de h-pion (nu op h6) voldoende verdedigd en in het centrum hield de zwarte toren de e-lijn onder controle. Dan maar een pion investeren, vond Carlo, en hij schoof zijn pion naar e5, om plaats te maken voor zijn paardenspan. Herman nam de aangeboden pion beleefd in ontvangst en halveerde even prompt de helft van de witte cavalerie, om ten slotte “niets” meer te doen maar alle potentiële gaten dicht te houden en alle offers middels het overlevende witte ros bij voorbaat ondoenbaar te maken. Doorbraken bleken verderaf dan ooit, en omdat de tijd intussen zwaar was gaan dringen, werd, op voorstel van Carlo en precies op de 40ste zet, de vrede getekend.
Met één partij kan de stand hooguit minimaal veranderen, maar tegelijk blijft onze conclusie van vorige week van toepassing: alle anderen verliezen een beetje terrein t.o.v. de twee actievelingen van deze ronde. Daar komt bij dat je toch stilaan mag gaan spreken van een top drie die zich enigszins uitkristalliseert. Jan en Herman delen nu de leiding (4,5/6), Carlo staat op drie (3,5/4) met één partij minder en dus virtueel (er moet natuurlijk eerst gewonnen worden) gelijk. Dan gaapt er een kloofje van een vol punt of meer, maar het moet wel gezegd dat (de andere) Jan virtueel even ver staat, met ook nog maar 1,5 verliespunt. Voor een stuk zijn de verschillen ook een beetje schijn, de echte vergelijking is maar mogelijk met een gelijk aantal partijen en geen virtuele resultaten. Volgende week staan er drie confrontaties op het programma, en aangezien uw verslaggever dan zelf bye is, is de kans groot dat hij dan weer co-leider af is. Ach, een beetje beweging brengt leven in de zaak …
Correctie in laatste alinea: Carlo heeft 3,5 op 5 (niet op 4).
Suggestie : misschien de partij online zetten op “SKOG-partijen naspelen” ?
Uitslagen in Reeks 1 ?
Dezelfde titel als de vorige keer, dat sloeg nergens op, merk ik ineens. Dat was toen in eerste instantie de titel, maar die had ik op het laatste moment nog veranderd (in “Rek in de stand”). De twee titels zijn dus zo verschillend dat een woord als “dezelfde” niet bepaald van toepassing is, maar het idee klopt wel: het zijn telkens de bestgeplaatsten tegen elkaar, en dat heet topmatch of topper, en als het telkens onbeslist eindigt, dan kun je spreken van een onbesliste topper, met in dit geval een stand die inderdaad enige rek begint te vertonen. Bij deze is mijn wartaal dus ontward …